Vijftien jaar geleden stonden we nog in een kringetje op de dansvloer onze hoofden te bewegen op de stoere mannen-nummers van toentertijd. Om je handen een plaats te geven in plaats van je zakken, deed je maar alsof je daadwerkelijk gitaar kon spelen. Voor diegenen die het wél konden, was het naspelen van de solo’s een koud kunstje. We hebben het allemaal wel eens gedaan. En ja, de cultuurprovincie bij uitstek is hier allemaal geen uitzondering op. Gelukkig kunnen de meesten van ons lachend terugkijken op deze vergane glorie. “Toen had ik nog haar tot op mijn kont.”
Er was eens een commerciële televisiezender die het idee van George Orwell verkrachtte en deed waar ze goed in is; commercie. Het begin van het eerste seizoen werd dan ook gekenmerkt door het gonzende straatplein over de (inmiddels allang weer vergeten) deelnemers in ‘Het Huis’. Neerlands bejaarde bovenbuurvrouwen keken net zo enthousiast het tweede seizoen. Maar heeft daarna iemand het einde nog meegekregen? En wat hebben we een grootheden voortgebracht door ons aller gedreven buiskijken; Persoonlijk mag ik me verheugen op de publieke stupiditeit van Kelly. Maar wat de meerwaarde van ‘effe knuffelen’ Ruud is in deze maatschappij blijft mij een groot raadsel. Zij zijn net op tijd gestopt. Hier houdt het helaas niet op; Er is meer.
Talpa, nu al mijn favoriete zender, had nog een gaatje in de programmering. Ze laten het ook nog eens omlijsten door de vertegenwoordiging van alle blonde vrouwen in het land. Wat een succes!
Hier komt het verband:
Vorig jaar zag ik het nog als grappig. Er zijn in Limburg kampioenschappen voor luchtgitaar spelen. Maar goed dat ik de voorrondes gemist heb. “Ow, wat leuk, er zijn ook nog landskampioenschappen”, hoor ik mezelf gniffelend doch verontrust zeggen. Dat houdt dus in dat het niet enkel een limburgs fenomeen is. “Natuurlijk zijn we er trots op dat iemand uit onze provincie landskampioen is geworden. Net zo trots als dat Miss Limburg zou zijn verkozen tot Miss Nederland...” Hier houdt het helaas niet op; Er is meer.
Ondergetekende stond op een nationale feestdag gezellig bandjes te kijken in een eenvoudig clubje in onze provincie. Nu vraag ik me nog steeds af of er sponsorgeld mee gemoeid was of dat ze geen bands genoeg bereid hadden gevonden. Maar het akelige gevoel dat de organisatoren het zelf echt leuk vonden, bekruipt me wel. De lokale held en luchtgitaarspeler moest en zou zijn kunnen tonen op het podium. Het podium was laag genoeg om enkel de muziek te hoeven horen. Mede daardoor heb ik de toegift ook nog overleefd. Maar wacht, er is meer.
Het is wederom (gelukkig) volkomen aan mij voorbij gegaan dat het seizoen was aangebroken. De nieuwe kampioenschappen hebben plaatsgevonden. En nu zijn we natuurlijk nog trotser dan vorig jaar. Want onze limburger heeft de wereldkampioenschappen gewonnen. Roermond staat op de kaart, maar geen Lingo. Dit houdt in dat we nog een paar dagen worden doodgegooid met berichten over hoe onze roermondse held de wereld veroverd heeft met zijn kunnen. “Het is geen muziek, het is een kunstvorm.” Natuurlijk Michael, alles wat ik zelf niet kan is kunst. Maar stop je wel op tijd, of heeft John je nummer nog niet?
Ik mag hopen dat, als we eenmaal een aantal jaren enkel brandnetelensoep hebben gegeten en geluisterd hebben naar de stilte, we weer op vol vermogen luisteren naar de goddelijke klanken van Brian May, Wes Montgomery en John Petrucci. En dat dit incidentje op onze kleine blauwe planeet snel vergeten mag zijn. Behalve als Kelly wereldkampioen zou worden, want ze is de man met de lekkerste tieten. En dat verkoopt!
Je kunt net zo goed gebakken lucht spelen bij Talpa
Air-guitar in the Netherlands
De economie stagneert, bands treden minder op, niemand verdient meer iets aan de muziek, jongerencentra moeten sluiten, de subsidies voor sport worden uitgebreid en concerten worden nog maar mondjesmaat bezocht. Wat doe je dan? Iets goedkoops, iets eenvoudigs, iets herkenbaars en iets wat uitgemolken kan worden tot op het bot. En misschien nog wel verder. Wanneer houdt het op?