In den beginne was er chaos, en geluid was nog zonder vorm. Soundscapekunstenaar Alienbaby Collective opent met lynchiaans vervreemdende contrabastonen uit haar gitaar. Even later horen we ruis met distortion. Ze legt de klankkast van een gitaar op haar gezicht om er met distortion op te spelen, herhaald door een looper. Lieflijke en rustgevende lage tonen volgen, die langzaam steeds meer vervormd raken. Er valt langzamerhand iets van een melodie te ontdekken.
Wat zou het tweede nummer brengen? Het begint met distortion, dan volgt een geloopte baslijn op gitaar. Alienbaby Collective speelt iets melodisch, dat langzamerhand wordt vervormd. Voor het eerst volgt er (geloopte) zang. Door de discolampjes krioelen er sterren of vuurvliegjes door de verder duistere Resistor. Ze houdt een dictafoonachtig apparaat bij haar gitaar, er komen vreemde stemmen uit.
Aha, Alienbaby Collective stapelt laagjes geluid, als een lasagne of een geoloog op veldwerk. Het resultaat is dat dit eenpersoonscollectief - van de drie acts van vanavond - het bijzonderste geluid heeft. Door het gebruik van distortion en loopers doet het proces vaag denken aan Tara Pasveer, maar het resultaat is heel anders, gitaargedrevener en minder sprookjesachtig.
Er volgen nog nummers met arpeggio's, vogelgeluiden en bij ‘Waves II’ een hamerende, repeterende bas, als bij Alamo Race Track. Voor het slotnummer vertelt Liú Mottes: “Ik was de tijd vergeten, dus ik speel nog even. Ik weet niet of het nog kan, maar ik denk het wel.”