Het was Edo die Eva uit haar slaapkamer sleepte om haar muziek aan anderen te laten horen. “Ik ben twee jaar geleden heel voorzichtig begonnen met liedjes schrijven. Dat wilde ik absoluut niet met mensen delen, want dat idee vond ik heel erg eng.” Toen ze Edo liet horen wat ze deed, vond hij dat ze er meer moest doen. “Toen heb ik eerst nee gezegd. Of misschien een keer samen ofzo.” Dat werd een optreden samen, afgelopen zomer in de Irish pub O’ceallaigh aan het Kattendiep. “Ik dacht dat ik dood ging. Maar blijkbaar vond ik het wel leuk genoeg, want ik ben er mee verder gegaan.”
Toen Eva dit jaar tijdens Eurosonic drie dagen optrad in de vintagewinkel Flat Iron, wekte ze de interesse van een muzikant uit de band van de Groningse artiest J’lectroniq. “Die man was toevallig ook boeker. Hij vroeg wat ik ervan vond als hij wat optredens voor mij ging regelen.” Inmiddels staat Eva veel vaker voor publiek. “En het is nu heel leuk als ik ergens heb gespeeld, dat ze me daarna weer vragen voor iets anders.” Veel materiaal heeft ze nog niet. “Ik heb nu net weer een nieuw nummer gemaakt, want ik merk wel dat het fijn is als ik wat te kiezen heb.”
Edo treedt al langer op als muzikant. Zo’n zeven jaar geleden leerde hij beter gitaar spelen voor de voorstellingen van Theater te Water. Op de theaterboot begon hij ook zelf liedjes te schrijven. “Toen ik daar wegging, wilde ik wel meer met muziek gaan doen. Dus ben ik een band begonnen." De band All The Days After bestond een jaar, totdat gitarist Frank Hospers naar Amsterdam vertrok. "Toen ging ik een paar keer solo optreden, en dat vond ik eigenlijk veel beter passen bij wat ik doe. Al was het wel goed om met die band te beginnen, zodat ik een soort back-up achter me had."
Voor Eva is Edo die back-up geweest. “Ik hield me in het begin krampachtig vast aan wat Edo deed. Ik keek muzikaal gezien tegen hem op, omdat hij al optrad en een bepaalde zelfverzekerdheid over zich had, die ik toen in elk geval nog niet had.” Edo voelt zich ook wel haar grote broer. “En nu ik haar zie groeien, ben ik een trotse grote broer.”