Interview met De Hampelemanne

De 'Zachte-G-Unit'

Maurice Kamps, ,

Een jaar na oprichting en nauwelijks vijf maanden na het eerste optreden in het voormalige Chinese restaurant Wan Hsin, waren daar ineens De Hampelemanne uit Venlo. Hoewel een hampeleman een klungel of een hansworst is, verrast de band met een erg strakke eerste EP die erg goed in elkaar zit en veel belooft voor de toekomst. Enkele weken na de CD-presentatie in frietkraam Petatte Wiel zocht 3VOOR12/Limburg de band op voor een interview.

De 'Zachte-G-Unit'

Nadat ondergetekende zich overtuigd heeft van de kwaliteiten van Petatte Wiel, loopt hij naar het station van Venlo waar hij afgesproken heeft met de band. Hij wordt opgehaald door bassist Jordi Holtman en scratcher Maarten Kuypers alias D'n Dope Mengelmoses, onderweg pikken we rapper Babbelaer, Erwin van Diessen voor zijn moeder, op. Via de route die de band ook aflegt in de videoclip van de eerste single 'Babbelaer is van de partie', komen we in de thuishaven van De Hampelemanne, het zogenaamde vierde quadrant van de binnenstad, de toekomstige cultuurwijk Q4. Drummer Marcel Tabbers was de eerste Venlonaar die een onderkomen vond in deze voormalige probleemwijk en het is in zijn huis, naast de plaatselijke moskee, waar de band de oefenruimte heeft. De Hampelemanne is een zevenkoppige Funkband die naast het trio bestaat uit organist Tim van den Hombergh alias Tim Whistle, zangeres Esmée Coenen, gitarist Huub Holtman en de eerder genoemde drummer Marcel Tabbers. Percussionist Ted Lekatompessy is eigenlijk het achtste bandlid, maar kan niet altijd meedoen. Behalve de funky muziek met invloeden uit Soul, Hiphop, Rock en Reggae vallen de vloeiende Venlose teksten van rapper Babbelaer op. "Het ontstond tijdens een repetitie. Ik had een tekst in het Venloos geschreven en het voelde meteen goed. Dat was 'Mien Dingk, Dien Dingk'. Op school was ik al een taalfreak", aldus Babbelaer. "Ik kom op de proppe met de praot van de straot Ik kom neet oet de sloppe en ik zit neet op zwart zaod Sommige liere oet un book Andere staon op de hook Van Mestreech tot aan Mook Ze veule zich verwant Ik zeg waor 't op steit, ik val neet daor de mand Ik kwam, ik zoog en ik euverwon Van de Napoleonsbaan tot in de bebouwde kom Po-po-pom geit de trom, neem de proof op de som Limburgstalige rap, eej, klink det ech zoë dom?" (fragment: Mien Dingk, Dien Dingk) Nu, nauwelijks een jaar later, staat het nummer met drie andere tracks op de debuut EP 'Heej is 't Te Doon', uitgebracht op het kwaliteitslabel 'Inbetween Records' uit Elsloo. Eigenaar Jos Starmans werd enthousiast nadat hij enkele oefenruimteopnames hoorde. D'n Dope Mengelmoses: "Tijdens de Nach van 't Limburgs Leed had hij ons gemist en pas nadat de CD uit was zag hij ons bij De Muziekfabriek voor het eerst live. Als je hem belt heeft hij onze CD opstaan!" Zitten er nadelen aan rappen in je eigen dialect? Babbelaer:"Een nadeel zit er niet aan, ik kan bijvoorbeeld niet Nederlandstalig rappen, dan staat Engelstalig rappen korter bij me qua gevoel." D'n Dope Mengelmoses: "Je praat met iemand in het begin Nederlands tot je er achter komt dat je ook dialect kan praten." Tegen de interviewer: "Jij kunt ons verstaan en wij jou. Het is raar dat er niet meer dialect gerapt wordt. Sommige groepen uit Limburg rappen in het Nederlands want dan kun je verder kijken." Rapper Babbelaer: "Maar waar gaat het om als je muziek maakt, het gaat er om dat je kunt optreden, plezier kunt maken." "Of je nu hier voor een volle zaal staat of in Amsterdam", vult de scratcher hem aan. Ook bassist Jordi ziet de Limburgse taal niet als een beperking: "Kijk naar Rowen Hèze, zelfs al versta je het niet, toch pakt het je. Muziek is sfeer en emotie, als je dat weet over te brengen maakt het niet uit in welke taal je het brengt." D'n Dope Mengelmoses: "We zijn er echt trots op Limburgers te zijn." "Vroeger schaamde ik mij er wel eens voor, zeker als je een Limburger op de televisie zag. Tegenwoordig vangt zo'n Jan Marijnissen tijdens een debat gelijk mijn aandacht, puur qua klank, het klinkt veel mooier. Het is gewoon een veel mooiere taal. Ik ben er trots op, ik ga die shit promoten!", lacht Babbelaer: "Zo'n dialect mag toch niet verloren gaan!" De Hampelemanne zien alleen maar voordelen: "Meer optredens", lacht de rapper: "Je bereikt een hele grote groep mensen hier in het Zuiden, ook oudere mensen, mensen van de leeftijd zoals mijn ouders die nog nooit naar Rap geluisterd hebben en het nu ontdekken." Hij vervolgt tegen D'n Dope Mengelmoses: "Ik ben er trots op dat je ouders het ook leuk vinden, zoiets doet mij wat." Platenbaas Jos Starmans was niet de enige die De Hampelemanne voor het eerst live zag L1's Muziekfabriek. De funky beats van de groep inspireerde het aanwezige publiek