De Limburgse plaats Heerlen scoort traditioneel vrij slecht op het jaarlijkse onderzoek ‘Atlas voor Gemeenten’. Ook dit jaar zakt de gemeente weer verder naar de onderkant van de lijst, zo werd vorige week bekend. De bevolking krimpt en vergrijst, er zijn steeds minder banen te vinden en jongeren veroorzaken er overlast. Geluidsoverlast wel te verstaan, want één ding doet Heerlen goed: alternatieve muziek maken. Dat zegt tenminste Gerard Marlet, de directeur van de stichting ‘Atlas voor Gemeenten’, in de Volkskrant van donderdag 27 april. Heerlen scoort dit jaar bovengemiddeld goed bij het cultureel aanbod, leren wij uit het bericht. Vervolgens een citaat van de heer Marlet: “Heerlen timmert aan de weg met de ontwikkeling van een alternatieve popscene.” Daar moet 3VOOR12 natuurlijk meer van weten, zeker na een aantal deprimerende artikelen over Limburgse popzalen waarvoor sluiting dreigt. Maar dan vergelijkt Marlet Heerlen met andere steden waar het slecht ging, zoals Newcastle, Seattle en Glasgow: “Toen daar opeens populaire artiesten doorbraken, stonden de plaatsen op de kaart.” Een zinnige vergelijking? En gaan Heerlense bands het echt helemaal maken in 2006? De nieuwe wethouder van kunst en cultuur, Karel Scholtissen, geeft toe dat Heerlen wel een steuntje in de rug kan gebruiken: “We bungelen inderdaad meestal onderaan die lijst van gemeenten. Daarom doen we absoluut ons best om het hier aantrekkelijk te maken voor jongelui.” De wethouder is erg positief over de Heerlense popscene: “Er zijn tientallen jonge bandjes die hier aan de weg timmeren en er is een klein poppodium in constructie, dat tegen de Schouwburg wordt gebouwd. Vraag me niet om namen van bands te noemen, maar op cultuurgebied speelt zich hier veel af.” Er wordt in Heerlen ook nog gewerkt aan een ander nieuw poppodium door cultureel centrum De Nor. Eind september moet de nieuwe zaal worden opgeleverd, die door directeur Daan Prevoo ‘het eerste semi-professionele poppodium van Limburg’ wordt genoemd: “Heerlen is een enorme kweekvijver van talent. Er is alleen geen podium. Als onze nieuwe zaal af is, staat er in een klap een mooie voorziening en krijgt de scene meer structuur.” Goed nieuws voor Heerlen en de rest van de regio Parkstad. Maar gaan de jonge bands echt Heerlen uit het slop halen? Prevoo: “Ik denk van niet. Volumia! kwam hier ook vandaan, maar dat heeft Heerlen ook niet op de kaart gezet. De bands in de steden die worden genoemd waren echt wereldbands natuurlijk. Het zou mooi zijn als er een wereldband uit Heerlen zou komen, maar ik kijk er realistisch tegenaan.” Ook Sjaak Vinken, bekend van alternatieve act D’r Sjaak, ziet dat de scene in Heerlen niet echt eruit springt. “De ingangen zijn hier heel matig. Je ziet dat feestmuziek en metal hier enorm scoren, maar andere bands die aan de weg timmeren lukt het maar mondjesmaat. Ik krijg ook het gevoel dat de mensen die erachter zitten het gewoon niet begrijpen. Nu wordt er weer een podium gebouwd naast de schouwburg. Zo werkt het natuurlijk niet.” Joery Wilbers heeft daar een andere mening over. Hij werkt als consulent voor de Stichting Popmuziek Limburg en Parkstad Popstad. “De regio Parkstad heeft heel veel potentieel. Er worden rond de oefenbunker in Landgraaf bandjes opgericht dat het knettert. Het blijft alleen wat kleinschalig en versnipperd, dat proberen wij dan bij elkaar te harken.” Er zijn volgens Wilbers meer dan genoeg bands in de regio Parkstad te vinden, maar daar zit wel bovengemiddeld veel hardcore, metal en punk tussen. “Het aanbod van hardere bands is inderdaad fors, maar er is ook wel hiphop en pop te vinden en daar zitten incidenteel wat pareltjes tussen. Er moet nog stevig gewerkt worden aan de structuur, dan kan de popmuziek echt wat betekenen voor het vestigingsgedrag van jongeren. Er zit hier een hogeschool, maar slechts een fractie van de studenten zit hier op kamers. Als de twee nieuwe podia gaan samenwerken en elkaar versterken, dan is dat goed voor de stad en voor de bands.” Joost Hoedemakers is bassist bij de Limburgse punkband Superhero. Hij heeft het artikel in de Volkskrant ook gelezen en kan zich wel vinden in het standpunt van Gerard Marlet. “Ik weet dat Heerlen vaak slecht scoort op het gebied van werkgelegenheid. NedCar zit bijvoorbeeld ook in dat gebied, dus dat hele verhaal komt er ook bij. De levendige alternatieve cultuur is dan volgens mij wel een aantrekkingskracht. En de nieuwe zalen en andere gesubsidieerde activiteiten creëren natuurlijk ook nieuwe banen.”