Pieter Parra groeide op in klooster met wietplantages

Ontwerper en illustrator Pieter Parra te gast in Ziel en Zaligheid

Ontwerper Pieter Parra verhuisde zovaak dat hij niet meer weet waar hij precies gewoond heeft. Met zijn artistieke vader woonde hij onder andere in een gekraakt klooster met wietplantages. Diezelfde vader gooide ooit zijn schoolboeken uit het raam en Pieter zag op zijn dertiende voor het eerst Lego. In Ziel en Zaligheid vertelt hij Ron van der Sterren hoe het allemaal goed is gekomen.

Ontwerper en illustrator Pieter Parra te gast in Ziel en Zaligheid

Duizendpoot Pieter Parra is ontwerper en illustrator, labelbaasje, was ooit professioneel skater, heeft zijn eigen kledinglijn en had onlangs een expositie in Londen waar hij al zijn werk verkocht. Muziekliefhebbers zullen hem vooral kennen als ontwerper van albumhoesjes van Extince en Opgezwolle. Pieter Parra: “Het gaat allemaal vanzelf. Het kost niet zoveel om met iets nieuws te beginnen. Je doet eerst een leuke opdracht en dan heb je daarna geld over om bijvoorbeeld een plaatje te persen.” Pieter Parra had een uitzonderlijke jeugd. Na een jaar in een dorpje bij Maastricht gewoond te hebben, vertrok hij in 1977 met zijn vader naar een gekraakt klooster in Noord-Limburg. “Het was erg groot en verlaten, elke avond was er een kampvuur en er waren overal wietplantages. Wij sliepen in een grote hal, een oude gebedsruimte, met een hut op palen in het midden. Mijn vader was een kunstschilder die nooit langer dan drie jaar op dezelfde plek bleef. Moest hij weer verhuizen om nieuwe inspiratie op te doen. Hier ben ik dus ook niet lang geweest, maar het was wel een heel indrukwekkende periode. Mijn vader luisterde naar kleinkunstmuziek. Ik weet nog precies de platenhoes van Boudewijn de Groot met Welterusten, Mijnheer de President erop. Een blauwe canvas hoes, met een gouden opdruk en groot het hoofd van Boudewijn. Ik was altijd al met esthetica van dingetjes bezig, al heb je dat als kind niet door. Dan vind je iets gewoon mooi.” Zijn echte moeder kent Parra nauwelijks, toen hij vier was kreeg zijn vader een nieuwe vriendin. “Dat is feitelijk mijn moeder. Maar met mijn vader heb ik toch altijd een veel sterkere band gehad. Hij maakte altijd alles voor me, zelfs mijn kleren. Daarmee werd ik niet gepest nee. Ik had juist veel vrienden. Misschien wel omdat we zo anders waren. Als je bij een van mijn vriendjes thuis kwam, ging je waarschijnlijk een computerspelletje spelen. Bij mij ging je iets zagen, of met een pijl en boog op kraaien schieten.” Door al het verhuizen weet Parra niet meer in welke dorpen hij precies gewoond heeft. “Wat je er wel aan overhoudt, is dat je goede vrienden maakt voor even, en die kan je heel makkelijk weer losknippen. Als ik verdwijn, verdwijn ik. Ik kan dingen heel goed achter me laten.” Op de middelbare school begon hij met skateboarden. “Dat was toen nog niet hip. Het was een magische periode. Het werd een levensstijl, je hoorde bij een groep mensen die hun eigen ding deden. Daar kon ik me helemaal in vinden. Ik heb nooit van massale dingen gehouden. Ik weet nog dat ik de kleuterklas ben uitgerend toen ze de vogeltjesdans met zijn allen deden.” Op de Havo kon Pieter makkelijk leren, maar hij had weinig affiniteit met school. “Mijn vader vond school een belachelijke instelling. Hij heeft tot zijn zestiende op de lagere school gezeten en toen geen vervolgopleiding meer gedaan. Als ik thuis liep te zeuren dat Frans stom was, gooide hij het boek met woordjes uit het raam. Dat hoefde ik zelf niet meer te doen.” Luister naar het hele interview met Pieter Parra uit Ziel & Zaligheid