Akir & Southpaw over ‘Legacy’

From the roots to the fruits

Maurice Kamps, ,

Akir is een rapper uit New York. In maart bracht hij het album ‘Legacy’ uit dat op bijval kan rekenen van de pers, The Last Poets en enkele Heerlense graffiti artiesten. Op uitnodiging van stichting Cuttin’ Class trad hij op tijdens Cultura Nova. Akir en Southpaw vertellen over het concept achter ‘Legacy’, hoe ze zich inzetten voor jongeren van Harlem tot Heerlen en hun ontmoeting met een van de vaders van de Hiphopmuziek. En passant geven ze een kijkje in de keuken van de Hiphopindustrie.

From the roots to the fruits

Hiphop is tegenwoordig de dominante cultuur binnen de popmuziek, maar Hiphop is popmuziek geworden. De soul-samples, die vroeger de basis voor de muziek en de connectie met de ‘zwarte muziek’ van weleer vormden, zijn vervangen door synthesizerrifjes. De misstanden die in ‘The Message’ van Grandmaster Flash & The Furious Five tot de albums van Public Enemy aan de kaak werden gesteld, zijn ingeruild voor teksten over geld, drugs en geweld. Als je verder kijkt dan The Box, zijn ze er nog steeds: rappers die deze erfenis niet vergeten zijn. Ze zijn echter zeldzaam en moeten hard werken om gehoord te worden. Akir uit New York is daar een voorbeeld van. Progressieve Hiphop met gevoel voor traditie. Na hun concert in het Glaspaleis neem ik met Akir en Southpaw en Ramsey van Cuttin’ Class / Cultivated Minds plaats op een terrasje aan het Pancratiusplein in Heerlen. Ramsey ontmoette producer Southpaw via het onvolprezen Myspace en zocht hem op in New York. Cuttin’ Class maakt zich sterk voor Hiphop in Limburg en kreeg van Cultura Nova de kans om het duo naar Heerlen te halen voor een aantal Hiphop-workshops en een optreden. Akir werd geboren in New York en woonde onder andere in Atlanta, New Jersey, Massachusetts en Washington. Terwijl Akir het geld van de cd’s die hij na het concert verkocht telt, vertelt hij: “Toen ik jong was verhuisde ik elke twee tot vier jaar. Hierdoor werd ik een ‘dorps kind’. Een oud Afrikaans gezegde luidt: ‘om een kind op te voeden heb je een dorp nodig’, iedereen draagt zorg voor je opvoeding. Als ik bijvoorbeeld Ramsey’s zoon op straat een meisje zie trappen, dan spreek ik hem er op aan. Als ik Ramsey’s broer was, zou ik zijn zoon een tik verkopen en hem naar zijn vader sturen. Ik werd opgevoed door mijn ouders, mijn tante, mijn oom, mijn opa en oma en mijn oudere vrienden. Het verandert je manier van denken. Het ene moment stond ik met een rijke Koreaanse jongen en zijn vader op een golfbaan in het Noorden van Amerika en dan weer met een zwerver op de hoek van de straat voor het gebouw van S.C.L.C., waar Martin Luther King een van de leiders van was, in Atlanta in het Zuiden. Hierdoor ga je je richten op zaken die mensen bindt in plaats van op zaken die mensen van elkaar doen verschillen.” Akir studeerde economie aan de Howard universiteit in Washington. “Helaas zit de wereld zo in elkaar dat alles draait om geld. Ik zou het liefst teruggaan naar de ruilhandel van vroeger, al weet ik niet of dat ooit mogelijk is. Economie leerde mij het belang van het opbouwen en in stand houden van kapitaal, niet alleen om rijk te zijn, maar om welvarend genoeg te zijn om het om te zetten ten behoeve van liefdadigheidswerk. Om andere mensen met hetzelfde talent aan te moedigen en een kader te geven.” Akir vindt het belangrijk dat er iemand is voor jonge rappers die een mentorfunctie vervult: “Wij doen het vanuit ons hart”, legt hij uit. “We hebben geen wegenkaart, er is niemand die ons vertelt hoe we rap aan moeten pakken, welke stappen we moeten ondernemen, dus we worden dertigjarige rappers… We helpen rappers hier en rappers in de Bronx. Dat is een beetje waar ons album over gaat.” Southpaw: “We investeren in de toekomst van Hiphop en in de toekomst in het algemeen.” “Dat doen wij bij elke gelegenheid.” gaat Akir verder. “Ik kan je niet vertellen hoeveel gratis cd’s ik heb weggegeven, to the point where I might be fucking myself!” vertelt hij lachend. “Het