10 Vragen Met...

Hewdie

Joséphine Kurvers ,

Praten over dingen die hem echt raken doet hij niet makkelijk, maar via zijn songs kan hij zich toch uiten. Peet Didderiens uit Haelen maakt muziek onder de naam Hewdie. Onlangs bracht hij het album Under the Sun Moon and Stars uit dat op een old school manier werd opgenomen. In deze editie van 10 Vragen Met... vertelt hij aan 3voor12/limburg meer over zijn muziek en drijfveren.

Naast dat je werkt voor een adviesbureau op het gebied van de openbare ruimte in Roermond, een gezin hebt én een thuisstudio waar ook andere bands opnemen, maak je zelf ook muziek. Hoe is dat zo gekomen?

"Als tiener ging ik wel eens naar optredens van de band van mijn neef. Hij zong en speelde gitaar. Ik herinner me de opwinding die door de zaal ging toen de podiumlichten aansprongen, de versterkers van standby afgingen en het eerste nummer werd ingezet. Ik wilde ook op dat podium staan. Dat was begin jaren tachtig. Een paar jaar later kreeg ik een goedkope gitaar met nylon snaren. Met de eerste twee akkoorden die ik onder de knie had schreef ik een liedje. Ik realiseerde me dat ik door het schrijven van songs mijn liefde voor tekst en literatuur met muziek kan combineren. Ik ben zelf introvert. Praten over dingen die mij echt raken doe ik niet makkelijk en bij voorkeur met goede vrienden en in kleine kring. Via mijn songs kan ik me toch uiten. Muziek is mijn uitlaatklep. Muziek is mijn vrijheid. Ik kan niet zonder muziek."

Je maakt muziek onder de naam Hewdie. Wat is het verhaal achter deze naam?

"Het grootste deel van de afgelopen vierentwintig jaar speelde ik in bands of deed projecten met andere muzikanten. In 2004 ging ik solo. Ik had een naam nodig die kort en catchy is. Niemand kan mijn achternaam goed uitspreken, hij rolt niet lekker van de tong. Op een avond ben ik met gesloten ogen voor mijn platenkast gaan staan en ging met gestrekte wijsvinger langs de hoezen. Toen ik mijn ogen opende rustte mijn vinger op een elpee van Leadbelly, de Amerikaanse folk-blues zanger. De echte naam van Leadbelly is Huddy Ledbetter. Je spreekt het uit als Hewdie. Omdat ik destijds bezig was met oude folk-blues vond ik de naam Hewdie erg toepasselijk en ik heb hem mij min of meer schaamteloos toegeëigend."

Waarin vind je inspiratie voor je muziek?

"Inspiratie slaat toe op de gekste momenten, en altijd als er geen gitaar binnen handbereik is! Ik neem melodietjes op via een zakrecordertje of neurie ze in mijn mobiele telefoon. Als ik dat niet doe vergeet ik ze. Wat onderwerpen voor mijn teksten betreft hou ik het dicht bij huis, al probeer ik persoonlijke teksten wel in een breder, algemener kader te plaatsen. Inspiratie voor teksten is overal. Het is een kwestie van ogen en oren open houden en je open stellen. Ik onthoud beelden, conversaties en situaties om ze later in teksten of verhalen te verwerken.

Verder ben ik een grote fan van west coast muziek uit de jaren zestig. Moby Grape, Buffalo Springfield, Jefferson Airplane en Grateful Dead. Dat soort werk. Ik draai veel blues. Harde grote stadsblues van Elmore James en Howlin' Wolf, maar ook akoestische delta blues en folk-blues. Dr. John in zijn Gris Gris periode vind ik fantastisch en heel inspirerend. Neil Young is een held. Zijn platen uit de jaren zeventig zijn eikpunten, ik blijf er naar luisteren. Ik hou ook erg van garagerock en psychedelica. De laatste tijd verdiep ik me meer en meer in jazz en wereldmuziek. Vreemd genoeg luister ik nauwelijks meer naar singer-songwriters of folk."

Kun je wat vertellen over het tot stand komen van je laatste album, Under the Sun, Moon and Stars en de samenwerking met de muzikanten op het album?

"Percussionist Gertjan Hanckmann ken ik via mijn werk. Bassist Brian Frederiks, die nu in Amberjacks speelt, reageerde op een oproep. Het klikte, veel woorden hadden we niet nodig. We hebben allemaal een job, een gezin en andere muzikale projecten. Tijd voor een uitgebreide pre-productie was er niet. We repeteerden hooguit een paar uur op een song en schaafden net zolang totdat het arrangement en het tempo goed aanvoelden. Een week later namen we de song live in de studio op, waarbij het doorgaans niet langer dan één avond duurde om een song op de band te krijgen.

De vibe, de flow, het vastleggen van een gevoel, dat is belangrijk. Perfectie niet. Als je goed luistert naar Under the Sun, Moon and Stars hoor je allerlei kleine dingen die nét niet goed gaan. Dat zijn de momenten waarop het album voor mij echt gaat leven. Muziek maken is mensenwerk en dat mag je horen. De koortjes heb ik samen gezongen met Bas Veldhuizen. Hij voegde ook kalimba en vibrafoon toe. Bas is een oude vriend met wie ik veel projecten heb gedaan. Zijn insteek is altijd net even anders dan je zou verwachten en dat leidt tot verrassende resultaten."

Je hebt voor het maken van dit album gekozen om het op de oldschool manier te doen om zo een bepaalde klankkleur en dynamiek te krijgen in je muziek. Denk je dat dit goed gelukt is? En had dit niet op een andere manier gekund?

