Typisch Rowwen Hèze... Maar dan net even anders

‘Rodus & Lucius’: Een frisse wind door de Peel

Pierre Oitmann, ,

De populairste dialectband van Nederland heeft een nieuw album, getiteld ‘Rodus & Lucius’. Wellicht ten overvloede, maar de titel duidt op de twee rottweilers die in de studio aanwezig waren tijdens de opnames van dit nieuwe album. Of zij ook invloed hebben gehad op het creatieve proces is niet echt duidelijk, maar de nieuwe plaat van Rowwen Hèze is geen “dog’s breakfast”. Wel gevarieerd.

‘Rodus & Lucius’: Een frisse wind door de Peel

Het is inmiddels alweer ruim drieënhalf jaar geleden dat ‘Dageraad’, ’t laatste échte album van Rowwen Hèze, verscheen. Om de honger van de fans te stillen waren er wel nog tussendoortjes in de vorm van ‘Andere Wind’ en ‘Kilomeaters’, maar voor de diehards was dit natuurlijk wat magertjes. Ook al lag ‘Dageraad’ wat zwaar op de maag, zeker vanuit perspectief van de band zelf. Tijd voor andere koek dus, maar wel van eigen deeg. Het nieuwste zoete broodje heet ‘Rodus & Lucius’.

Na ruim vijftien jaar albums en singles te hebben uitgebracht bij HKM en CNR is ‘Rodus & Lucius’ het eerste album dat Rowwen Hèze in eigen beheer uitbrengt. Of, beter gezegd, op hun eigen label: RHAM. Ook kozen ze ditmaal zelf voor een studio, namelijk De Kruishoeve, een leegstaande boerderij in Meterik, nabij America. Twee maanden lang werkte de band daar aan de opnames, met Jos Haagmans en accordeonist Tren van Enckevort als producers. Tren mixte de plaat met vriend en collega Arno Guveau (gezamenlijk ook verantwoordelijk voor het debuut van Stevie Ann) in studio Markant in Heeze.

Het resultaat is het beste te omschrijven als typisch Rowwen Hèze – maar dan net even anders. Er zijn wederom uitbundige feestnummers en introverte ballades, maar er wordt ook geflirt met andere, aanverwante muziekstromingen. Het album opent met ’50 Joar’, een liedje dat beter wordt naar mate het einde nadert. Invloeden van Dixieland passen opvallend goed in het geheel en de achtergrondvocalen zijn uitmuntend.
Qua zang verrast Jack Poels ons op ‘Niks An De Hand’. Één van zijn beste vocale optredens op plaat. En wie goed heel luistert kan Stevie Ann op de achtergrond mee horen zingen. Maar waarom staat ze zo zacht?

De eerste single van dit album, ‘Vechte, Vallen En Opstoan’, is een ouderwetse Rowwen Heze-plaat. Lekker vlot en volgas. Wel doet het lichtelijk denken aan ‘Opzij’ van Herman van Veen, maar dan vooral vanwege de tekst (“We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan…”). Een ander nummer dat onmiskenbaar klinkt als Rowwen Hèze is ‘Kilomeaters’, een overblijvertje van de verzamel-cd uit 2005. Het liedje werd toen niet gebruikt, maar werd leuk genoeg bevonden voor op het nieuwe album. 3VOOR12/Limburg knikt instemmend.

Dan de ballades. ‘Blaad An De Palm’ is er één van. Een nummer waarbij vooral de tekst van Poels centraal staat. Net als bij ‘Dag Geluk’, dat opent met het geluid van de regenbui die aan de gang was gedurende de opnames van dit nummer. De strijkers zijn hier ook bijzonder fraai gearrangeerd.
Erg bijzonder is de bewerking van ‘Midzomernachtdroom’, hier getiteld ‘Droemvlucht’. Het nummer is tweetalig (alhoewel, telt Limburgs dialect hier als een taal?). De gastvocalist is de Friestalige fadozangeres Nynke Laverman, die hier met Jack Poels in duet gaat.

Maar er is meer dan het – min of meer – geijkte songmateriaal van Rowwen Hèze. Zo wijkt ‘Lentenacht’ enigszins af van het gebruikelijke repertoire en ook ‘Beer’ is, ondanks de titel, niet een nummer zoals je dat vaak eerder hebt gehoord van Los Limbos. Het gaat overigens over Ierland en we horen een fluitende Jack Poels.
Het nummer ‘’t Greune Monster’ is op een soort skaritme gezet en er zijn zelfs lichte invloeden hoorbaar uit de blues.

Op ieder album staat wel één nummer dat het mooiste is en dat is op ‘Rodus & Lucius’ ook zeker het geval. Hier is dat ‘Shane’, het eerbetoon aan Shane McGowan van The Pogues. Hét grote voorbeeld van Poels en zijn muzikale kameraden. Ze worden niet voor niets ook wel eens ‘The Pogues van de Peel’ genoemd. Mooie melodie, mooie instrumentatie, mooi gezongen. Mooi.

Vlak voor het eind van de plaat laat Rowwen Hèze echter toch nog zien dat ze ook om kunnen gaan met het vlottere gitaarwerk, op ‘Krokodillelearelaarze’ (mooi Scrabblewoord). Een snel, rockabillyachtig lied met een tekst die wijst op een kinderlijke voorliefde voor cowboys.
Tot slot van het album het door Tren van Enckevort geschreven ‘Beater Wear’, een lekker instrumentaal nummer om even bij te komen na het vlotte ‘Krokodillelearelaarze’.

‘Rodus & Lucius’ kan omschreven worden als een gevarieerd album. Je moet wel enigszins van het repertoire van Rowwen Hèze houden om dit echt een leuke plaat te vinden, maar de liedjes zijn zeker geen slechte kopieën van ‘evergreens’ als ‘Bestel Mar’ en ‘De Peel In Brand’. Nee, ‘Rodus & Lucius’ biedt een grotere diversiteit. Niet het beste album van Rowwen Hèze, maar wel fantastisch qua productie en arrangementen. Ook de hoes (met foto’s van John Klijnen) ziet er schitterend uit. Hoe dan ook, er waait een frisse wind door de Peel. We zijn benieuwd wat die met zich meebrengt…