#ESNS14 #Grunnsonic: Op avontuur met Model Depose

Whisky, kaas en synthesizers

Tekst & foto's: Sjoerd Huismans ,

In opmaat naar Grunnsonic stelt 3voor12 groningen een aantal bands die er spelen voor. Met Model Depose zijn we zelfs meegereisd: naar een optreden op de Popronde in Haarlem. Een allerminst saaie avond, zo blijkt al snel. Van verhalen over inspiratiebronnen en TomTom-problemen op de heenweg, naar een knallend optreden in een kroegje in de binnenstad. Een kroegje waar de band een brede nieuwe fanbase kweekt: van rastafari's tot niet helemaal nuchtere vrouwen van middelbare leeftijd. Op de terugweg blijkt 'whisky & kaas' een vast ritueel te zijn. “Laatst had ik op mijn verjaardag zelfs kaas gevraagd, toen heb ik veertien stukken gekregen. Dat doe ik dus nooit meer.”

Model Depose speelt elektronische wave. Synthesizers, catchy refreintjes, dansbare beats en een duistere sfeer vormen de hoofdmoot voor de muziek van de vijf Groningers. De band vertelt graag over de kracht van concepten. Eén daarvan is bijvoorbeeld dat de band altijd in strak zwart en wit gekleed gaat. Bassist David Bos helpt dat idee helaas om zeep deze avond. “Volgens mij heb ik mijn witte shirt thuis aan de waslijn laten hangen. Vandaag zijn we kleurrijk.”

David begon bas te spelen op “een stuk brandhout en een oefenversterker”, pas toen hij een jaar of achttien of negentien was. In zijn tijd als student organisatiepsychologie zat hij bij vereniging Cleopatra en speelde daar bij de band These Comrades. Na een tijdje ‘passief muzikant’ te zijn geweest – “Veel naar concerten gaan en zo” – ging het weer kriebelen.

Om 19.00 uur spreekt de Groningse band Model Depose af bij het Viadukt: de oefenruimte in de catacomben van de zuidelijke ringweg. Toetseniste Mariët Gast en gitarist Jobbe Holtes zijn iets te laat omdat ze de auto met Godfriet nog moeten halen. Wie? Godfriet, de nieuwe aanhangwagen van de band. Jobbe: “Hij heette eerst Frietkot, vanwege de kleuren van de Belgische vlag op de wagen.” Aha.

Even later is Godfriet ingeladen en zijn we op weg. “Hebben we wel echt alles uit de kast gehaald?” "Dat mag je straks doen”, is Jobbes gevatte antwoord. Zijn muzikale carrière begon Jobbe met het briefje ‘Klarinettist zoekt metalband’. Na dat experiment een tijdje te hebben uitgevoerd in de metalband Swansdown stapte de gitarist van die band op. Jobbe leerde gitaar spelen, vulde de vacante plaats en bespeelt het instrument nog altijd bij Model Depose.

Smerig spul
Tussen kwart over negen en half tien wordt de band verwacht in La Pien Noir, de Haarlemse kroeg waar Model Depose vanavond speelt in het kader van rondreizend bandjescircus de Popronde. De bandleden besluiten dat ze half tien toch niet gaan halen en stoppen bij een tankstation voor koffie. Ondanks de meegebrachte blikjes Red Bull: “Smerig spul.”

Even later is iedereen van koffie voorzien. Behalve vocalist Roeland van der Velde. Hij kijkt bedenkelijk naar het chemische goedje dat de automaat uitspuwt voor de periodieke schoonmaakbeurt. Als de grap lang genoeg heeft geduurd, krijgt hij zijn echte kop thee.

Het is nog een eind rijden naar Haarlem. Toch moet Model Depose er niet aan denken uit Groningen te verhuizen. Omdat muziek er zo leeft, vertelt drummer Tim Lechner. Tim doet een filmopleiding bij de Noorderpoort en is een jaar of zeven geleden begonnen met drummen. Na de lessen speelde hij in punkbandjes, ‘hard en simpel’. Heel anders dan de electrowave, met veel hints naar de jaren tachtig, die Model Depose speelt. Tegenwoordig drumt Tim met elektronische effecten, maar daar moest de rest hem eerst van overtuigen. “Het was een principekwestie.”

À Propos
Model Depose hoopt dat het vanavond net zo geslaagd wordt als in Bergen op Zoom, een vorig Popronde-optreden. De sfeer daar zat er goed in: het publiek daar bestond uit dronken Brabanders. Tegelijk met de Popronde was er een bierfestival in de stad. In Zwolle daarentegen was er niets aan. David: “Tien a vijftien man die strak tegen de muur bleven plakken.” Je weet het nooit met de Popronde.

Eerst nog maar even in Haarlem terechtkomen, wat geen sinecure blijkt. Chauffeur Jobbe raakt even volledig van zijn à propos door een auto die rechts voorbij suist en vergeet daarna spontaan dezelfde afslag te nemen. “Hij wees je de weg man!” schatert de rest. De TomTom is zowaar nog meer verdwaald dan Model Depose en wordt genegeerd. De binnenstad van Haarlem blijkt grotendeels onbereikbaar per auto. Eerst moeten een paar paaltjes die de stad afsluiten omlaag.

Eindelijk bij La Pien Noir aangekomen maakt Jobbe het nog even spannend door de motor net boven zo’n paaltje af te laten slaan. Auto en Godfriet rijden er even later probleemloos overheen. David is verrukt als hij ziet hoe druk het is buiten. “Zoveel mensen passen er niet eens in!” De leren broek met de “strakke, glimmende billetjes” van een Popronde-medewerkster valt al net zo in de smaak bij Jobbe. Des te groter de teleurstelling als ze even later arm in arm met een jongen langsloopt.

