CD-presentatie Partiboi staat voor goede muziek en melige humor

Braadworst, disco en dansen in Viadukt

Tekst: Lilian Zielstra Foto's: Harold Zijp ,

Reyer Boxem, Henk Veenstra en Anita Sferrazza zijn Partiboi. Met zijn aanstekelijke Europop en melige humor weet het trio elk publiek mee te krijgen, maar een album was er tot dusver niet. Tot deze zaterdag: Partiboi presenteert zijn debuutplaat in Het Viadukt en tovert een grijns van oor tot oor op het gezicht van menig bezoeker.

Achter het podium hangt een groot scherm waarop plaatjes worden geprojecteerd. Bij binnenkomst kijken we daarom naar een afbeelding van een braadworst, met wat blaadjes sla. Er wordt gewezen, gelachen, bier gedronken. De sfeer is ongedwongen en het publiek zit er al in voordat er überhaupt muziek is gespeeld.

Het voorprogramma wordt verzorgd door André Dodde, die op een orgeltje en een Minimoog speelt en een sfeervolle performance neerzet. Maar, het wachten is natuurlijk op Partiboi. Plotseling verschijnt er een groep mensen bovenaan de trap: een vrouw, een man in een worstelmasker, een dichter in pak en een gitarist. Samen kondigen ze Partiboi aan, in het Portugees, Spaans en Nederlands. “De gitaar is een zestalig gedrocht”, zegt de dichter. “De bas is seks. De drum is het geweten. Partiboi is deep throat voor gevorderden, met schaamhaar tussen je tanden.”

Gitarist Boxem zit geknield bij zijn synthesizer en houdt zijn vinger omhoog. Bassist Veenstra en drummer Sferrazza kijken elkaar aan, en dan wordt er een lekkere beat ingezet. De nummers zijn erg dansbaar en vrolijk. Het doet denken aan de europop van de jaren zeventig, met deuntjes op de gitaar en de synthesizer die in je hoofd blijven zitten. Partiboi zingt in maar liefst vijf talen (Nederlands, Engels, Duits, Frans en Italiaans) en het favoriete onderwerp is seks. Een greep uit de titels van de nummers: Ménage à Trois, Striptease Bar en (It Ain’t Gonna) Suck Itself. “Gotta help me, gotta help me”, zingen de bandleden bij die laatste. “It ain’t gonna suck itself.”

Het is spelen met muziek. Op een gegeven moment staan Veenstra en Boxem tegenover elkaar, elk met een synthesizer. Ineens horen we een stukje A Forest van The Cure tussendoor. Zo kun je constant worden verrast. Boxem is behendig met de gitaar. Ook speelt hij op charismatische wijze met het publiek. Veenstra steelt de show bij het nummer (Je Suis) Purée, wanneer hij een gelikt basloopje ten gehore brengt. Sferrazza is een vaardig drummer en een goede zangeres. De bandleden zingen overigens allemaal en hun stemmen passen goed bij elkaar: de lage stem van Veenstra, de ruwe stem van Boxem en de meisjesachtige stem van Sferrazza. Het plezier spat er vanaf en de band eindigt hun optreden met de hit My Video, over porno.

Aan Sytse Sneekweek de taak om de avond af te sluiten. Deze Friese volkszanger, natuurlijk bekend van zijn hitsjes als Paëlla en Cappuccino, weet het publiek te amuseren en te raken met zijn uit het leven gegrepen kunst. Het is melancholisch, maar met een knipoog - vooral wanneer hij tegen een stoel oprijdt en daarbij de hele tijd “stoeltjes, stoeltjes” zingt.

Op het scherm verschijnt een plaatje van een frikandel speciaal. Het publiek danst nog even door, de bandleden van Partiboi voorop.