Uiteenlopend muzikaal aanbod op tweede dag WinterWelVaart

Warmste festivaleditie ooit gaat van americana tot necropop

Tekst: Abel de Kam Foto's: Jan Lenting en Harold Zijp ,

Het blijft een wat apart festival, dat WinterWelVaart. De rijen kraampjes met kaarsen, sloffen en gerookte paling zorgen voor de sfeer van een winterse braderie, waar een serieuze muzikale programmering tegenover staat. Dit zorgt ook voor een gevarieerd publiek, dat soms verbaasd lijkt op een van de vele prachtige oude schepen opeens een band tegen te komen. Toch is er ook op zaterdag veel moois te zien op de verschillende locaties.

Op de Nicolaas Mulerius wordt het avondprogramma geopend door het Utrechtse vijftal Boyle. De band heeft een aantal maanden geleden het debuutalbum Release uitgebracht en speelt vooral materiaal van deze plaat. Boyle maakt lome gitaarmuziek, met invloeden van new wave en folk. De nummers van de band zijn sterk, maar komen vanavond niet goed uit de verf. Vooral de zang van frontman Marten Timan is onvast en dat komt de nummers niet ten goede. Bij de instrumentale stukken overtuigt de band het meest: het golvende gitaarspel tussen Timan en gitarist Jasper van der Steen is mooi en komt goed tot zijn recht in de intieme ruimte.

Waar het schip bij aanvang nog halfvol stond, wordt het gedurende de set steeds drukker. Toch blijft het optreden wat vlak. Ook bij de twee nieuwe nummers die de band ten gehore brengt, lijkt het speelplezier te ontbreken, wat ervoor zorgt dat de set niet echt overtuigt. Jammer, want aan de muziek is te horen dat Boyle meer in zijn mars heeft.

Aan de andere kant van de A-brug ligt de Willem Jacob, het schip waar dit weekend voornamelijk singer-songwriters te zien zijn. Hier speelt de Groningse Melle, een voor velen nog onbekende naam. Dat deze onbekendheid niet lang meer gaat duren, laat hij vanavond vanaf het eerste moment zien. Melle is een getalenteerd gitarist, die ogenschijnlijk met het grootste gemak melodische gitaarpartijen uit zijn mouw schudt. Met een loopstation creëert hij bij een aantal nummers een subtiele basis, waarover hij zijn sterk op americana en country geïnspireerde gitaarlicks speelt. Het plaatje klopt, mede door zijn baard en truckerspet, helemaal.

Het publiek is duidelijk gekomen voor een luisterconcert, want het blijft gedurende de set volkomen stil. Wanneer er tussen de nummers door gestemd wordt, wil dit nog wel eens wat ongemakkelijk aanvoelen. Hier speelt Melle nog op in met een grapje. “Normaal doe ik tijdens het stemmen een praatje, maar dat ben ik nu even vergeten." Hierdoor is de sfeer gelijk weer ontspannen. Het enige dat afbreuk doet aan Melles show is het feit dat hij niet beschikt over een sterke zangstem, waardoor zijn teksten niet zo goed aankomen als zijn gitaarspel. Toch weet hij de aandacht gedurende de set goed vast te houden. Bij het laatste nummer The Fisherman, dat door het loopstation groots wordt opgezet, zorgt Melle nog voor een meezingmoment dat het publiek gretig oppikt. Wanneer hij zijn gitaar neerzet en langzaam het volume van zijn pedaal wegdraait, blijft er een zingend publiek achter. Heel erg mooi.

Terwijl de avond vordert, zitten de terrassen rondom het festival dankzij het zachte weer nog vol met bezoekers, een vreemd gezicht tussen de kerstlampjes en verdwaalde deelnemers van de eerder op de dag gehouden Santa Run. Nog vreemder wordt het terug op de Nicolaas Mulerius, want daar speelt één van de meest opmerkelijke namen op het programma: Douwe Dijkstra en de sneue vertoning.

Het duo, zichzelf omschrijvend als “het neusje van de zalm op het gebied van de Noord-Nederlandse necropop”, brengt een droogkomische set met nummers over sterven en de dood. Voor het podium - opgeleukt met een doodskist, koffie en cake - staat het voor aanvang al goed vol met rumoerig publiek. Helaas blijft dat rumoer het gehele optreden aanhouden, waardoor de absurdistische teksten van Dijkstra soms slecht te verstaan zijn. Desondanks worden de gortdroge praatjes tussen de optredens goed door het publiek ontvangen. Vooral bij de tekst van het nieuwe nummer Dode Meisjes (Zeggen Geen Nee) wordt er hardop gelachen. Na elk nummer volgt enthousiast applaus.

Douwe Dijkstra en de sneue vertoning heeft een tot in de puntjes uitgedachte show. Van de stalen gezichten van de twee heren en de publieksparticipatie (één minuut stilte, gevolgd door een remix van The Last Post) tot het wilde dansen bij nummer Elektrische Stoel, alles klopt en het publiek vindt het prachtig. Wanneer de band het laatste nummer heeft gespeeld en aankondigt te zullen eindigen met drie gedichten loopt een deel van het publiek vast snel naar de uitgang. Keihard schreeuwend, en begeleidt door de sneue vertoning op blender, eindigt Douwe Dijkstra het optreden in een hoogtepunt van absurditeit.