The Slackers vertellen over hun geliefde Ernesto’s

“We voelen ons nergens zo thuis als daar”

Maurice Kamps, ,

Waarom speelt een band uit New York, die regelmatig voor tienduizenden mensen optreedt, jarenlang minimaal twee keer per jaar in een klein Sittards café? Zanger Victor Ruggiero en bassist Marcus Geard van The Slackers geven antwoord. “Het is volkomen logisch, want het is een piepkleine, hete ruimte vol met dronken gekken!”

“We voelen ons nergens zo thuis als daar”

De ska/rocksteady groep The Slackers uit Brooklyn, New York, is uitgegroeid tot stamgasten van Ernesto’s Cantina Mexicana aan de Markt in Sittard. Minstens vijfentwintig keer speelden ze er al een thuiswedstrijd, met drie in het café/restaurant opgenomen albums als tastbaar resultaat. Deze zomer geven ze weer een concert in het etablissement van Ernest ‘Ernesto’ America. “Alhoewel, als we geluk hebben dan kunnen we één optreden doen als we aankomen in Europa in juni en één als we weer vertrekken in juli,” aldus bassist Marcus Geard. De speciale relatie van The Slackers met Sittard in het algemeen en één van haar kleinste cafés in het bijzonder. Op 7 mei 1998 traden de New Yorkers voor het eerst op in Europa. In de Effenaar in Eindhoven waren hier vijfendertig bezoekers getuige van, waaronder een groepje van twintig Sittardenaren, die op sleeptouw waren genomen door Ernest America, Rino Vincken en Jan Van Montfort van Music Machine Records. Na het concert zoekt het trio de groep backstage op. Zanger Victor Ruggiero: “Ze zeiden: “We vinden je band te gek, jullie klinken als The Specials, maar meer sixties en uit New York”. Wij zeiden: "Dank je, dat is een groot compliment voor ons!”.” Marcus Geard: “Yes, the fun was just beginning back then!” Waarom ze besloten op te treden in Ernesto's? Geard geeft antwoord: “Wij hebben niet besloten bij Ernesto's op te treden, Ernesto heeft besloten dat wij bij Ernesto's op zouden treden!” Rugiero: “Ernesto zei: “Jullie komen optreden in mijn café en we worden allemaal goede vrienden”, en gaf ons een dienblad tequila. Een maand later worden we wakker in Sittard... Ineens spelen we in een vreemd Mexicaans café, de mensen houden van ons, wij houden van hen, het is de perfecte combinatie… Het is alsof we in een droom zitten. Vanaf die dag zijn we bevriend met Rino en Ernesto, Paula staat aan de deur en Rob (Driessen van 3 Sun Recordings, red.) is geluidsman. Het ligt voor de hand dat we twee live albums opnemen in Ernesto’s... Het is volkomen logisch, want het is een piepkleine, hete ruimte vol met dronken gekken… En ook de band is dronken!” De langspeler ‘Live! At Ernesto’s’ (2000) op Hellcat Records, laat de groep op haar best horen voor een ‘thuispubliek’. ‘Upsettin’ Ernesto’s’ op Music Machine Records uit 2004, is een registratie van twee unieke concerten die The Slackers gaven samen met reggaegrootheden Glenn Adams en zangeres Susan Cadogan. Het sextet uit Brooklyn heeft in grote zalen en op festivals gespeeld voor tienduizenden mensen, in Ernesto’s passen met veel moeite honderdveertig man. Waarom treden ze er zo vaak op terwijl ze een veel groter publiek kunnen bereiken en meer kunnen verdienen? “We spelen liever op in kleinere zalen, omdat we beter gedijen in een intiemere omgeving,” aldus Marcus. “Als we optreden in een grotere zaal, gaat dat ten koste van de persoonlijke ervaring van een Slackers-optreden. Daar komt bij dat we het prettig vinden om langer in één stad te verblijven, daardoor leren we de steden en mensen beter kennen en zijn we niet alleen maar onderweg. Wat de gage betreft; als we meerdere concerten in één stad doen, kunnen fans steeds weer terugkomen, een kwart van de fans komt nog eens kijken, waardoor het op hetzelfde neer komt als we maar één show doen in een grotere zaal.” Naast de twee live-albums namen The Slackers ook hun laatste cd, ‘Peculiar’, in Ernesto’s Cantina Mexicana op, alleen dit maal zonder publiek. Geard legt uit waarom ze de kroeg als studio gebruikten. “Het lukte ons nooit gelukt om de intensiteit van de live-albums op plaat vast te leggen. Dus besloten we de cd op te nemen in een omgeving waarvan we wisten dat het de intensiteit had die we zochten en Ernesto's is die omgeving. We voelen ons er erg op ons gemak,” zegt de bassist, “we get a fantastic vibe from Sittard.” “De akoestiek van Ernesto’s is prachtig,” vindt zanger Vic. “Uniek! Rob is een fantastische geluidsman, dat weet ik van de twee live-albums, dus daarover maakte ik mij geen zorgen en Ernesto zei dat hij het café tussen de optredens een dag zou sluiten. We voelen ons nergens zo thuis als daar.” Hij vervolgt: “We denken er wel eens over om in een grotere zaal in de buurt te spelen. Maar op de één of andere manier komt het er nooit van... Mensen van over de hele wereld reizen tegenwoordig naar dat vreemde Mexicaanse café in het zuiden van Nederland, om ons op te zien treden, meerdere dagen achter elkaar soms...” Engelsen, Italianen, Portugezen, Canadezen, Amerikanen en Japanners bezoeken het Sittardse restaurant, dat ’s avonds dienst doet als café, tegenwoordig als een bedevaartsoord. “We zaten er een keer te eten en een groep fans zat aan een tafel aan de andere kant van het restaurant,” herinnert Marcus Geard. “Toen we klaar waren met eten kwamen ze naar ons toe en stelden zich voor. Ze kwamen uit Noorwegen en hadden twee setlists gemaakt met elk twaalf nummers en ze vroegen of wij die wilden spelen. Omdat we de lijstjes goed vonden hebben we al hun verzoekjes gespeeld, op twee na… Omdat we ons de nummers niet meer goed konden herinneren. Ik heb wel eens gehoord van bands die verzoekjes spelen, maar nog nooit van een band die twee uur lang alléén maar verzoekjes speelt!” The Slackers hebben inmiddels zo’n vijfentwintig maal opgetreden in het cultcafé, maar wat is hun favoriete optreden? “Hebben we echt al vijfentwintig keer opgetreden in Ernesto's?,” vraagt Marcus verbaasd. “Wow! Mijn favoriete concert was die keer dat we Ernesto om water vroegen en hij ons een tien liter emmer gevuld met margaritas bracht! De temperatuur op het podium is minstens vijfenveertig graden en dat was alles wat we te drinken hadden! Man, wat zijn we toen dronken geworden! Ik geloof dat Ernesto en een paar barmeisjes op de bar stonden te dansen en het was een gekkenhuis, wat een fantastische avond!” Victor Ruggiero heeft ook een leuke anekdote over die avond. “Ik kan me een keer herinneren dat ik bij mijn benen werd gegrepen en als een voetballer op de schouders werd genomen en door het café gedragen werd,” zo zegt hij. “Toen ik me omdraaide zag ik dat verschillende andere bandleden ook werden rondgedragen. Ik dacht nog: hoe kan het dat de band nog speelt…?”