tot een...eh polonaise. "Dat is toch geweldig of niet? Heb je ooit wel eens een rapper gezien waarbij de polonaise werd gelopen? Dat is weer die verbroedering, de gemiddelde leeftijd was 55 jaar en die mensen hebben plezier op die manier. Ik vond het leuk, de doelgroep is wel bereikt", aldus de scratcher van De Hampelemanne. Babbelaer: "Dan kun je Guru van Gangstarr daar neerzetten, maar die bereikt dat niet. Mensen moeten gewoon hun ding doen." D'n Dope Mengelmoses: "Je zult altijd mensen hebben die niet van de muziek houden, maar wij brengen gewoon plezier. We zijn heus niet de band waar echt de Funk vanaf springt, maar we brengen het wel. We staan op het podium met energie, dat vind ik te gek aan deze band." Desondanks zijn er grenzen: de groep werd benaderd door de mensen achter De Boetegewone Boetezitting om een carnavalsnummer te schrijven, maar hier zagen ze toch vanaf. Ze willen niet door het leven gaan als een carnavalsband. Dat heeft te maken met jezelf blijven. Iets dat, net als de trots op de eigen omgeving, bij De Hampelemanne centraal staat. Wel namen ze de uitdaging aan hun ding te doen met het Dada gedicht 'Boem Paukenslag' van Paul van Ostaijen in het kader van de Boekenweekavond van Perron 55_. De teksten van Babbelaer zitten net als bij zijn Amerikaanse collega's vol met plaatselijke slang woorden en referenties aan markante stadsgenoten als Roeije Dennis, pizzaverkoper Beppo, carnavalsdetaillist Geer van de Veer en de eerder genoemde frietkraam Petatte Wiel. "Sample, bietjes, ik stamp ze op tot moos Meziék is net as Maggie in de mix Net as laminaat, as 't pas 't kliks Geer van der Veer, of Hampelemanrock Niks dan funky hits jao, noow al te groët veur 't ZOKS Net as Beppo met zien pizzapunte, weej gaon stunte Score op idder festival van die plestiek munte Babbelaer is van de partie" (Fragment: Babbelaer is van de partie) "Het heeft te maken met jezelf zijn. Rappers die uit Brooklyn komen hebben het toch ook over hun eigen wijk. Wij komen uit Venlo en zingen ook daarover, we kunnen het niet hebben over Brooklyn, daar zijn we nog nooit geweest!", volgens Jordi. "Jawel, ik heb een straat verder van de Broeklaan gewoond!", lacht Babbelaer: "We zijn pas een jaar bezig en dit jaar gaat het hierover, van hier uit gaat het verder." D'n Dope Mengelmoses: "De teksten zijn heel erg lokaal. Daar willen wij nu ook een beetje van af stappen. Maar je kunt elk nummer voor jezelf interpreteren." Ook de stukjes tekst die Kratser D'n Dope Mengelmoses gebruikt komen niet van Amerikaanse platen maar van de Venlose buuteredner Jan Pollux, die bij de cd presentatie in Petatte Wiel het eerste exemplaar overhandigd kreeg. In De Muziekfabriek had de scratcher het over de boodschap van Babbelaer, wat is zijn boodschap? "Ik heb geen zin om de trein te pakken om naar de Hiphop toe te gaan, daarom zeg ik ook: "Hiej is 't Te Doon." Wat ik zeg is allemaal positief, dat zeg ik ook in 'Mien Dinjk, Dien Dinjk': Ik doe dit, jij doet dat. Dit is wat ik doe, als ik hiermee mensen kan amuseren, als alle generaties een beetje oppikken wat ik zeg, dan ben ik al tevreden. Ik schrijf geen teksten over oorlog, politiek, ik schrijf over mijn eigen ervaringen, soms ook onzin, maar soms zeg ik ook wel iets. Uit sommige nummers moet je maar zelf uithalen wat je wilt, dat is mijn stijl. Iedereen maakt een nummer over 11 september, maar dat is al zo vaak gedaan, ik heb er wel een mening over, maar ik maak er geen nummer over. Ik maak meer nummers zodat iedereen er even niet meer aan denkt." Gevraagd naar het ultieme Hampelemanne-concert antwoordt rapper Babbelaer bescheiden de Venlose Zomerparkfeesten, terwijl de D'n Dope Mengelmoses van het Northsea Jazz festival droomt, ook al acht hij dat niet haalbaar. Jordi: "Een optreden, voor mijn part voor twintig mensen, als het maar het muzikaal klopt." "Maar dan is het toch leuker als dat op Pinkpop is?", vraagt Babbelaer aan zijn bassist. Jordi: "Ja dat klopt, maar als je vraagt het ultieme optreden, dan denk ik daar aan. Wat we af en toe tijdens een repetitie hebben als we dat ook in een kroeg hebben." Daarna wil het trio nog even spelen en informeren ze bij ondergetekende of hij een van de open plekken kan invullen. Het gezegde dat achter elke popjournalist een gefrustreerde muzikant schuilgaat, lijkt weer op te gaan. Uw interviewer, die op een blauwe maandag drummer was, neemt plaats op de kruk van Marcel Tabbers. Net als hij, na jarenlang niet de stokken in zijn handen gehad te hebben, kramp begin te krijgen, wordt hij gered door de bel. De theatergroep die op de eerste verdieping optreedt, staat voor de deur en klaagt over geluidsoverlast. D'n Dope Mengelmoses biedt "namens De Hampelemanne" beleefd zijn excuses aan en we begeven ons weer Q4 in. Tekst & beeld: Maurice Kamps