Maceo is meedogenloos

Fijn funkfestijn in Maastricht

tekst: Ben Stam, foto's: Pascal Lemlijn ,

Maceo Parker in de Muziekgieterij! Of je nu een ‘serieuze muziekliefhebber’ bent of gewoon lekker met de voetjes van de vloer wilt, daar moet je bij zijn. Het is dan ook best druk voor een doodgewone dinsdagavond. Maastricht heeft wel zin in een funkfeestje. Maar voordat meester Maceo om een uur of half elf losgaat aan de Boschstraat, krijgen we eerst nog een uitgebreid voorprogramma.

Straffe beats knallen de zaal in en vier schoffies stuiteren het podium op. Stadsdichters van Maastricht in da house! Deze verse rapcrew, vorige maand geïntroduceerd op het Bruis-festival, voorziet de Maastrichtse actualiteit van poëtisch commentaar. Ze vertellen dat ze het heel tof vinden om te openen voor Parker vanwege de invloed die Parker had op de hiphop, die ontstond toen ze zelf nog niet eens geboren waren. Mooi. De vier rappers flowen lekker en wisselen elkaar heel democratisch af in de leadpartijen en achtergrondraps. Ze zijn enthousiast, het klinkt allemaal prima, maar de rappende dichters weten het discreet-gapende generatiekloofje naar het North-Sea-Jazz-publiek niet helemaal te overbruggen in hun korte set. Leuk optreden!

Nog geen biertje later staat Jo Harman met haar liveband op het plankier. Deze Britse blondine timmert in eigen land en nu ook daarbuiten lekker aan de weg. In het eerste nummer zijn de bewegingen van de jonge zangeres nog wat nerveus, maar al gauw spuwt ze zelfverzekerd al haar hartepijn over iedereen uit. Haar band brengt een keurige mix van funk, soul en blues en Harman beschikt over een prima strot. Toch kan ze met haar Joss Stone-achtige blankemeisjesblues maar de halve zaal boeien. De andere helft staat achterin te keuvelen en bier te koppen. Prima optreden, prima band, niets op aan te merken. Misschien is dat tegelijk ook het probleem. Het mag allemaal wel een beetje meer stinken. Lekker blijven touren, dan komt dat vanzelf.

De band van Maceo Parker zet alvast een groove neer, strak als een eendenreet. Maar het krijgt pas ballen wanneer de trombonist erbij komt, gevolgd door de bandleider zelf. Het feest is begonnen! Stilstaan is geen optie met deze infectieuze grooves, terwijl Parker zijn opvallend zachte zangstem afwisselt met al even prettig in het gehoor liggende riffs op zijn sax. Oei, oei, oei, wat kan die kerel spelen! Ook het samenspel met de trombonist is erg lekker. Maestro Maceo gooit er regelmatig wat shouts doorheen als ‘this funk is off the hook!’, ‘papa’s got a brand new bag’ en ‘I can see the Mothership coming!’, waarmee hij treffend een bloemlezing geeft van zijn indrukwekkende cv. Want voordat hij begin jaren negentig solo ging (en regelmatig opdook bij Prince), drukte Parker een stevig stempel op de sound van James Brown én de P-funk van George Clinton. En als een van de meest gesamplede muzikanten had hij indirect ook grote invloed op de hiphop. De man is een levende legende. Maar daar merk je niet zoveel van, van arrogantie geen enkel spoor. De man in het strakke zwarte pak is zeventig, maar het plezier spat er nog vanaf. Kijk maar naar die grote bolle ogen en zijn gulle grijns.

Iedere muzikant krijgt uitgebreid de ruimte voor een solopartij. De achtergrondzangeres pakt even de lead en laat horen dat ze moeiteloos schakelt tussen een lief geluid en een ruige scheur. Tijdens de trombonesolo gaat het bandvolume helemaal omlaag en roepen mensen ‘ssstttt’ tegen elkaar om ook achterin de zaal maar geen noot te hoeven missen. De set gaat moeiteloos naar de tweeënhalf uur, dus Parker bedankt tussendoor heel wat mensen, tot aan de chauffeur van de tourbus toe. Sympathiek. Ook stelt hij zijn drummer Marcus voor, zoon van Maceo's broer Melvin, die drumde bij James Brown.

Ja, Parker heeft hele fijne band achter zich. Het gemak waarmee iedereen speelt, het is een genot om naar te kijken. Maar over funk moet je eigenlijk niet lullen. Dat moet je voelen. En Maceo’s muziek is meedogenloos. Bewegen zal je! Dus staat iedereen lekker te dansen op deze fijne funkfuif, one nation under a groove.