Jan Kooi: "Die jongens hebben een hele plaat klaar!"

Ontdekker traumahelikopter en Afterpartees over label Kogar Records

Tekst: Saskia Evers Foto's: Jan Westerhof, Harold Zijp, Bob de Vries, Bernard Bodt en Oscar Anjewierden ,

Bands als Afterpartees en traumahelikopter worden vaak in één adem genoemd met Jan Kooi, zowel eigenaar van Kogar Records als mede-eigenaar van platenzaak Elpee. Beide bands werden door Kooi in Vera ontdekt, waarna de debuutsingles op zijn label uitkwamen. Donderdag 26 november keren de heren van Afterpartees terug naar Vera waar "Papa Jan Kooi", zoals frontman Niek Nellen hem op Noorderzon noemde, tussen de optredens door de plaatjes draait. 3voor12 groningen ging op bezoek bij de labelbaas om te praten over Kogar Records, de kennismaking met beide bands en eventuele toekomstplannen.

Zelf heeft platenzaak- en labeleigenaar Jan Kooi nooit in een band gezeten, maar in de schrijvende vorm is hij al sinds de jaren tachtig veel met muziek bezig. De toenmalige rechtenstudent miste nieuws over popmuziek in de Universiteitskrant van Rijksuniversiteit Groningen. Daarom meldde hij zich bij de redactie en werkte er vervolgens tien jaar als columnist. In datzelfde decennium schreef hij ook voor muziekblad Vinyl. Sinds een jaar of dertig werkt hij bij platenzaak Elpee waar hij, samen met Jan Gorter, inmiddels zo'n tien jaar eigenaar van is. Kogar Records werd opgericht in 1993.

Volgens Kooi was er in het begin van de jaren negentig een golf aan nieuwe surf- en garagebandjes. In Vera vond destijds het beroemde Rumble Grunnen Festival plaats met bands als The Firebirds, The Krontjong Devils, Green Hornet en nog zo'n twintig bands. "Groningen was eigenlijk wel dé plek in Nederland waar al die surf- en garagedingen gebeurden. Met name The Firebirds speelden heel veel. Dat was altijd een enorm feest." The Firebirds brachten echter geen platen uit en dachten ook niet in dat soort termen, aldus Kooi. "Het was dezelfde tijd dat in Amerika heel veel kleine labels wel singles uitbrachten van surf- en garagebandjes. Toen dacht ik: verdomme, het is verrekte zonde dat deze bands niet worden vastgelegd. Laat ik dat eens gaan doen."

Via een vriend van Crypt Records had Kooi huisproducer Mike Mariconda leren kennen. Aangezien de producer al eens bij hem had gelogeerd, ontstond bij Kooi het idee om Mariconda te vragen de single van The Firebirds te produceren. Mariconda stemde toe en hoefde daar alleen kost en inwoning voor terug.

Vervolgens namen The Firebirds en vrijwel gelijktijdig ook The Beavers hun eerste single in Beetgum op. "Die eerste twee singles waren heel snel weg. Ik had er vijfhonderd van elk gemaakt. De reacties daarop wereldwijd en in het garagewereldje waren zo enthousiast, dat een aantal Amerikaanse leveranciers heel veel afnamen. Ik was er eigenlijk in een paar weken doorheen." Een extra oplage van nog eens 500 raakte hij eveneens snel kwijt. "En toen had ik een label", aldus Kooi. Dat label kreeg de naam Kogar Records, dat overigens niet staat voor Kooi's Garage zoals menigeen denkt, maar verwijst naar aapje Kogar uit de cultfilm Rat Pfink a Boo Boo.

Na het ontstaan van het label stuurden bands als The Apemen uit Noord-Brabant tapejes en ging Kooi zelf ook actiever op zoek. Omdat hij niet bekend wilde staan als surf- en garagelabel koos de Groninger bij de derde single echter eerst voor punkrockband Jabberwocky. "Op zich denk ik niet in termen van genres, maar het is puur bij toeval wel als surf-garageding ontstaan", vertelt hij. Voordat Kogar Records tijdelijk in slaap suste, verscheen in 1999 Kooi's favoriet, I Live On Rocket Street van Hot Pockets; een gelegenheidsbandje rondom de Canadese Adam en leden van onder andere The Krontjong Devils en The Firebirds.