gaat er om dat ik jongeren hiervoor kan interesseren, ze kan motiveren iets met hun talent te gaan doen.” Tijdens zijn studie begon Akir zich voor het eerst in te zetten voor jongeren: “Ik hielp studenten op de universiteit van Howard met het halen van hun beurs. Daarna werkte ik op een privé-school waar Chelsea Clinton, de dochter van voormalig president Clinton zat. Het was een project om studenten uit de binnenstad van Washington kennis te laten maken met een privé-school en ze de kans te geven er een beurs te verdienen.” Nadat hij naar New York verhuisde zette Akir dat werk voort, daarnaast hield hij Hiphop workshops in Oost Harlem. “Het stikt er van de crackheads en de junks. Ik begrijp van mijn homeboys hier dat je in Heerlen ook zulke problemen hebt.” aldus de rapper. ”Mensen bij ons begrijpen niet hoe ver ze het kunnen schoppen omdat er nooit iemand is geweest die ze gesteund heeft. De kansen die ze hebben kennen ze alleen van televisie, dus lijkt het een droom, niet te verwezenlijken. Dus rap ik voor ze, laat ze wat teksten horen, geef ze taal- en geschiedenisles en laat ze trots zijn op wie ze zijn en wat ze doen. In de Bronx help ik jongeren op het gebied van theater. Op dit moment ben ik druk met toeren, maar zoals je vanavond zag nodig ik mc’s uit op het podium.” Tijdens het concert maakte Akir en zijn producer ruim baan voor lokale rappers als H.N.S. (Heerlen Noord Stijl) en Cultivated Minds. Voor die laatste groep maakte Southpaw bovendien een aantal nummers. In de week voorafgaande aan het optreden van het duo verscheen er op de Myspace-pagina van de rapper een foto van een NS-trein waarop in graffitiletters zijn naam prijkte. ”Big shout to my graff people that rep me! Ik ben al heel mijn leven een liefhebber van graffiti. Als mensen hun leven en een straf riskeren om mij te vertegenwoordigen, dat is ongelooflijk. Er rijden drie treinen door Nederland met mijn naam er op, een ervan zelfs naar Duitsland!” aldus de mc. Akir’s eerste album ‘Street edition’ bracht hij in eigen beheer 15.000 maal aan de man. Daarna bombardeerde het toonaangevende The Source magazine hem tot ‘Unsigned hype’. Dat dit een prestigieuze titel is valt af te lezen aan hen die Akir voorgingen; The Notorious B.I.G., Common en Eminem. Vervolgens tekende underground rapper Immortal Technique hem op zijn indie Viper Records. Akir: “Als je op een onafhankelijk label zit, kun je niet alleen een bepaalde artistieke standaard bewaken, maar krijgt je ook een groter deel van een kleinere taart. Het is erg dope, want ook al zijn wij nu de underdogs, uiteindelijk zullen wij aan de top komen, als er 50.000 mensen nu mijn plaat kopen, dan weet ik dat elke keer als ik iets uitbreng, zij het zullen kopen.” De voormalige economiestudent rekent voor: “Ik verdien elke keer minimaal zes dollar per album, terwijl zelfs mensen die platina platen hebben, maar 75 dollarcent per cd krijgen. Dat vind ik veel meer Hiphop, omdat voor mij Hiphop een vibe is van ingenieuze mensen die van niets iets maken. Dat gaat terug naar Kool Herc, die met een klein stukje breakbeat een heel nieuwe plaat maakte”, aldus Akir. Hoe denken ze over een platendeal met een groot label? Southpaw: “We hebben geen probleem met major labels en genoeg contacten in het wereldje. Als ze maar in ons geloven en ons een goede deal geven en they ain’t trying to make us pay them through their nose to put our own music out”, lacht de producer. “Dan zouden we het doen, maar anders niet. Want wat heeft het voor een zin: je krijgt een nep cheque, je loopt rond met Rocawear (het kledingmerk van Jay-Z.’s Roc-A-Fella Records-M.K.) en een Roc-A-Fella ketting. De mensen denken dat je maar één goed nummer hebt, dat bovendien door iemand anders geschreven is en al het geld dat je denkt te hebben verdiend moet je terug betalen en meer dan dat.” Hij weet waarover hij praat want hij was inhouse producer voor het label van P.Diddy: “Ik heb twee jaar voor Bad Boy records gewerkt, wat het toppunt is van commerciële Hiphop, de zielloze, alleen