Voor de laatste keer dit jaar doet 3VOOR12/Limburg live verslag vanuit Landgraaf. Drie totaal verschillende acts, dus keus genoeg voor de bezoeker! Met Counting Crows, Róisín Murphy en Rage Against The Machine als afsluiter van het festival het laatste live-verslag!
Sorry voor Max Cavalera en alle dreadlock-jongens en -meisjes: zanger Adam Duritz van Counting Crows heeft nog steeds de aller-allermooiste. Zijn donkere lokken dansen veelvuldig op en neer, want hij is in bloedvorm. Tijdens sommige nummers wordt het podium nauwelijks bijgelicht, dus alle sfeer moet van Counting Crows zelf komen. Doordat de band goed en geconcentreerd speelt lukt dit prima; daarnaast is de podiumpresentatie van Adam uitstekend. Als een ware verhalenverteller leidt hij de toehoorders met gevoel voor drama en emotie door de muziekhistorie van Counting Crows. Sinds het debuut 'August And Eveything After' (1993) tot de eerder dit jaar uitgebrachte dubbel-album 'Saturday Nights & Sunday Mornings' scoorde Counting Crows vele hits, waarvan in een dynamische opbouw onder meer 'Round Here' en 'Mr Jones' voorbijkomen. Onlangs was er voor deze band nog een commercieel succes door de film 'Shrek 2', waarvoor 'Accidentaly In Love' de soundtrack was; de grootste en bekendste hits dateren alweer van een tijdje geleden. Desondanks gaan de handen tot aan de geluidstoren omhoog wanneer 'A Long December' wordt ingezet. Een warm onthaal is er ook voor 'Holiday In Spain', bekend door de samenwerking met het Zeeuwse Bløf. Counting Crows gunt zich na dit mooie einde een terecht ererondje op het podium op 'California Dreaming' van The Mamas And The Papas. Het optreden van Counting Crows op Pinkpop 2008 mag subliem heten. De muziek van Counting Crows is mooi genoeg voor het pop-museum, de band hoeft er echter nog niet in. Met de nieuwe dubbelaar op zak zijn de dagen van Counting Crows nog lang niet geteld. (ED)
De fans van Moloko moesten even slikken toen de zangeres van deze formatie, Róisín Murphy, kwam aanzetten met haar debuutalbum 'Ruby Blue'. Dat het album wat moeilijk te behappen was voor veel danceliefhebbers, was voor Murphy een hint om de ingrediënten van het Moloko-recept nog eens te beproeven. En met succes, want opvolger 'Overpowered' is niet alleen commercieel, maar ook creatief een overtreffende trap van 'Ruby Blue'. De sexy dance-diva weet dit ook live goed uit de verf te laten komen. Róisín, die om het nummer van outfit verandert, verleidt het publiek niet alleen met haar poses, maar met haar volledige aanwezigheid. De vette baslijnen en dikke beats, plus twee voortreffelijke achtergrondzangeressen, krijgen het publiek zonder enige moeite in beweging. Op momenten doet Róisín denken aan een jonge, blonde versie van Donna Summer, in de periode dat zij samenwerkte met Giorgio Moroder. Met iets minder soul weliswaar, al maakt dat haar vocale performance er niet minder prettig op. Het nut van de in scène gezette catfight met haar twee achtergrondzangeressen, aan het einde van de show, is onduidelijk en een beetje plat, terwijl Róisín juist grossiert in 'sexy chique'. Wat verder een minpuntje is, is dat er geen voltallige band achter Murphy staat. Dat had de muziek wat meer body gegeven. Verder een geweldig optreden van deze mooie mevrouw met haar gekke hoedjes. (PO)
Bijna kan het een Pinkpop huisband genoemd worden. Met een aardbevingsrecord van 1 op de schaal van Richter uit 1993 op zak en nog twee memorabele optredens in 1994 en 1996 komt de band uit Los Angeles terug na hun comeback in 2007. In de tussentijd konden leden van de band al zien in Audioslave en The Nightwatchman. Een luide sirene kondigt het begin van het optreden van Rage Against The Machine aan. Als Guatanamo Bay gevangenen komt het viertal in oranje pakken en met een zak over het hoofd op. Het volkslied van de Sovjet Unie draait op de achtergrond. Na ‘Bombtrack’ in genoemde outfit te hebben gespeeld gaan de pakken uit en wordt het bandlogo, een rode ster die refereert aan het Zapatistisch Nationaal Bevrijdingsleger gehesen. In het dikke uur dat volgt komen alle toppers langs. ‘Guerrilla Radio’, ‘Bullet In Your Head’, ‘Testify’ en meer worden genadeloos hard meegezongen. Een moshpit die bijna het hele voorvak in beslag neemt, een wall of death, crowdsurfers en gewoon springen: alles komt voorbij in het publiek. Zanger Zack de la Roche zegt naast zijn uitstekend uitgevoerde teksten eigenlijk helemaal niets, maar dat lijkt niemand iets te deren. Contact met het publiek is er immers genoeg; de la Rocha heeft constant oogcontact met de eerste rijen bezoekers. De band achter hem laat vrijwel geen steekje vallen; alleen drummer Brad Wilk lijkt af en toe het tempo niet bij te kunnen houden.
De band verlaat het podium maar komt zoals verwacht terug voor een toegift. Bij afsluiter 'Killing In The Name Off’ komt alles en iedereen samen, gaan er bijna 120.000 voeten van de vloer en zingen bijna 60.000 stemmen mee: “Fuck you, I won't do what you tell me!”. Een evenaring van het aardbevingsrecord dat de band uit LA eerder vestigde zou goed mogelijk zijn. Conclusie: Rage Against The Machine hoeft niet zo gelikt te zijn als Foo Fighters en heeft kan de routine-gig van Metallica missen als kiespijn. Rage Against The Machine knalt al harder dan deze bands zonder al die poespas . Een nóg betere afsluiter vinden voor Pinkpop 2009 zal in ieder geval lastig worden. Wie biedt? (EL)
Rage Against The Machine knalt al harder zonder poespas
Pinkpop 2008 / Review 3.6: Counting Crows, Róisín Murphy, Rage Against The Machine
Voor de laatste keer dit jaar doet 3VOOR12/Limburg live verslag vanuit Landgraaf. Drie totaal verschillende acts, dus keus genoeg voor de bezoeker! Met Counting Crows, Róisín Murphy en Rage Against The Machine als afsluiter van het festival het laatste live-verslag!