Leven in een digitaal marketingplatform

‘Second Life’ is de ontbrekende schakel tussen mens en machine

Pierre Oitmann, ,

Bijna alles dat je in het normale leven tegenkomt heeft een virtuele uitvoering op het internet. In dit communicatietijdperk heeft internet een onmisbare plek verworven. Voor sommigen brengt het de keiharde werkelijkheid uitvergroot op het scherm, voor anderen is het een uitvlucht van die keiharde werkelijkheid. Het platform ‘Second Life’ is een goed voorbeeld daarvan. Artiesten gaan zich een virtueel alter ego aanmeten. En hoe zit het met de poppodia? Wordt straks alles virtual reality?

‘Second Life’ is de ontbrekende schakel tussen mens en machine

“Een tweede leven. Mooi moet dat zijn”, verzucht een puisterige, jonge computerprogrammeur, terwijl hij zijn brillenglazen poetst na vele uren van SQL en PHP. Hij is van de generatie die beter thuis lijkt te zijn in programmeertalen dan in daadwerkelijk Nederlands. Om over spreektaal nog maar te zwijgen. Hij valt onder het stereotype dat wordt aangeduid als ‘nerd’. Zijn standpunten gaan uit van louter theoretische feiten, waarbinnen het palet aan menselijke emoties sterk gereduceerd is. Maar ook hij heeft dromen en verlangens. Weggestopt in uithoeken van zijn emotionele Umfeld, of in goed verborgen mapjes op zijn externe harde schijf. De ‘ik’ die hij altijd had willen zijn kwam dankzij de door hem zo geliefde digitale technologie tot leven. Geen monster van Frankenstein of ‘Weird Science’. De oplossing is simpeler en gemakkelijker geheim te houden voor je moeder: ‘Second Life’. ‘Second Life’ is een virtuele wereld op het internet. Het gaat verder dan een chatbox of een profielsite op Hyves of MySpace. Het is een daadwerkelijke leefgemeenschap, zij het virtueel, die doet denken aan een computerspellen als ‘Sims’ en ‘World Of Warcraft’. Maar ‘Second Life’ is nog meer dan dat. Het is een soort Madurodam in cyberspace, met als grote verschil dat Madurodam ’s avond dichtgaat. ‘Second Life’ kent geen sluitingstijden en het succes van dit platform is juist het feit dat mensen er uren kunnen doorbrengen en er in kunnen ‘leven’. Tenminste, het door jou aangemeten alter ego. Geen tweede leven, zoals de eerdergenoemde ‘nerd’ verzuchtte, maar een alternatief leven. Een leven dat synchroon loopt aan je echte leven in de echte wereld. Alhoewel het bij sommige mensen de plaats inneemt van het echte leven. Het ultieme escapisme. Nu al zijn er mensen die verslaafd zijn aan online platforms als ‘World Of Warcraft’ en ‘Second Life’. Dat is ernstig te noemen, want niet alleen het persoonlijke leven van een slachtoffer lijdt eronder, maar dit soort verslavingen zijn ook debet aan de sociale vervreemding van de internetgeneratie. Daarnaast lijken de meeste deelnemers van ‘Second Life’ en aanverwanten zich niet te beseffen dat ze ‘leven’ in één groot digitaal marketingplatform. Grote bedrijven verdienen veel geld over de rug van nietsvermoedende bewoners van ‘Second Life’. Niet dat dit bij profielsites of MSN anders is, overigens, maar hier wordt er nog op een vrij traditionele manier met marketing omgegaan. Wanneer een merk alleen een knipperende banner is, zul je er niet gauw op klikken. Maar wanneer het uitziet als een coole club met leuke mensen is het een ander verhaal. De mogelijkheden van ‘Second Life ’op marketinggebied zijn dan ook vrijwel eindeloos. Onlangs was Di-Rect de eerste Nederlandse band die zich middels ‘Second Life’ profileerde. Een experiment bestaande uit een virtueel optreden, ter promotie van het nieuwe album. Ook DJ Jesse Voorn zal zijn debuutsingle op soortgelijke wijze promoten, waarbij je het meteen kan kopen in een virtuele platenzaak. De integratie van entertainment en diensten, zoals deze, zijn leuk en handig voor de gebruikers. Waar de gebruikers echter niet bij stilstaan is dat ze continu bezig zijn met een merk, of dat nu een band is, een dienst of een product. Branding is waarschijnlijk zelfs nergens zo belangrijk als bij bands en artiesten. Of het nu gaat om een miljoenenpubliek of een niche. Is ‘Second Life’ dan misschien ook een antwoord op de problematiek rondom de poppodia? Zou Perron55 meer bezoekers trekken in een alternatieve wereld? Zou De Azijnfabriek eindelijk van haar VVD-demonen verlost zijn als het haar fysieke deuren sluit en op ‘Second Life’ verder gaat? Dat is een interessante gedachte: Je zet een band in een studioruimte neer en laat bezoekers virtueel entree betalen om ernaar te kijken. Het klinkt misschien gek, maar het kan. Zouden er zelfs dan nog mensen zijn die heel hard door de muziek heen praten of continu “Slayerrrr” roepen? Misschien wel, alleen dan kun je ze waarschijnlijk uit je eigen wereldje verbannen. In deze wereld, waarin al het analoge en fysieke vervangen lijkt te moeten worden door digitaal, wordt de mens steeds meer afhankelijk van eentjes en nullen. Jongeren hebben geen favoriete muziekalbums meer, maar favoriete mp3’s. Ze praten niet meer met elkaar, maar sms’en wat ze voor elkaar voelen. Ineens is het cool om een ‘nerd’ te zijn, als je er maar niet zo uitziet. En als mensen straks ook nog concerten en discoteken op internet bezoeken, in plaats van ‘in het echt’, dan zijn we toch eigenlijk robots geworden? Wat dat betreft is ‘Second Life’ de ontbrekende schakel tussen mens en machine. Wordt het evangelie van Kraftwerk dan alsnog werkelijkheid? De puisterige, jonge computerprogrammeur hoopt van wel, terwijl hij zijn bril opzet en begint aan zijn ‘Second Life’…