maar geïnteresseerd in het geld -kant van Hiphop. Van daaruit ging ik werken met Akir en Immortal Technique, wat het totale tegenovergestelde is, dus ik ken beide kanten van de medaille.” Akir wordt geroemd om zijn maatschappijkritische teksten. Hij vertelt: “Mijn eerste cd was ‘It takes a nation of millions to hold us back’ van Public Enemy. Elke keer als ik ernaar luisterde haalde ik er weer iets nieuws uit. Dat is wat wij nu ook proberen, al zie je dat niet meer in de Hiphop van tegenwoordig. Als je een Hiphop nummer van nu een keer luistert, begrijp je direct wat er gezegd wordt. Het heeft geen intellectuele waarde, over twee jaar is er niets meer van over.” De rapper rekent zijn muziek duidelijk niet tot die categorie; “This ain’t no music to party and drink your life away to. Dat kan je ook doen met onze muziek, maar het heeft een diepe inhoud en waarde. We proberen tijdloos materiaal te maken, dat sociaal commentaar bevat en politieke meningen die heel krachtig en vooruitstrevend zijn, een revolutionaire en positieve manier van denken.” Geen Hiphop album zonder samenwerkingen met andere artiesten. Op Akir’s cd springt echter een naam direct in het oog: die van Last Poet Abiodun Oyewole. The Last poets werden in 1968 opgericht in Oost Harlem. Deze radicale Afro-Amerikaanse dichters worden gezien als de vaders van de Hiphop, omdat zij de eersten waren die gedichten op muziek (drums) voordroegen. Vergelijk ‘E pluribus Unum’ van hun album ‘Chastiment’ uit 1972 eens met het eerder genoemde ‘The Message’ van Grandmaster Flash & co. van tien jaar later. Oyewole is nog steeds actief, in een aflevering van VPRO’s Vrije Geluiden droeg hij ‘Holy terror’ voor. Het gedicht, dat Amerika’s rol als politiegent van de wereld met een bijbel onder de arm in een historisch perspectief plaatst, is actueler dan ooit. Southpaw vertelt hoe de samenwerking tot stand kwam: “Mijn vader was fotograaf in de burgerrechtenbeweging en een van de oprichters van S.N.C.C. (Student Nonviolent Coordinating Committee, dat een grote rol speelde in de beroemde March on Washington van Martin Luther King-M.K.). Hij maakte foto’s van een van de eerste sessies van The Last Poets in een kelder in Chicago. Deze zomer haalde hij de foto’s na dertig jaar tevoorschijn en liet ze aan mij zien. Het is heel donker met maar een lamp en je ziet ze roken en rappen met elkaar, net als wat wij nu doen, maar dan 35 jaar later!” vertelt hij enthousiast. “Dit album gaat verder dan een paar fantastische nummers, we vonden dat we een nalatenschap moesten vertegenwoordigen en zo kwamen we op de titel. We zochten iemand die de connectie was tussen de oude en de nieuwe generatie en ineens schoot Abiodun door mijn hoofd. Ik belde mijn moeder en vroeg zijn nummer. Hij moest eerst naar Chicago om de video voor Common’s ‘On the corner’ op te gaan nemen, maar beloofde zodra hij terug was naar de studio te komen. We hebben nog een rap die hij schreef in het archief, we wachten nog even voordat we die uit gaan brengen! Abiodun zei: Yeah man I feel what you brothers are doing, it’s beautifull, y’all remind me of myself!” vertelt Southpaw trots. “Zo is het gegaan, wij zijn een verlengstuk van die generatie, we vertegenwoordigen de kunstvorm, de cultuur en onze mensen.”, aldus de producer. Akir: “Het intro van het album werd gemaakt door producers The Heatmakerz, die ik al ken sinds de universiteit van Howard, ze maakten een beat voor mij met een Old School sample. Toen Abiodun die beat hoorde zei hij: dat doet mij denken aan that basement shit van vroeger. Dat Abiodun, de grondlegger van Hiphop uit de fucking jaren zeventig, rapt op dat nummer, dat is het toppunt van nalatenschap! Nog meer als het album maken, was het voor mij speciaal dat zo iemand mijn werk erkent, als oudere die ik respecteer, die een ontegenzeggelijke grondlegger van Hiphop is, dat hij zegt: ik vind het fantastisch wat jij doet, jij hebt de fakkel overgenomen… Man niemand kan ons meer stoppen nu!” Tekst: Maurice Kamps Beeld: Jeroen Custers