Veel knusheid, weinig muzikale uitschieters op derde dag WinterWelVaart

Negende editie WinterWelVaart sluit af zonder grote knal

Tekst: Jesse Havinga & Abel de Kam Foto's: Jan Lenting en Jan Westerhof ,

Het was Groningen op z'n mooist, deze zondagmiddag. De tientallen masten van de historische schepen steken af tegen een heldere lucht, een felle zon, de walm van gerookte paling hangt in de lucht. De muziekprogrammering, die de afgelopen dagen zo sterk en verrassend bleek, is dat deze dag iets minder.

In de kleine en dus op WinterWelVaart altijd stampvolle kajuit van de Nicolaas Mulerius is het Groningse americanaduo The Sweeter Sins de eerste die vanmiddag een set mag spelen. Het tweetal, bestaande uit Henja Dijksterhuis en Arnold Nieborg, is een relatief nieuwe aanwinst voor de stad, maar heeft ondertussen al een behoorlijk aantal shows gespeeld. Vandaag, in deze intieme setting, zijn de zenuwen echter volop aanwezig. Het is de spanning van twee muzikanten die heel graag hun muziek laten horen, maar het zit ze af en toe wel wat in de weg. Het gitaarspel (zij slaggitaar, hij solo) is wat onvast, hoge noten worden niet altijd gehaald en zinnen worden vaak niet in de microfoon afgemaakt. Jammer, maar het doet niet heel veel af aan de charmante, rustige countryrock die de twee spelen. Veel liefde voor de traditie, getuige ook de covers van enkele groten der country-aarde. Zo komen Gram Parsons en The Jayhawks langs, maar het leuke is dat de zelfgeschreven nummers goed overeind blijven tussen deze klassiekers.

Nog een Gronings duo, iets later op de dag op dezelfde boot. Al tijdens de soundcheck stroomt het schip gestaag vol voor My Dearest Dear. De lievige singersongwriters zijn in zekere zin de prototypische WinterWelVaart-act: de gezelligheid die ook zeker af en toe omslaat in kneuterigheid, de warmte die op een gegeven moment verstikkend wordt, de onophoudelijke lievigheid waarvan je op een gegeven tiepelzinnig wordt en gaat hopen dat iemand eens wat stennis schopt. Want de folky, slowcore-achtige liedjes zijn subtiel – zeker – en de (samen)zang is mooi, maar na een nummer of drie hoop je toch echt op iets verrassends, iets dat de stemming even doorbreekt en de aandacht trekt. Met gitaren in alle mogelijke formaten en zulke goede stemmen behoort dat absoluut tot de mogelijkheden.

In een goedgevulde Tromp staat Marble Heart op het programma. De band speelt gewoonlijk als kwartet, maar is voor de gelegenheid als trio aangetreden. De heren hebben er overduidelijk zin in, want al bij het eerste nummer wordt er gespeeld met een brede glimlach op het gezicht. Marble Heart maakt catchy, energieke poprock, en speelt zijn nummers vandaag in een wat uitgeklede versie. “Dit is voor ons eigenlijk semi-akoestisch”, grapt zanger Bram Vink bij het derde nummer, wat normaal naar eigen zeggen “knoepertjehard” gespeeld wordt. Zo kalm blijft het nou ook weer niet, maar de nummers komen in een nieuw jasje goed tot hun recht. Naarmate de set vordert worden er wat meer groovy nummers ingezet, waaronder een blues die het publiek goedkeurend doet meeknikken. Dat de zang van Vink zo af en toe wat wiebelig is, en in de samenzang met bassist Rick Lammers ronduit vals, doet niets af aan het plezier dat band en publiek met elkaar hebben. De ontspannen praatjes tussen de nummers door zorgen voor een relaxte sfeer, en dat is precies wat de bezoekers van de Tromp deze middag willen.

Aan lokale rockveteranen The Monroes de schone taak om de bezoekers van de Tromp nog één keer om de oren te slaan met een stevige portie rock ’n roll. Vandaag uitgebreid met een toetsenist spelen de heren én dame veel nieuw werk. Dat de band al een aantal jaren samenspeelt is goed te zien aan de interactie binnen de groep. De eerste nummers worden vrijwel allemaal samen gezongen door de beide gitaristen, wat direct veel energie geeft aan het begin van de set. Ondanks de technische problemen - die tot wel drie keer toe terugkeren - speelt de band dapper en enthousiast door. Ook hier straalt de lol in het muziek maken weer van de gezichten van de bandleden.

Hoogtepunt van de set is toch wel het nieuwe nummer Baby Be Mine, dat ondanks een stroeve start opbloeit tot een dreigende westernsong. De band speelt met plezier, maar het optreden vliegt nergens echt uit de bocht. De constante kwaliteit zorgt er voor dat het soms wat degelijk blijft, terwijl het spel van gitarist Arnold Nieborg verraad dat er nog meer uit te halen valt. De cover van The Kinks die de band speelt brengt hier ook niet veel verandering in, maar al met al spelen The Monroes een onderhoudende set waarmee het publiek tevreden naar huis kan.