De vorige keer dat de band in de stad speelde was het voor Cortonville in het grote poppodium Patronaat. La Pien Noir blijkt een klein en gezellig druk kroegje te zijn, dat al snel half gevuld is met alle apparatuur die Model Depose nodig heeft om zijn rijke synthgeluid te produceren. De vorige artiest Mark Lotterman is pas net gestopt en de band heeft een half uurtje om op te bouwen.

Van zenuwen is geen sprake. Mariët: “Voor een groot optreden zijn we nog wel nerveus, maar voor een show in zo’n klein kroegje niet.” En het scheelt dat het in een andere stad is. “Voor bekenden spelen, vind ik ook moeilijk.” Anders dan David begon Mariët al met pianoles op de muziekschool toen ze vijf was. Toen ze op de middelbare school in gothic metal geïnteresseerd raakte en in bandjes wilde gaan spelen, stapte ze over op synths.

Rasta
Showtime. Na lang soundchecken is het eindelijk zo ver. “Ik ga even naar die kroeg hiernaast. Die teringherrie gaat hier zo beginnen”, zegt een man. Met Mercury trapt Model Depose het optreden af. Met de ‘teringherrie’ valt het ondanks de piepkleine ruimte nog wel mee, alleen de synthesizer schiet soms gemeen hard de speakers uit. De band heeft afgesproken zich een klein beetje in te houden. 

De toeschouwers zijn grotendeels een zaterdagavond-borrelpubliek van middelbare leeftijd. Een Rastafari die na een paar nummers komt binnenlopen, zweept iedereen op. De band is hem dankbaar. Een wat oudere vrouw die duidelijk een paar wijntjes te veel op heeft, staat ook al snel te dansen en een Brit brult de refreintjes mee. Bij Joy Division-cover Love Will Tear Us Apart gaat het pas echt los, en na afsluiter What Do You Say vraagt La Pien Noir om méér. Dat heeft Model Depose helaas nog niet.

Hete aardappel
Duidelijk tevreden met de show vanavond drinkt Model Depose een biertje na. Vooral Roeland blijkt populair. De dansende rastafari bedankt hem uitgebreid. Een vrouw met donker haar, die ook wel een slok te veel op heeft, wankelt met haar fiets voorbij en vindt dat hij op Joy Division-zanger Ian Curtis lijkt. “Ik kom uit die tijd, weet je. Echt top wat jullie doen, maar je moet wel voor jezelf verder. Schrijf je zelf ook teksten?” Tim probeert de vrouw ervan te overtuigen dat Model Depose vanavond maar één cover heeft gedaan, maar dat gaat er niet in. “Jullie begrijpen heus wel wat ik bedoel!” roept ze en fietst weg.

Niet echt, maar waar Roeland zijn inspiratiebronnen vandaan heeft, is wel duidelijk. “In de peuterspeelzaal zong ik al Tears for Fears mee”, vertelt de zanger. Model Depose-song Mercury is inderdaad een ode aan Freddy Mercury. Roelands tenor doet wel enigszins aan die van de Queen-zanger denken. “Maar in de beginperiode van Model Depose zong ik juist heel laag. En in de metalband Prey deed ik de eerste jaren ook grunts.”

Pas toen hij zangles nam, vond hij zijn ‘eigen’ stem. “Er ging een wereld voor me open. Vanaf toen beslaat mijn stem drie octaven. En een eigen identiteit.” Jobbe: “Daarvoor had je nog een beetje een hete aardappel.” Roeland: “Ik deed iets raars met mijn tong. Als ik hoog zong, deed ik mijn tong ook omhoog.”

Whisky en kaas
Aan de echte sex, drugs & rock-’n-roll na een optreden komt Model Depose niet toe. David: “Daar wonen we te ver weg voor. En altijd als we ergens blijven slapen, is het bij een gezin thuis of bij de opa van Jobbe in Osdorp, dus dan moeten we zachtjes doen.”

In plaats van sex, drugs & rock-’n-roll heeft de band iets anders: whisky & kaas. Twee flessen whisky gaan rond en Roeland haalt twee stukken oude kaas uit zijn tas. “Laatst had ik op mijn verjaardag zelfs kaas gevraagd”, zegt hij. “Toen heb ik veertien stukken gekregen. Dat doe ik dus nooit meer.”

Ondertussen praat de band over de plannen. Een tourtje door Duitsland staat op het programma, en in de lente wil Model Depose de debuutplaat uitbrengen. Daarvoor is nog wel een smak geld nodig, die de band bij elkaar wil krijgen door crowdfunding. Model Depose is helder over zijn ambities. Jobbe: “Op een gegeven moment moet het ook financieel wel lukken. We hoeven niet rijk te worden, maar moeten wel uit de kosten komen. Al is die zakelijke kant niet leuk: je wilt gewoon muziek maken.”

“Soms hebben we het gevoel dat het helemaal niet zo hard gaat met de band”, vertelt Jobbe verder. “Dan schiet je wel in de stress: kunnen we het wel waarmaken?” Maar bij optredens als deze vanavond krijgen de vijf weer volop energie om door te gaan. “Natuurlijk speel je liever voor vijfhonderd man dan voor vijftig, maar als die vijftig het heel gaaf vinden, zoals vanavond, dan is dat oprecht belangrijker.”

Roeland lijkt misschien inderdaad wat op Ian Curtis, maar dan wel “een Ian Curtis die zin heeft in het leven.”