De ‘oude’ Nor ontstond eind jaren zestig, toen een aantal links geëngageerde studenten, die in Aken studeerden, voor zichzelf een uitgaansgelegenheid creëerden. De naam komt van de allereerste locatie, het oude politiebureau van Heerlen. Eind jaren negentig moesten ze uit het gebouw en ontstond het roemruchte De Nor Op Straat-festival, dat ervoor zorgde dat De Nor niet uit beeld verdween en de periode tot de bouw van de nieuwe locatie overbrugde. Aan de Pancratiusstraat in hartje Heerlen werden de activiteiten van het cultureel café beperkt door klachten over geluidsoverlast van omwonenden. Daarom werd achter het café een volledig nieuwe Nor gebouwd die voldoet aan alle zogenaamde “eisen van deze tijd”.
Links van het pand, waar het cultureel café in gevestigd is, loop ik onder een balk met de tekst constructiewerkplaats door het pand binnen. De deur van de NIEUWE NOR staat op een kier. Ik tref er niemand aan. De zaal ziet er modern uit en doet, mede door de roosters, denken aan de verbouwde Effenaar in Eindhoven. Het gebruikte staal en beton zorgt voor een “Spartaanse en stoere uitstraling”, zoals de architecten het uitdrukken. Op het podium ligt een setlist van de band die tijdens een try-out als eerste het podium van Nieuwe Nor mocht betreden: The Funktransplant.
Via een trap achter de bar, waarin plectra zijn verwerkt, kom je op het achter- en zijbalkon dat een goed zicht geeft op de zaal. Hier is een plek gereserveerd voor dj’s of geluidsmensen. Een bejaard echtpaar loopt nieuwsgierig het nieuwe popzaal binnen. De vrouw informeert of er nog stoelen geplaatst zullen worden, de man kijkt op de drankenkaart en verbaast zich over de prijs van een Red Bull.
In een kantoor boven de nieuwe zaal zitten algemeen coördinator Joery Wilbers, programmeur Kees van den Berg en Ruth Lendfers, die belast is met de marketing, naast elkaar aan een tafel. Gedrieën vouwen ze de laatste uitnodigingen voor de openingsavond op 6 december. Door de doorzichtige enveloppen schijnt het strakke NIEUWE NOR logo, dat drie tralies van een gevangenis voorstelt (en doet denken aan het beeldmerk van hardcoreband Black Flag). De huisstijl zit wel snor en ook de programmering zit goed in elkaar met grote namen als Opgezwolle, Anne Clark, 100% Isis en Bettie Serveert. Het lijstje weerspiegelt de verschillende soorten muziek waarop de NIEUWE NOR zijn pijlen richt.
“We hebben een horizontale programmering met vier genregroepen: pop/rock, hiphop/r&b, metal/hardcore en dance,” aldus Joery Wilbers. “Vrijdag livemuziek en zaterdag dance, zodat je voor het publiek heel duidelijk bent wat je doet. Het is een heel verschillende sfeer op die twee dagen.“ NIEUWE NOR is, met uitzondering van de bijzondere openingsmaand, in de eerste maanden van 2007 alleen op deze twee dagen open. Vanaf april/mei komt daar donderdag of zondag bij. De zondag is gereserveerd voor de maandelijkse matineemiddag, gericht op genres als jazz, blues, singer/songwriter en americana. De donderdagavond is er voor bijzondere producties en projecten.
Het trio ging een samenwerking aan met verschillende locale partners, die Van den Berg “mijn voelsprieten in het veld” noemt. Hij legt uit: “We werken samen met partijen als Booch? voor pop/rock en Cuttin’ Class voor hiphop en r&b, en met de mensen rondom de Mijnstreek Oost Crew voor metal/hardcore.“ Joery: “Dit hebben we gedaan omdat we moesten starten vanuit een nulsituatie. Heerlen heeft nooit een poppodium gehad, het is helemaal nieuw. Ze denken mee bij de programmering, ze weten veel beter wat de lokale vraag is en tegelijkertijd krijg je vrijwilligers via hier voor de avond”.
”Ze komen met ideeën over bands en overleggen dat met mij,” gaat Kees verder. “Het is heel erg leuk omdat je het enthousiasme meeneemt van mensen die al vrijwillig ergens mee bezig zijn, of professioneel, zoals Cuttin’ Class.” Wilbers vult aan: “Zij kunnen invulling geven aan de kleur, smaak en geur die bij zo’n genre past.”
Over geur gesproken: de zaal ruikt nog erg nieuw, er hangt nog geen rock ‘n’ roll-lucht van verschraald bier en sigaretten. Aan de stickers in de zaal te zien zal dat ook zo blijven. “Er is gekozen voor een rookbeleid bij de livemuziek,” vertelt de kersverse programmeur. “Binnen twee jaar moeten we er toch naar toe, dan moeten alle openbare ruimtes rookvrije situatie zijn. Dus kiezen we ervoor om tijdens concerten, net als 013 en de Effenaar, een deel van de zaal, in dit geval de benedenverdieping, rookvrij te houden. Boven op het balkon mag je wel roken,” aldus de programmeur van Nieuwe Nor.
