Het naar een barbecue verlangende, behaaglijke gevoel dat hoort bij de eerste zomerse dag van het jaar, wordt vanmiddag in een mager gevulde Bosuil al snel aan flarden gescheurd door het gitaargeluid tijdens de vierde editie van het Gods of Groove festival. Het enige bewijs van de aangename buitentemperatuur, is het feit dat ook het niet-rokende publiek tussen de bands door massaal naar buiten verhuist. Prettig voor de roadies en geluidstechnici, jammer voor de plaatjesdraaier, Walter 'Roadburn' Hoeijmakers, die de ruimtes tussen de bands prettig opvult met zelfgekozen jaren '70 plaatjes.
De tijden dat zichzelf verklaarde stoner bands slechts voortborduurden op het klassieke geluid van Kyuss en Fu Manchu zijn voorbij. Capital Sentimental is het levende bewijs hiervan. Het psychedelisch, vaak opbouwend geluid wordt moeiteloos en zeer passend aangevuld door een alt- of tenorsax, die dan weer de gitaarlijn volgt, dan weer overgaat in John Zorn–achtige noisegeluiden, die de grenzen van het luisterende oor opzoeken. Ook de spaarzame vocale uitspattingen zijn niet gangbaar te noemen, slechts bestaande uit krijsende, tierende betekenisloze geluiden. Capital Sentimental bewijst door dit cross-over geluid, waarbij zelfs reggae-invloeden niet worden geschuwd, de plek vorig jaar op het befaamde Roadburn meer dan waard te zijn. (BS)
De heren van Mezcalectric nemen als ex-leden van onder andere The Spades en Tulpelo Honey aardig wat bagage mee het podium op. De Eindhovense band maakt toegankelijke rock met een psychedelisch jaren '70 randje en lijkt daarmee wat meer te sturen op wat meer mainstream-succes. Mezcalectric heeft een fijn retrogeluid zonder al te veel opsmuk, maar helaas slaagt de groep er niet altijd in om fris en scherp te blijven overkomen. In de lange nummers die voortdeinen op een paar akkoorden, gebeurt erg weinig en een saaie, uitgerekte bluesballad valt enigszins uit de toon. Mezcalectric maakt dan ook de meeste indruk met een paar heerlijk rauwe southern rocknummers die het betere werk van de oude Black Crowes in herinnering brengen. (GS)
Het zou zo maar kunnen dat het trio van Lucid zijn bandnaam heeft vernoemd naar 'Little Lucid Moments' van Motorpsycho. Op dit album keerden de Noorse postrockers terug naar de psychedelische stoner uit hun beginjaren. Ook Lucid zet er stevig de beuk in met punky gitaarriffs die een lekkere aanzuigende werking hebben. Het gitaarwerk heeft van die typische galopperende ritmes en ondanks niet altijd even spannend bedacht; de riffs zijn wel raak en brengen een heerlijk onderbuikgevoel teweeg. (GS)
Het debuutalbum 'Confusic' van The Machine maakte redelijk wat los in Metalland. De band laat ook op het podium horen dat die positieve kritieken terecht zijn. The Machine mixt up-tempo stoner met de psychedelica van late jaren '70 bands. Het gitaargeluid doet steeds denken aan Jimi Hendrix' Band Of Gipsies en als halverwege de set de introroffels van 'Machine Gun' klinken, wordt inderdaad duidelijk dat dit nummer wel eens de grote inspirator achter The Machine geweest zou kunnen zijn. Het drietal houdt van instrumentale, jamachtige passages, maar ze bevatten genoeg schwung en variatie om het opzwepend en interessant te houden. (GS)
Combineer het Hammond bluesrock gevoel van Deep Purple met het funkrock geluid van Mother's Finest en je komt waarschijnlijk dicht in de buurt van Gingerpig, de nieuwe band rondom ex-Gorefest gitarist Boudewijn Bonebakker. Ondanks deze lekkere vergelijking, het passend stemgeluid waar menig metal gitarist jaloers op kan zijn, een goed op elkaar ingespeelde band en de aanwezigheid van een sterk op Zappa lijkende organist, doet de set niet echt spannend aan. De nummers zijn dan ook verre van origineel te noemen. De schaarse hoogtepunten worden gevormd door solistische trekken en de energie die het viertal gedurende de gehele set uitstraalt. Al met al, een energieke jaren '70 show zonder dat deze echt los komt. (BS)
Met Vanderbuyst staat waarschijnlijk de heetste exponent van de New Wave of Brabants Heavy Metal op het podium. Hardrocker van het eerste uur Willem Verbuyst, ex-frontman van het in 2007 gestopte Powervice, maakt met ontbloot bovenlijf, witte flying-V gitaar en haren tot over z'n kont meteen duidelijk waar de band voor staat: old-school hardrock met heel veel gitaar. Gespeeld met een urgentie alsof er alleen vóór 1988 de juiste metal gemaakt werd. En dan kom je als zanger-bassist zelfs weg met een Kiss-shirtje. Verwacht ook geen teksten met inhoud, daar leent de muziek zich simpelweg niet voor, maar met een schuimend glas bier in de hand doet dat er ook niet toe. (GS)
Sungrazer mag als een-na-laatste optreden en gezien de inspanningen van de band het afgelopen jaar, lijkt een hoge plek op het affiche gerechtvaardigd. De band is inmiddels onder de pannen bij het Duitse label Elektrohasch en tourde onlangs nog met onder andere Colour Haze door Europa. Het lokale bandje is Sungrazer dus allang ontstegen en alle Kyuss-vergelijkingen zijn niet meer dan een voetnoot in het repertoire geworden. Het Maastrichtse trio durft zelfs verder te gaan waar de stonerlegende ophield en tilt zo de erfenis naar een hoger plan. De afwisselende hard-zacht passages zijn minder uitgesponnen waardoor de band de aandacht meer weet vast te houden. De laaggestemde, sludgy gitaarpartijen gaan tot op het bot, maar de rek is er nog lang niet uit. Sungrazer blijft daarmee misschien voorbehouden aan het selecte stonerpubliek, de band heeft alles in zich om uit te groeien tot een absolute topper in zijn genre. (GS)
Vervangend afsluiter van deze vierde editie van Gods of Groove is Shaking Godspeed. De band, ontstaan na het ter ziele gaan van The Bloody Honkies, doet het goed binnen de landelijke muziekscene, getuige het bij de VPRO's Nederpopshow gewonnen ticket voor Sziget. De band spat vanavond vol gas uit de startblokken met het ronkende Hammond geluid behorend tot opener 'Godspeed'; 'Give me Sugar, Give me Sugar'! De set die het drietal vervolgens over het publiek uitkotst, is goed opgebouwd en bestaat uit met bluesinvloeden doordrenkte grooverock, waarbij menig solistische uitspatting lekker te absorberen is, zonder hierbij lijn en beheersing te verliezen. Zanger/gitarist Wout Kemkens is overduidelijk de stuwende kracht achter dit grommende beest. Het ontstane muzikale monster is zicht- en hoorbaar klaar voor de goedgevulde festivalkalender. Hopelijk respecteren de mannen gedurende deze kalender de backline van betreffende festivals. (BS)