Pas in 2010 werd het slapende platenlabel wakkergeschud door traumahelikopter. Op het jaarlijkse verjaardagsfeestje van Robert Stipje trad de band op met Loud Squirt en Nobunny. "Ik dacht what the fuck is dit en waar komt dit vandaan? Fuck, ja dat is Mark, die ik ook wel eens zie in de winkel als hij platen koopt." Kooi had geen idee dat Mark Lada in een band zat en dit soort muziek maakte. "Het deed me gelijk denken aan allerlei dingen die ik leuk vond, van The Cramps tot The Gories, tot meer garagepunkdingen. Dat kwam voor mij zomaar uit de lucht vallen, traumahelikopter. Ik vond het echt heel bijzonder." Na dat optreden knoopte Kooi een gesprek aan met bandleden Mark Lada en Daan van Dalen, wat uiteindelijk leidde tot single Prey / Predator.

Vervolgens was het traumahelikopters drummer, Roel van Merlot, die de labeleigenaar attendeerde op Afterpartees. Toen de Limburgers de support in juni 2013 voor The Black Cult verzorgden in de Vera Kelderbar, was Kooi er dan ook bij. "Het blies me gelijk helemaal weg. Ik stond naast iemand, die ook wel veel van muziek weet en helemaal fan was. Ik zei: godverdomme, die jongens hebben een hele plaat klaar!"

Over het optreden vertelt hij: "Die hele show was zo uitgebalanceerd. Drie kwartier lang louter hits met een paar mooie covers en een geweldige frontman. Alles wat er nu versterkt uitkomt, zat er toen ook al in; alleen net iets lolliger en wat provisorischer allemaal. Het begon al toen, vlak voordat ze zouden beginnen met optreden, Niek zei: 'We gaan zo beginnen, maar de band moet nog even urineren.' Ik moest daar zo om lachen. Hij zei dat op zo'n relaxte manier. Voor het optreden was de kelderbar eigenlijk al verkocht."

Na het optreden stapte Kooi, volgens eigen zeggen al flink dronken, op frontman Niek Nellen af en vertelde hoe geweldig hij het optreden vond. "Toen begon ik er natuurlijk over te blèren dat we misschien maar eens een single moeten doen", aldus de man achter Kogar Records.

Hoewel de Limburgers het nooit rechtstreeks tegen hem hebben gezegd, las Kooi later in interviews dat ze hun twijfels hadden en het schaarden onder dronkenmanspraat waar niets van zou komen. "Ze bestonden toen al een jaar of twee, maar het bleef een beetje hangen bij hen in de buurt, in Horst en omgeving. Ze hadden wel wat tapejes rondgestuurd naar labels en zalen, maar niemand was geïnteresseerd. Ze kennen mij ook niet natuurlijk en ik was een overenthousiaste fan. Maar ze hebben daarna wel vrij snel ontdekt dat ik traumahelikopter gedaan had, dat ik wel echt een label had en blijkbaar wel serieus was."

Voor zowel traumahelikopter als Afterpartees ging het balletje na de debuutsingle flink rollen. Dat zoiets gebeurt met een band op zijn label is volgens Kooi iets eenmaligs. De eerder uitgebrachte singles waren marginaler en voor een veel selectiever publiek. Kooi vertelt: "Toen ik Afterpartees zag, wist ik gelijk wel dat de potentie veel groter was dan alles wat ik ooit gedaan had. Omdat het én wat alternatief én wat garage én wat pop, maar ook wel mainstream is. Bijna iedereen kan dat leuk vinden."

Ondanks het eenmalige karakter, vindt Kooi het wel een prachtige ervaring. "Ik vind het heel mooi om dat proces een keer meegemaakt te hebben. Van iets dat je heel klein oppikt in de Vera Kelderbar, dat via een paar tussenstapjes naar een band gaat die opeens op Pinkpop en op Lowlands staat en om de haverklap op Hilversum 3 te zien en te horen is." Niet alleen leverde het de bands veel op, maar ook het label kreeg veel aandacht wat indirect weer doorwerkte naar Elpee.

