Robert Bangma blikt terug op vijftien jaar in het Groninger popcircuit

Directeur Vera en Simplon aan de slag bij Academie voor Popcultuur in Leeuwarden

Tekst: Robert Haan Foto's: Jan Westerhof ,

Menig vrijwilliger bij Simplon en Vera moet afgelopen 1 april verbaasd hebben opgekeken bij het openen van de mailbox. Het bericht dat Robert Bangma stopt als directeur, was de basis voor een goede 1 april grap. Toch was het waar. Vanaf 1 juni is hij directeur af en gaat hij bij de Academie voor Popcultuur in Leeuwarden aan het werk als hoofd popcultuur. 3voor12 groningen ging met hem in gesprek: over Vera en Simplon, het popcircuit in Nederland in het algemeen en in Groningen in het bijzonder.

Vera en Simplon

We spreken Robert op zijn kantoor in Vera, waar hij bezig is met zijn laatste weken in dienst van het poppodium. De voorliefde voor muziek en popcultuur was er altijd al, maar niet per se op een beleidsmatig niveau: "Via de toenmalige sociale academie wilde ik met de opleiding Sociaal-Cultureel Werk uiteindelijk bij een poppodium aan de slag gaan als programmeur." Later bleek dat, ondanks de voorliefde voor muziek, de persoonlijke aandacht en focus voor alleen maar programmeren ontbrak. Bij het Bolwerk in Sneek, kwam Robert er voor zichzelf achter dat een meer centrale rol binnen die organisatie hem wel erg goed bleek te liggen. ''Op verschillende niveaus bezig zijn in zo’n podium en meer bezig zijn met de algehele vorm, in plaats van de specifieke inhoud, beviel me goed. Op een gegeven moment kwam er een vacature vrij hier in Vera. Ik kwam er toen al wel eens als bezoeker. Het eerste concert dat ik bijwoonde was van The Sound. De tweede show was het legendarische concert van de Bad Brains, waarbij de band los van het toegift alleen maar reggae speelden, tot grote onvrede van het publiek. Mensen wezen mij toen op die vacature, ik reageerde en werd uiteindelijk aangenomen.''

In de periode sinds het aantreden van Robert Bangma is er ook het nodige veranderd. Voordat hij de directeur was, had Vera zowel een zakelijk leider, Wim Feijen, als een artistiek leider, Peter Weening. ''Dat bleken eigenlijk twee kapiteins op één schip te zijn. Die twee botsten uiteindelijk enorm met elkaar, waardoor de zakelijk leider toen vertrokken is. Vanaf toen is vanuit Vera ook bepaald om één persoon aan te stellen die eindverantwoordelijke van de club is.'' 

Het klimaat binnen Vera is toen ook geswitcht van een vrijblijvende instelling naar een meer systematische houding, niet in de laatste plaats ook vanuit wet en regelgeving. ''Vrijheid is er binnen de club altijd wel geweest. Daarentegen is er nu veel meer ruimte binnen Vera geweest voor eigen initiatief. Daarin zijn we ook steeds meer gaan faciliteren. Of het nu gaat om het organiseren van een klein festival of het uitbrengen van liveopnames van concerten in Vera op 7 inch; dat soort initiatieven helpen we graag op weg.''

Groningen als popstad

Dat is verder ook wel logisch in een popstad als Groningen, waar het aanbod in breedte ook steeds groter is geworden. ''Als Vera en Simplon kunnen we lang niet alles doen, dus daarom is het alleen maar mooi dat we nu ook initiatieven als Lepel Concerts, de Gym en EMG Faktors hebben. Het is wel af en toe de vraag of dat inhoudelijk niet te veel botst. Als zowel de Gym als Vera op dezelfde avond een leuk bandje heeft geprogrammeerd, waardoor je in beide zalen maar de helft van de bezoekers hebt, dan hebben beide zalen er niet zoveel aan.''

Het vertrek had niet per se één aanwijsbare reden. ''Dit kwam op gang doordat ik door de popacademie gevraagd werd of ik interesse had in die functie. Dat zette me wel aan het denken, met als resultaat dat ik wel op het aanbod in ben gegaan. Vijftien jaar is ook best wel lang en het is mooi om te vertrekken in de wetenschap dat zowel Simplon als Vera er nu goed en financieel gezond voor staan. De vrijwilligers- en medewerkergroepen staan als een huis en de nieuwe beleidsplannen en subsidieaanvraag zijn ook ingediend. Bovendien lijkt mij de functie op de popacademie ook erg interessant.''

Niet alleen beide podia, maar ook Groningen als muziekstad doet het volgens Robert Bangma prima. ''Wat dat betreft doet Groningen het goed als je kijkt naar Amsterdam en Utrecht, de grootste muzieksteden van Nederland. Tegelijkertijd is het wel spannend voor clubs buiten die twee steden. Als bands touren dan komen ze het eerste naar Amsterdam en Utrecht en is het voor andere steden soms erg lastig om een gewilde artiest binnen te slepen. De Oosterpoort, Simplon en Vera merken dat allemaal.'' Uiteindelijk gaat het wel om de kaartverkoop, aldus Bangma.

Ook is de muziekscene een stuk meer gespreid dan in de jaren tachtig, negentig en begin 2000, omdat het aanbod ook groter is geworden. ''Als je niet naar Vera gaat voor een concert, dan ga je misschien juist wel naar de Gym of pak je de trein en ga je naar Amsterdam. En voordat je besluit een kaartje voor een concert te kopen, zoek je vaak wel livebeelden op Youtube om te kijken wat je kan verwachten.'' Met het groeiende aanbod aan concerten en festivals moeten Vera en Simplon daarom goed blijven anticiperen, volgens Bangma. ''Tegelijkertijd blijven de podia in Groningen wel een eigen karakter houden en weet het publiek de podia op wat voor manier altijd wel weer te vinden. Juist als je blijft zoeken naar je eigen toegevoegde waarde, dan sta je als podium en als popstad sterk.''