Surfcake F.H.S. zet hoge technische standaard neer

(Misschien wel iets te hoog voor een eenvoudige muziekfan)

Ruud Everaerts, ,

Daar sta ik, donderdagavond 18 oktober 2007, tussen de fine fleur van jazz-minded Venlo. Surfcake F.H.S. (For Higher Standards) presenteert zijn nieuwste cd. Het podium is gevuld met klinkende namen, de solo's zijn technisch van duizelingwekkende klasse, de zaal is enthousiast. Maar bij deze recensent slaat het vuur toch niet helemaal in de pan. Hoe kan het? Misschien de verkeerde recensent op de verkeerde plaats?

(Misschien wel iets te hoog voor een eenvoudige muziekfan)

Daar sta ik, donderdagavond 18 oktober 2007, tussen de fine fleur van jazz-minded Venlo. Surfcake F.H.S. (For Higher Standards) presenteert zijn nieuwste cd. Laat ik vooropstellen, ik ben geen jazzkenner. Dit was de eerste keer dat ik aanwezig was bij een concert waar het publiek soms tijdens het nummer begint te applaudisseren. Ik neem aan dat dit bij jazzpubliek staande praktijk is: Niet het einde afwachten, maar direct waardering tonen voor een ingewikkelde solo of gewaagde improvisatie. Het geeft iets aan over hoe ik een knop moest omzetten om aansluiting te vinden bij de sfeer waarin een dergelijk gebeuren plaatsvindt. Nog een verschil. Als (pop)muziekfan ben ik altijd op zoek naar flarden tekst die een snaar raken, een compacte riff die je wel honderd keer wil horen, omdat ze je iets vertelt over de zin van het universum, het leven en ‘alles’. Deze jazz had echter geen teksten (op een enkele sample na, dan), en had niet de compactheid van een popsong. Soms leek het alsof ik in een jamsessie terecht was gekomen. Het was dus even wennen. Misschien kijk ik er daardoor anders tegenaan dan de aanwezige jazzfans. Maar goed, oprechtheid is het enige wat je als recensent hebt, het enige waarin je lezers geïnteresseerd zijn, als ze hun eigen muzikale kompas willen vergelijken met dat van degene die de recensie schrijft. En die eerlijkheid doet mij bekennen: Technisch zal het wel perfectie ten top zijn, maar de momenten dat mijn hart er sneller van ging kloppen, bleven beperkt tot een nummer of anderhalf, ah, oké, tweeëneenhalf als ik halve nummers bij elkaar mag optellen. Om van deze muziek te kunnen genieten, heb je concentratievermogen nodig. Je moet zin hebben om een solo van het begin tot het einde te volgen. En het is dodelijk als je je halverwege de solo afvraagt of dit niet teveel "moeilijk doen om het moeilijk doen" is. Die vraag dook bij mij te vaak op om helemaal lyrisch van dit optreden te worden. Ze waren er wel, de nummers die in elk geval aan het begin een verhaal opbouwden, me wat vertelden, een snaar raakten. Maar bijna geen enkel nummer bleef dat gedurende de hele lengte doen. Misschien is het op cd anders, omdat de lengte van een cd dwingt tot meer compactheid. Het zal wel door mijn popmuziekachtergrond komen, dat ik de muziek meestal vond "afdwalen" op momenten dat de muzikale schijnwerper op de trompettist gericht werd en ik figuurlijk juist op het puntje van mijn stoel ging "zitten" als leadgitarist Jurek Cruysberg zich ermee ging bemoeien. Vreemd genoeg was het hoogtepunt van de avond voor mij trouwens weer wel een compositie met een hoofdrol voor dwarsfluit en trompet, een compositie van toetsenist Mike Roelofs. Muzieksmaak blijft gelukkig ongrijpbaar voor strakke patronen en wetten. Daarom moet Surfcake F.H.S. vooral blijven doen wat ze doet: De standaarden verhogen, het publiek confronteren met wat ze maar net kunnen behappen, experimenteren en verrassen. Maar om een eenvoudige muziekfan als ik bij de les te houden, heb ik toch de tip: Kijk een beetje uit met die stukken die overkomen als stuntwerk om het stuntwerk.