Het volgende project van Kooi wordt wederom iets marginalers, namelijk een single van The Kryng uit Drenthe. Eigenlijk wilde hij al jaren iets vastleggen van de band, maar de kwaliteit van de opnames was nooit hoog genoeg. Dit keer heeft frontman Mark ten Hoor echter hulp van Arjan Spies van The Kik. "Nu hebben ze een keer iets opgenomen dat ik denk fuck, wat klinkt dit goed zeg", vertelt Kooi. Hoewel hij verwacht dat de bijdrage van Spies wel extra aandacht oplevert, is hij al blij als er driehonderd singles verkocht worden.

Deels heeft dat ook te maken met de frontman. Waar Mark Lada en Niek Nellen het publiek weten te entertainen, is Ten Hoor meer in zichzelf gekeerd en staat hij met gesloten ogen op het toneel een nummer te spelen. Toch vindt Kooi dat niet erg: "Ik zit ook wel een beetje zo in elkaar dat ik nu liever iets ga doen waarvan ik niet gelijk verwacht dat het net zo’n succesverhaal wordt als de laatste twee singles", vertelt hij. "Anders wordt het zo voorspelbaar. Er zijn nu misschien wel mensen die verwachten dat als ik weer een single ga uitbrengen ze er van alles mee kunnen. Je moet het mensen ook niet te makkelijk maken."

Een succesnummer hoeft het voor Kooi dus niet per se te worden, hoewel dat natuurlijk wel mag, maar dat is niet waar het hem om gaat. Hij moet echter wel een klik met de band hebben. Als de klik er niet is, houdt het op, zelfs als hij het live en op plaat niet slecht vindt. "Het moeten wel echt mensen zijn die bij wijze van spreken mijn vrienden zouden kunnen worden. Anders kan ik het niet opbrengen. Met zo'n label als ik heb: je verdient er geen stuiver aan en het is heel veel werk. Er moet wel iets zijn om het voor op te kunnen brengen." Is de klik er niet? Dan verwijst hij de band echter wel graag door naar een ander label.

Opvallend is dat Kogar Records eigenlijk alleen debuutsingles uitbrengt. Kooi ziet zijn label vooral als een middel om een band een klein zetje te geven. Iets dat in de jaren negentig, toen internet nog niet zo ontwikkeld was als nu, op kleinere schaal gebeurde. Voor dat extra zetje zet Kooi tegenwoordig ook andere middelen in. Bands die nog geen aandacht krijgen van media als 3voor12, Kicking the Habit of Kindamuzik en volgens hem wel de moeite waard zijn, krijgen op Twitter extra aandacht van de Groninger. "Ik twitter vooral veel over garagebandjes omdat ik vind dat veel van die bandjes niet genoeg aandacht krijgen." Dat geldt niet alleen voor garagebands. Ook "honky-tonk-country-act" Daniel Romano vergaarde middels Twitter landelijke bekendheid.

De mannen van Afterpartees hebben ook veel aan Kooi's tweets te danken. De nacht na het optreden in de Kelderbar tweette hij er, volgens eigen zeggen dronken en enthousiast, als een malle over. Niet alleen naar zijn volgers, maar ook naar mensen als Ferry Roseboom van Excelsior, die ervoor zorgde dat de band later een platencontract kreeg. 

"Bij heel veel mooie muziek geldt, iemand moet even het steentje aan het rollen brengen. Dat is het mooie van social media tegenwoordig. Als je het op de juiste manier aanpakt en je legt het bij de juiste mensen neer, kun je van iets kleins met potentie iets veel groters maken. Zonder Twitter was Daniel Romano nooit groot geworden in Nederland, maar zonder Twitter was me dit met Afterpartees ook nooit gelukt", concludeert Kooi. 

Afterpartees staan op donderdag 26 november in Vera. Entree € 10,- en maandkaart € 1,50.