D'r Sjaak is oorspronkelijk begonnen als 'internetproject' en bestaat inmiddels uit Sjaak (hoe kan het ook anders), Leon en de recentelijk toegevoegde live drummer/danser/acapella zanger voor Noorderslag, Luc. Zelf beschrijven ze hun muziek als een mengeling van Ministry, Faith No More en een vleugje Kabouter Plop. De eerste twee zetten ondergetekende natuurlijk al direct aan tot het geïnteresseerd doch ‘positief-kritisch’ beluisteren. Net als het intro, het thema van de 'Muppet Show', doet het 'Kabouter Plop' tekort aan de mate van volwassenheid van de twee platen van de heren; een portie gezonde zelfspot beschermt jezelf natuurlijk tegen alle kritieken waar je je aan blootstelt. Maar de heren verdienen een stempel 'ok' van ondergetekende.
Meteen na het ongeplaatste intro luidt een synth-loop een nummer in wat je het liefst een half uur lang op repeat wilt horen; 'Bang'. De pulserende muziek en de daarbij horende fluister-zang brengen je meteen al in de juiste stemming om het album af te luisteren. Ondertussen begin je te bladeren in het minimalistische boekje; acht pagina's zwart-wit met enkel de teksten en wat bedankjes. Als je eerst de teksten leest alvorens je het plaatje in je installatie hebt geduwd, is het nog moeilijker een beeld te vormen. Wees nou eerlijk: Vertel een Rotterdammer maar eens dat je twee leuke CD's van de band 'D'r Sjaak' hebt gekregen en dat het eigenlijk wel heel erg leuk is. Insert raised eyebrow here. Maar je hebt al snel dat teksten in het dialect doen denken aan lokale toppers als 'Big Benny', met wel ietwat minder verwijzingen naar drank. Alhoewel een sample van 'Die Wiener Bumsknaben' natuurlijk nooit misstaat.
'Instrumentaal Dink' doet mij heel erg denken aan persoonlijke industrial-favorieten 'Kong'. En hoe de naam al vertelt; instrumentaal. Maar zo zijn er meer 'vergelijkingen' te maken; Front Line Assembly, Massive Attack. Nog altijd heb ik geen Kabouter Plop ontdekt.
Als we een kleine tijdsprong maken van begin 2005 naar eind 2005, knalt het eerste nummer van het tweede album 'Schijnheiligen' erin als het latere werk van Front 242. Meteen valt het op dat het CD-boekje naast de teksten (uiteraard in het dialect) ook uitleg over de nummers bevat. 'Schijnheiligen' klinkt alsof de band een heel stuk gegroeid is in slechts een paar maanden. Er wordt meer gebruik gemaakt van live-instrumenten en zelfs gast-muzikanten als Slash-Bourbon (Gunz n’ Rozes).
Na een paar nummers valt het wel op dat het tweede album iets gelikter klinkt dan het eerste. 'En toch wakker' blijft rauwer klinken en lijkt van dieper te zijn gekomen. De zang van ''t krupt' doet toch wel verdacht denken aan 'Midlife Crisis' van 'Faith No More', helaas zelfs tot het irritante aan toe. En in plaats van het live-geluid van instrumenten ben ik toch meer gecharmeerd van de meer industrial-feel van 'En toch wakker'. Dit wordt ook benadrukt door de beakbeat-versie van 'Sweet Child of Mine'. Misschien is het maar betere om deze 'lick' met rust te laten en zijn ding laten doen bij waar hij oorspronkelijk voor bedoeld was; Guns n' Roses. Met een andere sample zou dit nummer zo veel meer betekenis kunnen hebben. Herkenbaar is het echter wel. Hoe irritant is het om rustig in je tuin te zitten, luisterend naar een CD'tje, maar als de plaat is afgelopen komt er nog een heel irritant outro? Twan's mening: 'not done' dus. Wat wel 'leuk' is, is dat het laatste nummer zich blijft herhalen tot in den treure.
Ondanks dat de tweede CD wat meer minpunten heeft dan de eerste, is één ding zeker: Dit is de meest bizarre, diverse, inspirerende, intrigerende en impressionistische band van de provincie.
Wie is toch die Sjaak die er voor ons is?
Impressionisme … ter lering en vermaak
Jammer dat het intro zo afgezaagd slecht is, want dat doet afbreuk aan de juweeltjes die Sjaak Vinken en de zijnen hebben afgeleverd. Twee CD's met variatie, spanning en sfeer. Maar voornamelijk teksten in het dialect. Oftewel: 'Moele in ut plat'.