"Ja, ik denk dat dit goed is gelukt. Als je live inspeelt leg je een moment vast. Bij een song als Sinner’s Blues hoor je goed dat we even inhouden en weer gas geven. Bij andere songs is de dynamiek en zijn de ritmeverschuivingen veel subtieler. Je hoort de interactie. Zoeken, aarzelen, en weer doorgaan. De klankkleur wordt niet alleen bepaald door de tape, maar ook door de akoestiek van de opnameruimte, de instrumenten, de trafo’s in de preamps en de microfoons. Ribbon microfoons zijn erg kleurend.

Alle koortjes zijn bovendien met een stokoude RCA microfoon opgenomen. We stonden met z’n tweeën gegroepeerd rond één microfoon. Als iemand een misser maakte moest de partij overnieuw. Dat is spannend, je staat met het zweet in je handen te zingen. We werkten op acht sporen. Vier voor de basis en vier voor overdubs. Veel ruimte om partijen toe te voegen was er niet, maar ik hou van die beperking. Soms kun je door iets weg te laten meer zeggen dan door allerlei toevoegingen. Stilte kan effectiever zijn dan een gitaarsolo.
 
Of we op een andere manier een vergelijkbaar resultaat hadden bereikt weet ik niet. Als we niet live hadden opgenomen was de dynamiek heel anders geweest. Qua klankleur betwijfel ik of we hetzelfde resultaat hadden bereikt als we digitaal hadden opgenomen."

Waarin verschilt dit album naast de sound en opnametechniek nog meer met de voorloper Outsider Blues?

"Outsider Blues is een minimalistisch album dat sterk leunt op mijn folk-blues invloeden. Op dat album speel ik alle instrumenten zelf. Voor Under the Sun, Moon and Stars wilde ik niet alleen meer afwisseling tussen licht en donker en meer dynamiek, maar ook een grotere variatie aan muzikale stijlen en instrumentatie. Het zou makkelijk zijn geweest om een kopie van Outsider Blues te maken, maar als artiest moet je nieuwe wegen durven in te slaan."

 

Wat wil je bijdragen aan de (Limburgse) muziekscene met jouw muziek?

"Ik zie mijzelf als een loot aan een hoge en breed vertakte boom. Of ik iets bijdraag aan een scene, Limburgs of niet, kan ik niet zeggen. Dat moeten anderen maar uitmaken, ik hou me daar niet mee bezig. Wat ik doe, en ik hoop dat mensen dat waarderen, is zo eerlijk en onopgesmukt mogelijk uitdrukking geven aan wat mij bezig houdt."

Waarmee onderscheid je je van andere muzikanten?

"Er zijn uitzonderingen, maar bij veel singer-songwriters hoor ik alleen maar clichés. Het wordt al snel lievig, zeurderig of erg voor de hand liggend. Ik probeer die valkuilen te mijden door goed na te denken over hoe je op een originele manier een verhaal kunt te vertellen. Mijn methode voor het schrijven van teksten heb ik ontleend aan Jack Kerouac. Hij noemde het spontaan proza en het is een manier van werken die past bij mijn drukke bestaan. Veel tijd om te gaan zitten voor een tekst heb ik niet. Ik schrijf snel. Lange reeksen van beelden en associaties, zonder acht te slaan op structuur. Structuur breng ik later aan. Een goed voorbeeld van deze methodiek is de song Under the Moon and Stars”van mijn nieuwe album. De tekst rijmt niet, de beelden zijn versnipperd en lijken los van elkaar te staan en toch is het een verhaal met een kop en een staart. Maar het is aan de luisteraar om de details van dat verhaal voor zichzelf in te vullen. En verder, om maar eens een cliché te gebruiken: ik blijf zo dicht mogelijk bij mezelf. Mijn stem is van mij en dus uniek. Qua gitaarspel hou ik me aan het principe dat minder meer is."

Wat voor plannen heb je nog voor de toekomst op muzikaal gebied?

"Ik wil me blijven ontwikkelen als songwriter en verhalenverteller. Ik wil de diepte in en tegelijkertijd meer abstractie aanbrengen in mijn teksten. Qua muziek en performance ga ik proberen om mijn songs met minimale middelen zo goed mogelijk over het voetlicht te brengen. Er ligt een stapeltje nieuwe songs klaar. Ik popel om weer de studio in te duiken. Deze winter ga ik een serie huiskamerconcerten geven. In huiskamers ben ik begonnen met muziek maken en nu keer ik er terug. Zo is de cirkel rond en ontstaat er ruimte voor iets nieuws."

Vind je die sound dan ook echt bij je muziek passen?

"Ik maak geen agressieve of harde muziek. De diffuse en warme klankkleur is een setting waarin mijn songs goed gedijen, ze voegt iets toe aan de sfeer. Pas toen het album klaar was en ik het in zijn geheel hoorde realiseerde ik me hoe veel het qua sound en volume afwijkt van wat tegenwoordig de norm is."

Volgende maand publiceren we de volgende editie van 10 Vragen Met... Deze zal met Marjolein de Man, de nieuwe programmeur van de ECI Cultuurfabriek in Roermond, zijn.

We zijn nog steeds op zoek naar Limburgse muzikanten, bands of mensen die iets betekenen voor de Limburgse scene. Lijkt het je leuk om geïnterviewd te worden voor onze rubriek? Stuur dan een email aan info@3voor12limburg.nl onder vermelding van “aanmelding interviewrubriek” en wie weet sta jij in de volgende editie van 10 vragen met...