Dit jaar was het dertig jaar geleden dat Elvis Presley, ook bekend als The King Of Rock ‘N’ Roll, overleed op zijn landgoed in Memphis. Niet bepaald op een smaakvolle manier, overigens. Nee, hij werd dood aangetroffen op het toilet, na een overdosis van pillen en vet vreten. Presley begon zijn carrière door op geheel eigen wijze ‘zwarte muziek’ te introduceren bij een overwegend ‘blank publiek’. Aanvankelijk revolutionair, maar onder aanvoering van zijn Tilburgse manager werd het een trucje, dat resulteerde in slechte speelfilms, tenenkrommende million-sellers (zoals het wanstaltige ‘Wooden Heart’) en uiteindelijk in de teloorgang van een ooit zo groot en inspirerend artiest. Voor veel mensen is het beeld van Elvis Presley één van een zwetende, door overgewicht getergde zanger, gekleed in een met glitters besprenkelde witte jumpsuit, die z’n kunstje doet in een concertzaal in Las Vegas. Onterecht, maar toch…
Behalve een eindeloze lijst van artiesten die Presley beïnvloed heeft (we noemen The Beatles en Bruce Springsteen) en geïnspireerd heeft tot het schrijven van een nummer over hem (onder andere Dire Straits, Kirsty MacColl en Allanah Myles), zijn er ook nog tal van Elvis-imitatoren. Bekend is The King, met zijn geestige Sex Pistols en Nirvana-covers, en ook de Limburgse zanger René Schuman verdiende er aardig zijn brood mee sinds hij als Presley te zien was in de ‘Soundmix Show’ van Hennie Huisman. Een enkele maal bereikte een nep-Elvis zelfs de hitparades, zoals de Duitse L-Viz (‘In The Ghetto’) en natuurlijk het beroemde Nederlandse knip-en-plakproject Stars On 45. Verder heeft ieder land wel zo z’n Elvis-kloon, van Mexico tot Japan. In Nederland deed André van Duin een aardige poging, met een vertaling van ‘One Night’ (“Één nacht met jou, kost me een jaar van m’n leven…”), maar Paul de Leeuw was nét even iets grappiger met zijn vertolking van ‘In The Ghetto’ (als Bob de Rooy).
Wat kun je dan verwachten van een act met een dubieuze naam als Dead Elvis & His One Man Grave? Nou, niet veel meer dan dat, eigenlijk. Een in een Elvis-pak gehesen zanger annex gitarist met een zombiemasker op, die zichzelf ook nog eens begeleid met simpele drumritmes. Het songmateriaal is echter niet van de originele Elvis (die overigens vrijwel uitsluitend nummers van anderen zong), maar het zijn eigen composities, met stupide titels als ‘Get Outta My Grave’ en ‘Long Gone Dead Done’. En meer van dat soort lugubere teksten, allen op vlotte rockabillymuziek. De rauwheid doet ietwat denken aan een jonge Presley in de studio’s van Sun, maar afgezien daarvan heeft Dead Elvis eigenlijk niks te maken met The King Of Rock ‘N’ Roll. Behalve dat belachelijke pak natuurlijk. De grap is na een paar nummers dan ook wel uitgewerkt, al blijkt dit soort muziek wel in de smaak te vallen bij het publiek.
Meer swingende rockabilly is er in de vorm van Woody & Paul, een gitaarduo met een drummer en een bassist erachter. De band uit Eindhoven maakt het soort muziek waarbij Henk Wijngaard het gaspedaal van zijn kilometervreter spontaan verder intrapt. En dat zonder pitstop. Hoewel de muziek van Woody & Paul eerder authentiek aandoet dan origineel, vormen de Eindhovenaren wel het muzikale hoogtepunt van deze avond. Daarentegen laat de bak herrie van Radio Infinity, met ex-leden van Millionaire en Evil Superstars, de zaal letterlijk leeglopen. Al enige tijd voor het geplande einde van de set stopt de band er dan ook maar mee. En dan kunnen de oordoppen weer uit…
Elvis leeft! Of toch niet...?
Woody & Paul op dreef, Radio Infinity laat Azijnfabriek leeglopen
Zaterdag was er een leuk feestje in de Azijnfabriek voor liefhebbers van smeuïge rockabilly. De vetkuiven werden in model gebracht en de bakkebaarden werden bijgeknipt voor optredens van de zingende necrofiel Dead Elvis en de gelikte Eindhovense rootsband Woody & Paul. Het feestje werd echter bruut verstoord door de heftige rock-‘n’-roll van Radio Infinity, dat een nogal vreemde eend in de rockabillybijt was. Met als gevolg een leeglopende zaal tijdens de afsluiter…