Pinkpop Classic 2009, deel 1: No more heroes

Janse Bagge Bend met Gé Reinders, Claw Boys Claw, The Stranglers

Pierre Oitmann ,

De eerste recensie van Pinkpop Classic 2009.

Janse Bagge Bend met Gé Reinders, Claw Boys Claw, The Stranglers

Bezoekers van Pinkpop zien in oprichter Jan Smeets een soort van mascotte; een vriendelijke, opa-achtige figuur die de jongelui vertelt dat ze geen waardevolle spullen in de tent moeten laten liggen en dat ze ’s avonds rustig naar de camping moeten gaan. Tegen generatiegenoten is Smeets een stuk jovialer, al krijgen ook de bezoekers van de derde Pinkpop Classic goed bedoeld advies mee. “Wel goed insmeren, hè!”, zegt Smeets, waarna hij vertelt dat het water bij de toiletten stiekem gewoon drinkbaar is.

In tegenstelling tot de eerste twee edities, richt Pinkpop Classic zich dit jaar iets minder op de jaren ’70. Toch hebben The Stranglers en afsluiter Simple Minds hun wortels liggen in de tweede helft van dat decennium. Ook typisch tachtig is Janse Bagge Bend, het officieuze huisorkest van het Classic-festival. Voor het derde jaar op rij speelt de feest- en parodieband vrijwel exact dezelfde set, met zelfs identieke aankondigingen. Fans van Janse Bagge kunnen de verhalen van zanger Henk Steijvers, over de zwoegende arbeidersklasse in en rondom woonplaats Susteren, onderhand wel dromen. Geveinsde spontaniteit, al komt Janse Bagge ermee weg. De uitstekende blazerssectie verdient complimenten. Extraatje tijdens dit optreden van de band uit Susteren is een gastbijdrage van de Roermondse zanger Gé Reinders, die met zijn band Girls Walk By op Pinkpop bestond. Dit na het winnen van de eerste editie van bandwedstrijd Nu Of Nooit in 1986.

Ook Claw Boys Claw stond in 1986 op Pinkpop. Dat was kort na de doorbraak van de band. Na een afwezigheid van tien jaar keerde de band eind 2007 terug naar de poppodia. Met veel succes. De capriolen van zanger Peter te Bos komen in zaaltjes wat beter uit de verf, al lijkt de frontman zich opperbest te vermaken. Na drie nummers sommeert hij de aanwezige fotografen voor het podium om te blijven staan. “Wat een onzin!”, roept hij, terwijl hij wuift dat de plaatjesschieters terug moeten komen. De grimas op het gezicht van Te Bos is onkreukbaar. Leuk dat uitgerekend een Nederlandse vandaag rock-‘n’-roll hoog in het vaandel heeft. Blijf dat volhouden, heren!

Hoewel The Stranglers wordt gezien als één van de vroegste punkbands, lukt het de heren toch niet om even kwiek voor de dag te komen als Claw Boys Claw even eerder. Dat The Stranglers een routinematige set weggeeft is misschien wat sterk uitgedrukt, want na ruim dertig jaar wordt alles routine. Dat ‘Golden Brown’ onderhand de neus van de band uitkomt, is na krap drie decennia wel logisch. ‘Always The Sun’ wordt daarentegen een veel betere uitvoering toebedeeld. Andere nummers zweven daar een beetje tussenin, met een enkele uitschieter. The Stranglers; nog steeds leuke band voor de liefhebbers, maar “no more heroes”.