Verwarrende avond in Perron 55

Erin Lang en Lucrecia Dalt wekken te hoge verwachtingen

Ruud Everaerts ,

Erin Lang omschrijft de muziek die ze met haar Foundlings maakt als Orchestral Dream Pop Art Folk. Dan schep je verwachtingen. Die werden niet waargemaakt. Onze recensent keek terug op een avondje dat voornamelijk werd gekenmerkt door verwarring.

Op het programma stond Erin Lang and the Foundlings. Perron 55 pakte deze negentiende mei 2013, toevallig Eerste Pinksterdag, uit met een artiest die die muziek die ze maakt omschrijft als Orchestral Dream Pop Art Folk. Ha, dat kan interessant worden. Folk-invloeden in de popmuziek hebben tot de mooiste nummers geleid, en wat is er nu mooier dan Orchestral Dream Pop Art, wat dat ook moge zijn.

Het eerste raadsel waar je dan als recensent voor gesteld wordt, is als er op het podium een meisje verschijnt dat alle opgestelde instrumenten (drie gitaren en een drumtoestel) negeert, en met een basgitaar en een laptop aan de slag gaat. Ah, wat in het programmaboekje niet vermeld stond, maar op de website van Perron 55 wel, blijkt achteraf, is dat er een support-act is in de persoon van Lucrecia Dalt.

Misschien, als ze niet die torenhoge last van de de Dream Pop had hoeven dragen, had ik met andere oren geluisterd. Lucrecia Dalt werkt met loops die ze zelf live inspeelt. Laag voor laag bouwt ze nummers op, met invloeden uit de triphop. Ze heeft een prachtige stem. Soms doet de sferische combinatie van stemmen die ze neerzet aan Enya denken. Maar, als je het vergelijkt met wat andere namen op dit gebied bereiken, dan steekt dit er toch niet bovenuit.

Enkele beats pakken nog wel redelijk en zijn dansbaar, en bijzonder hoe ze met vervreemdende effecten de muziek soms tot een climax weet op te bouwen. Maar nergens kreeg het het niveau van, noem eens iets dat in dat genre ook gebeurt, Teardrop van Massive Attack, of, wie kent haar nog, Bloem de Ligny. Beide bands schreven meer memorabele beats, misschien geholpen door meer variatie in hun instrumentarium.

En toen was plotseling Lucrecia Dalt haar optreden gedaan. Ten minste, ze was op een gegeven moment van het podium verdwenen. Verwarrend, zo'n onaangekondigde overgang.

Na de pauze trad Erin Lang aan. Dame op elektrische gitaar, ondersteund door een bassist en een drummer. Ha, dus dit zijn Erin Lang and the Foundlings, die de Orchestral Dream Pop Art Folk gaan brengen. Maar al bij de eerste aanblik begin je te twijfelen over dat Orchestral-aspect. Wel bevreemdend dat we iets orkestraals verwachten, maar hier toch vooral een powertrio zien.

Het eerste nummer begint met een sample hemelse belletjes. De zangeres kijkt met grote knipperende ogen het publiek in en zingt prachtig als een verdwaalde engel. De drummer zet een softe, relaxte sound neer. Het gitaarwerk is bijzonder: het lijkt alsof pianopartijen van Kate Bush zijn omgewerkt naar gitaar, en dat levert sierlijk gesponnen composities op. Sommige nummers kunnen 'het' misschien nog wel krijgen, als je ze vaker hoort. Maar bij de eerste indruk, overtuigde het nog niet.

Erin Lang is nog zoekend naar haar stijl. Typerend was dat soms, als ze tussen de nummers door wat zei, bleek dat de echo nog aanstond. Dan zei ze "Thanks... thanks... thanks". Even rommelig als het einde. Ik kan me niet voorstellen dat dat in Canada, haar thuisland, zoveel anders is: de band verlaat zo tegen het einde van de avond het podium. Wacht op applaus en eventuele scanderen van "We want more", en klimt dan weer het podium op voor de reprise. Erin Lang had dat ritueel nog niet zo te pakken. Haar band verdween, maar zelf bleef ze staan. Toen het publiek doorhad dat dit toch het bijna-einde van de show was, volgde applaus, en kwam de band terug voor het laatste nummer. Dat redelijk als een nachtkaars uitging. Zonder een duidelijk slotakkoord ging de band de haar spullen opruimen. De bezoekers van Perron 55 konden terugkijken op een verwarrend avondje.