Niet alleen de leden van TRAAMS leerden elkaar in een club kennen. Ook Vera-medewerkers vonden elkaar in de Groningse 'Club For The International Pop Underground'. Niet tevreden met de bands die ze op hun eigen Downstage zagen langskomen, besloten enkele medewerkers het beter te gaan doen.
Na enkele wisselingen in de formatie is er inmiddels Man Hug II - bestaande uit drie Downstagers en een Zienema-medewerker - dat in december zijn debuut maakte in de Vera Kelderbar en nu de Grote Zaal mag opwarmen voor de hoofdact. Als je de facebookpagina van het gezelschap moet geloven, is het slechts hun tweede optreden in deze formatie, maar het gezelschap lijkt zich wel thuis te voelen op het hoofdpodium van Vera.
Zelf beweert de band fuzzy feedbacknoise te maken, maar er zijn veel verschillende invloeden hoorbaar. Aanvankelijk weet de zanger bijvoorbeeld zo'n rauwheid in zijn stem te leggen die in de verte doet denken aan Lemmy Kilmister van Motörhead, maar dat laat hij na het eerste nummer al varen. Verder zijn er vooral veel punkinvloeden hoorbaar. De teksten, melodieën, gitaarriffs en drumbeats hebben catchy elementen die doen denken aan Black Flag en soms Ramones. Ze voeren je terug in de tijd en heel even waan je je in de punkscene van de jaren zeventig en tachtig.
Hoewel Man Hug II zich ogenschijnlijk wel thuis voelt, ogen de mannen van TRAAMS aanvankelijk wat ongemakkelijker op het podium. In het begin komt de set enigszins geroutineerd over. Het trio lijkt er stiekem niet zoveel zin in te hebben. De mannen jagen de set er doorheen en maken alleen tijd om met handgebaren het publiek wat naar voren te krijgen.
Ondanks dat de toegang voor bezitters van de Vera Clubkaart en de allerlaatste editie van de Vera Krant gratis is, is Vera maar matig gevuld. De spaarzame bezoekers die helemaal vooraan bij het podium staan, maken dan ook dankbaar gebruikt van de ruimte. Gelukkig worden de bandleden later wat losser, wat zich uit in een strakke set en waardoor duidelijk wordt hoe TRAAMS aan deze goede live-reputatie komt. De zanger en gitarist lijken het talent van de band, de drummer en bassist zorgen voornamelijk voor het ritme.
Hoewel het geheel wel strak in elkaar zit, is het niet allemaal even spannend. Er zijn eigenlijk maar twee echte uitblinkers in de set: Fibbist en Flowers. Zeker bij de laatste ontstaat vooraan bij het podium een klein pitje en bewegen steeds meer mensen in de zaal enthousiast mee. Flowers mondt uiteindelijk ook uit in een instrumentaal lange pre-toegift waarin de bandleden helemaal losgaan. De catchy tekst "I don't even know your number, and you don't even know my name" blijft daarna nog eindeloos in je hoofd hangen.