In een tijd dat bijna elk Limburgsee zaal in haar bestaan wordt bedreigd, is het opvallend dat Parkstad een poptempel met een capaciteit van 350 man uit de grond stampt. Joery Wilbers: “We zijn er trots op dat Heerlen in al haar wijsheid als eerste gemeente heeft besloten tot het nieuw bouwen van een poppodium. We zijn het eerste professionele popodium van Limburg. De NIEUWE NOR is zoveel mogelijk conform de eisen gebouwd, de akoestische waarden zijn optimaal, het gebouw is geschikt voor de functie die het krijgt. Fenix heeft bijvoorbeeld bepaalde beperkingen, dat is gewoon gebouwelijk van aard, Perron_55 idem dito. Om van De Azijnfabriek nog maar te zwijgen!”
De voormalige consulent van Stichting Popmuziek Limburg weet waarover hij praat: “We zijn een poppodium en belangrijk is dat de gemeente dat ook als zodanig gaat ondersteunen. Wij hopen, zoals ik dat ook hoopte destijds toen De Bosuil werd gebouwd, dat het een soort precedentwerking heeft naar andere gemeentes. Wij moeten uiteraard gaan bewijzen dat het hier kan. We hebben een bepaald budget voor de programmering, daar kunnen we niet al teveel op verliezen, om niet te zeggen: niets op verliezen. We hebben vrij hoge kosten aan het gebouw en personeel en dergelijke.”
Een van de doelen die Wilbers zich heeft gesteld is de wekelijkse exodus van vele Limburgers richting Noorden een halt toe roepen. Letterlijk. “We hadden het wilde idee om op de snelweg voor de Effenaar een bord te plaatsen met ‘Ga terug’! Alle Limbo’s: Ga terug!,” lacht hij. “Je hoort dat iedereen die iets wil zien standaard naar Amsterdam gaat, zonder eerst te kijken wat er in de eigen provincie te doen is.”
Hoe verklaart hij dit? “Het heeft te maken met de organisatie van poppodia in Limburg en het heeft te maken met de houding van de gemeentes. Het is een wisselwerking.” Hij legt uit: “Als je als poporganisatie een sterke dialoog hebt met de gemeente en kan samenwerken in het verwezenlijken van een doelstelling, bijvoorbeeld: het levendig houden van de binnenstad zodat jongeren een interessant vestigingsklimaat hebben, dan heb je een voorwaarde om tot een goede infrastructuur voor popmuziek te komen.”
“In Limburg is dat verhaal nooit verteld,” aldus Joery. “Ik heb natuurlijk voor mijn werk bij SPL gestreden tegen gemeentes en altijd gezegd: kom eens met wat geld over de brug. Het is voor een gemeente heel makkelijk om een Bosuil neer te zetten of in Vaals Spuugh te verbouwen, in plaats van er ook een subsidie voor de exploitatie bij te doen.” Hij vergelijkt het met een vader die voor zijn zoon een auto koopt. “Een auto kun je zo kopen, maar als de zoon na vier weken terugkomt en zegt de benzine is op, ik moet wegenbelasting betalen, verzekering betalen, dan wordt het een heel ander verhaal, want dat zijn vaste kosten.”
In een artikel in De Volkskrant eind april vergeleek Gerard van Marlet van ‘Atlas Der Steden’, Heerlen met onder andere Seattle. De stichting gaf de stad door de toenemende vergrijzing en werkloosheid een traditioneel laag cijfer, maar zag kansen door het opbloeiende muziekklimaat. Immers, steden als Glasgow en Seattle werden weer op de kaart gezet door hun beroemde bands. Wordt Heerlen het nieuwe Seattle?
Kees roept: “Joery!” De algemeen coördinator van het poppodium lacht de vergelijking weg. Hoewel hij verwacht de stad aantrekkelijker te maken als vestigingsplek voor jongeren, zal er niet snel een Nirvana, Soundgarden of Stone Temple Pilots opstaan die Heerlen opstuwt in de vaart der volkeren. “Maar daarentegen gebeurt er in deze regio een hele hoop. Ik noem bijvoorbeeld D’r Sjaak, dat is on-Heerlens goed, het is woest en wild en het is hartstikke spannend. Aan de andere kant van het spectrum zit een Born From Pain, die Europees meedraaien aan de top van de hardcorescene. Graund, voor het grootste gedeelte ook uit Heerlen, maakt dan weer organische muziek, Tom Waitsiaanse composities die erg goed in elkaar zitten. De teksten gaan gewoon nergens over, althans daar lijkt het soms op, maar ze gaan wel diep. Ik was van mijn sokkel geslagen toen ik het voor het eerst hoorde. Om er maar eens een aantal uit te lichten.”
Tot nog toe beperkte zich de activiteiten in Parkstad tot initiatieven als De Oefenbunker in Landgraaf. “Langzaam grijpt dat in elkaar en hier vanuit NIEUWE NOR proberen wij, dat klinkt een beetje oneerbiedig, al die kleine dingen bij elkaar te harken. Een huis te zijn voor creativiteit.“