Die Krupps in der NEUE NOR

Nederlands publiek laat het afweten

Twan Bakker, ,

Die Krupps laten zien in de NIEUWE NOR hoe de Duitse industriële muziek gegroeid en groot geworden is in de afgelopen 25 jaar; Een avond vol gitaren, staal, EBM en uiteraard Duitsers.

Nederlands publiek laat het afweten

De Duitse band ‘Die Krupps’ is in de jaren tachtig opgericht door zanger ‘Jürgen Engleren’. De bandnaam is afkomstig van de Duitse Krupps-familie, waarmee de band verwijst naar de Duitse industrie en de Tweede Wereldoorlog. Het eerste album dat ze uitbrachten in 1981 heet dan ook heel toepasselijk ‘Stahlwerksinfonie’. Het laatste album dat de heren hebben uitgebracht was ‘Paradise Now’ van 1997, waarna de band uiteen viel. Augustus 2008 zijn de albums ‘Volle Kraft Voraus’, uit 1982, en ‘I’, uit 1992, opnieuw uitgebracht in een boxset met remixen en bonus-tracks. Na elf jaar wordt het misschien toch tijd om het toeren kracht bij te zetten met een nieuw album. De NIEUWE NOR was vanavond gevuld met een overwegend Duits publiek, uiteraard niet onbegrijpelijk. Met in Sittard Agua de Annique dat zijn Nederlands product verkoopt en nog geen kilometer verderop in de stadsschouwburg Beth Hart als vertegenwoordiger van de Verenigde Staten mag de NIEUWE NOR niet klagen dat het eigen Nederlandse publiek het af laat weten bij Die Krupps. Dit wordt de tweede show in Nederland in de afgelopen drie jaar. Enkel Jürgen Engleren op zang en Ralf Dörper op toetsen zijn van de oorspronkelijke 1980-bezetting. Pas in 1992 versterk Rüdiger Esch de band op bas. Achim Faerber op drums is de meest druk bezette muzikant van het stel. Hij is momenteel op toer met Project Pitchfork en Peter Heppner, bekend als zanger van de Duitse elektro-band ‘Wolfsheim’. En dat terwijl gitarist Marcel Zürcher samen met zanger Jürgen Engleren de uitstraling van de band bepaalt. De band speelt een combinatie tussen industrial en EBM (Electronic Body Music). Duitse teksten worden afgewisseld met Engelse, zoals we al gewend zijn van bijvoorbeeld Oomph! en KMFDM. De zware bas en gitaren worden ondersteund door veel synthesizers en industriële drumgeluiden. Engleren vertoont naast zijn kundigheid als zanger ook dat hij de industriële sound kan vormgeven door in enkele nummers een solo te geven op stalen buizen bevestigd op een indrukwekkende stellage. Gezien de muziek is het logisch dat drummer Achim Faerber speelt op een uitgeklede drumkit met twee elektronische pads als toms. Het is alleen jammer dat hij niets interessants tovert uit de eenvoudige set; het blijft bij veel basisritmes en kinderlijke breaks. Maar zo is het waarschijnlijk hoe het in de nummers ook bedoeld is. En misschien mogen we al blij zijn dat de band een live-drummer heeft meegenomen en niet alleen gebruik maakt van samples op band. De band speelt een strakke set van zeventien nummers, variërend van het aanstekelijke ‘To the Hilt’ tot het jaren 80 geluid van ‘Tod und Teufel’. Met de afwisseling tussen de oude en nieuwe nummers wordt de koers van de afgelopen 25 jaar duidelijk. Het oude werk bestaat vooral uit het EBM-geluid, terwijl in de jaren negentig de gitaarriffs de overhand hadden. ‘Machineries of Joy’ wordt bewaard tot de toegift, of ‘Zugabe’ hoe het publiek het volmondig roept.