Elliott Brood: verrassing met gruizige stemmen

Bovenzaal Perron 55 brengt Brood op de planken

Ruud Everaerts ,

Op 24 februari 2013 deed de band Elliott Brood poppodium Perron 55 in Venlo aan. In de intieme Bovenzaal lieten de bandleden horen hoe je met twee aan gort gezongen stemmen toch nog een zaal op de kop kunt zetten. Overige benodigde ingediënten: ijzersterke songs en een heel arsenaal aan gitaren, banjo's en ukeleles.

 De opkomst viel niet tegen. Een kleine zestig personen had op deze koude avond in februari sneeuw en ijs getrotseerd om het optreden van Elliott Brood bij te wonen. Sommigen op zoek naar het feest der herkenning, sommigen zonder enige voorbereiding, bereid zich te laten verrassen. De grootste verrassing stond echter te wachten voor degenen die zich kort hadden voorbereid met een korte tocht op YouTube, en daarbij alleen de wat rustigere nummers "Lindsay" en "Northern Air" hadden beluisterd. Elliott Brood "live" is beslist andere koek.

Mark Sasso, die de meeste leadvocalen voor zijn rekening neemt, heeft een stem die in ongepolijstheid Joe Cocker en zelfs Tom Waits overtreft. Casey Laforet doet de meeste aankondigingen, en heeft als zanger een iets gepolijster geluid. In de stukken die ze samen zingen geeft zijn bijdrage nog een iets wilder tintje aan de toch al behoorlijk ruig klinkende leadvocals. Stephen Pitkin completeert het trio als drummer.

 Wie op grond van enkele niet-representatieve beelden op YouTube een aangenaam wegluisterend stel singer-songwriters verwachtte, komt van een koude kermis thuis, maar wie eenmaal went aan de stemmen vol zaagsel en prairiezand en oor heeft voor de ijzersterke composities van deze meesters van de bluegrass, is er veel te genieten. Het heeft iets, dit repertoire, en het is eigenlijk ook niet compleet zonder de bijbehorende gruizige stemmen. Het geeft de muziek een grotere urgentie. Zingen, niet omdat iedereen om je heen zegt dat je zo'n mooie stem hebt, maar omdat het er uit MOET.

Mark Sasso vertelt over een boek dat hij cadeau heeft gekregen in Middelburg. "All Quiet on the Western Front". Een boek van Erich Maria Remarque (originele titel: "Im Westen nichts Neues") dat hem erg heeft geraakt. Een van de nieuwe nummers die ze brengen, is geïnspireerd op dit boek.

Elliott Brood is het sterkst in nummers die voelen alsof ze al minstens honderd jaar oud zijn. Een verhaal over een ophanging in de negentiende eeuw komt voorbij. En met "Old Dan Tucker", van oorsprong een traditioneel kinderliedje, zet de band de zaal helemaal op zijn kop.

Verdere hoogtepunten van de avond worden bereikt als de band zichzelf oproept: "Get your ukeleles out". Met die kleine instrumenten maken ze even veel lawaai als met de elektrische gitaren, akoestische gitaren, banjo's en de voetbas die tot dan toe het geluid hebben bepaald, en schitterend, wat een pakkende catchy riffs zetten ze met die instrumenten neer.

Minpunten waren er ook. Het geluid stond volgens mij te hard. En soms probeerde de band met elektrische gitaar en met een verandering van het geluid van de voetbas te komen tot een wat science fiction-achtig geluid. Dit is duidelijk niet hun forte. Maar dat is hun allemaal vergeven als ze de zaal hartstochtelijk laten meezingen met het aanstekelijk "Hey, hey, hey"-stukje in "Write it all down for you". Geweldig nummer, dat hun misschien zelfs toegang geeft tot de wens die ze op het podium uitspraken: op Lowlands te spelen.