Nick Mulvey krijgt het publiek met gemak muisstil

Sprakeloos en aandachtig aanschouwt het publiek het prachtige optreden van Nick Mulvey met zijn band

Tekst: Esmée Koeleman Foto's: Bob de Vries ,

Van percussionist bij de Britse jazzband Portico Quartet tot singer-songwriter in de popscene. Nick Mulvey maakte deze grote overstap, met groot succes als gevolg. Nadat hij in mei van dit jaar zijn debuutalbum First Mind uitbracht, stond hij afgelopen zomer op North Sea Jazz, Lowlands en Into the Great Wide Open. Mulvey combineert muziekinvloeden uit Cuba, Congo en Mali met een hypnotiserende groove, waardoor zijn muziek zeker niet standaard te noemen is. Samen met zijn vierkoppige band staat Nick Mulvey vanavond in de bijzondere Stadsschouwburg in Groningen.

De Britse singer-songwriter Eaves opent de avond in de bijna uitverkochte Stadsschouwburg. In een kort halfuurtje speelt Eaves samen met zijn gitaar zes nummers. De muziek van Eaves, met invloeden van Radiohead, Neil Young en Tim Buckley, past precies in de setting van de avond: fijn luisteren op mooie stoelen in de prachtige Stadsschouwbug.

Na Eaves volgt een korte pauze, en nadat kleine dingetjes op het podium verbouwd zijn, komt Nick Mulvey met zijn band onder luid applaus van het publiek het podium op. Nick Mulvey zet meteen zijn eerste nummer April in, en zijn vingervlugge gitaarspel laat monden in de zaal openvallen. En niet alleen zijn gitaarspel doet verbluffen, ook Mulveys stemgeluid staat als een huis.

In zijn nummers speelt hij meerdere melodielijnen door elkaar, en door met het volume tussen die melodielijnen te spelen, komt de nadruk van de ene op de andere melodie te liggen.  Door dit unieke en interessante geluid luistert het publiek het hele optreden lang aandachtig naar de nummers. Na het tweede nummer House of Saint Give Me vraagt de singer-songwriter: “How are you all doing?”, maar slechts een man of vijf schreeuwen wat door de zaal als antwoord. Het is duidelijk dat de zaal liever zit, luistert, kijkt en zwijgt, dan dat er gejuicht en geschreeuwd wordt voor het optreden.

Zoals het gitaarspel van Nick Mulvey niet standaard is, is zijn band dat zeker ook niet. Naast een drummer bestaat de band uit een contrabassist, een toetsenist die wisselt tussen keyboard en synthesizer, en een ukelele-tamboerijn-mandoline spelende zangeres. Het optreden is dynamisch, want er wordt niet alleen gewisseld tussen de instrumenten, maar er worden ook nummers met de band en helemaal zonder gespeeld. Na het zesde nummer Juramidam verdwijnt de band even van het podium en speelt Mulvey de nummers I Don’t Want To Go Home en The Trellis solo.

De show ‘eindigt’ met de supercatchy single Cucurucu, zó catchy dat het zwijgende publiek – dat al de hele avond alleen een mooi applaus na de nummers geeft – zowaar met de muziek mee begint te klappen. Na het nummer verlaat Nick Mulvey met zijn band het podium, maar de mensen willen meer. De zaal trommelt met de voeten op de grond en fluit en juicht voor een toegift, waarna Mulvey en de band weer het podium opkomen. De laatste nummers, waarvan één solo, maken het optreden compleet. Onder een groots applaus en staande ovaties, verlaten Nick Mulvey en de bandleden de zaal. Het publiek is voldaan.