Wiebelende benen bij Sioen in Perron55

Support act Marcel Tabbers snackt dialect

Ruud Everaerts, ,

Op vrijdag 28 september speelde in Perron55 de Belgische band Sioen. Een band die de recensent voor een probleem stelde. Hoe beschrijf je een band die zo veelzijdig is? Laten we het erop houden dat het een band is met een uniek geluid, een band die het verdient door een veel groter publiek gehoord te worden dan het publiek dat die vrijdag Perron55 bezocht.

Support act Marcel Tabbers snackt dialect

Het voorprogramma van Sioen in Perron55 wordt verzorgd door Marcel Tabbers, de man van Sun Sour Hippie Qué-faam. Hij brengt nu onder de naam Venlo Snackbar Dreamer eigen dialectnummers ten gehore en begeleidde zichzelf daarbij op gitaar en keyboard. Het was een bijzondere ervaring om te horen hoe het klinkt als Limburgse teksten gemengd worden met Sun Sour Hippie Qué-achtige arrangementen. In enkele nummers pakte de combinatie zeer geslaagd uit. Na Marcel Tabbers betreedt Sioen het podium. Al bij de eerste aanblik van deze band rond zanger Frederik Sioen is het duidelijk: dit is geen standaard rockband met alleen gitaar, keyboard, bas en drums. Prominent naast de zanger verschijnt een heuse vioolspeler. Hoe is de muziek te beschrijven? Denk aan een woord als "veelzijdig", maar dat is weer zo breed dat het niets zegt. Dan maar wat specifieker. Het optreden is een belevenis. Het eerste nummer zet het publiek nog op het verkeerde been. De zanger begint fluisterend, aarzelend krijgt een liedje vorm. Maar in het tweede nummer laat de band zijn ware gezicht zien. Met een song, hoe kunnen we het zeggen... Rammstein meets ‘The Phantom Of the Opera’? Dit nummer zet de toon van de avond. Muziek, aangedreven door stuwende baslijnen. Een pianokeyboard dat met nadruk op de onderste regionen van het toetsenbord bespeeld wordt. Daaroverheen een violist met distortion. Een groot deel van het repertoire dat vanavond gespeeld wordt, past in die beschrijving. En toch draagt ieder nummer een eigen sfeer, een uniek karakter. Na het nummer waarvan de baslijn wat doet denken aan ‘The Phantom Of the Opera’, komt bijvoorbeeld het dreigende ‘Running Out Of Gasoline’ voorbij, met een mechanisch ritme dat doet denken aan het lopende bandwerk dat geportretteerd wordt in Charlie Chaplins film ‘Modern Times’. Een aanklacht tegen de vervreemding die optreedt als productie maken tot heilig doel wordt verheven. Elektrische gitaar en viool laten hun schril protest horen. Een viool die daarna ineens weer heel troostend klinkt in een ander nummer. In een loungeachtig arrangement voorziet de viool in een melancholiek motief. Nee, de band weet op de één of andere manier zichzelf te blijven, zonder zich te herhalen. We kijken terug op een avond vol kunststukjes die één voor één toewerken naar een climax. Hypnotiserend voor zowel publiek als uitvoerenden. De zanger achter zijn keyboard (je kunt zijn benen zien meetrappen op de virtuoze breaks), de drijvende bas, de spannende arrangementen. Wat Joe Cocker met zijn armen doet, doet frontman Frederik Sioen met zijn benen. Frederik Sioen blijkt een artiest die show weet te maken. Niet iemand die naar de grond staat te kijken terwijl hij zingt, maar iemand die contact maakt met het publiek. De show wordt verder versierd met toneelrook, gordijnen en lichteffecten. De band heeft gevoel voor theater. Een geweldige show, die een groter publiek verdient dan het selecte gezelschap dat aanwezig was in Perron 55.