Jürgen Visser: "Paradiso, het klinkt nog steeds onwerkelijk"

Visser samen met Linkse Hobby's in finale Grote Prijs van Nederland

Tekst: Petra Huijgen Foto's: Jan Westerhof ,

Jürgen Visser is net terug uit Ierland. Wat hij heeft gedaan? “Gewoon, ik ben in mijn eentje op een vliegtuig gestapt en ik heb een gitaar gekocht in Dublin.” Visser glimlacht als hij eraan terugdenkt. “’s Ochtends liep ik met mijn gitaar op m’n rug het hostel uit, en wist ik niet waar ik naartoe zou gaan. Er is overal de hele dag door muziek. Het mooiste was toen ik De Stad Amsterdam, van Jacques Brel, in de versie van Acda en de Munnik zong. De Ieren vonden het heel erg cool, terwijl ze er geen flikker van snapten.” Eenmaal terug in Nederland wacht hem een volle agenda, in aanloop naar de finale van de Grote Prijs van Nederland op 7 december. “Nu kan ik er weer even tegenaan. Ik heb er onwijs veel zin in.”

“Paradiso… Paradiso”, zegt hij hoofdschuddend tegen zichzelf terwijl hij in zijn cappuccino roert. “Sorry hoor, maar het klinkt nog steeds onwerkelijk. Ik ben wel vaker in Paradiso geweest en heb daar Tim Knol en Noah & The Whale zien spelen. Nu mag ik zelf, met mijn band.” De Linkse Hobby’s welteverstaan, een naam die ze vlak voor een optreden bedachten. Het bleek een groot succes: “Het is zelfs zo dat we met alle finalisten van de Grote Prijs een promofilmpje hebben gemaakt waarin we iets over elkaar zeggen. Over ons zeiden veel mensen: ‘Ja, leuke bandnaam’. Ook niet helemaal de bedoeling, maar wel grappig natuurlijk. Gelukkig was er ook ander commentaar: een finaliste zei dat ze de muziek vond voelen alsof ze in een warm bad zit. Ook mooi commentaar.” 

Jürgen Visser & De Linkse Hobby’s belandden na een paar selectierondes samen met vijf andere acts in de finale. Het begon met het opsturen van een demo, die de selectieronde overleefde. “Toen moesten we de kwartfinales spelen in Hengelo. Weet je hoe ver weg dat is? Ik dacht dat het wel mee zou vallen, maar je bent sneller in Amsterdam. We speelden daar voor een zaal met twintig man publiek, inclusief personeel. Het was fantastisch. Liever dat dan voor een volle zaal waarvan de helft meer aandacht heeft voor z’n bier.” Ook in de halve finale in het Melkwegtheater mocht het viertal van de jury door. Op naar Paradiso.

Oprechtheid

Na de kwartfinales kregen de halve finalisten een workshopdag aangeboden, waar ze in gesprek gingen met een jurylid. De jury prees Visser om zijn mooie stem en zijn oprechtheid. “Dat laatste is het mooiste compliment, dat vind ik het meest belangrijk. Ik deel veel van mijn gedachten en gevoelens in mijn nummers, en ik ben blij dat de jury dat eruit heeft gehaald. Mijn levensbeschouwing is het belangrijkste thema in mijn nummers. Dat wil ik bij het publiek neerleggen, en dan mogen ze zelf weten wat ze ermee doen.”

Geloof

Visser probeert in zijn liedjes zijn geloof echt te maken, en centraal te stellen hoe hij ertegenaan kijkt. “Ik wil geen liedjes schrijven over dat je beter bent als je in God gelooft, of zingen dat alles dan wel goed komt. Mijn negatieve ervaringen even goed delen als mijn positieve. Als ik twijfel voel, dan wil ik die kunnen verwerken in die liedjes. Natuurlijk twijfel ik soms ook.” Dit betekent niet dat er geen liedjes over liefdesrelaties of andere alledaagse zaken voorbijkomen. “Het enige verschil is dat voor mij God verweven zit in alles, als stabiele factor. Misschien ambitieus, maar ik zou graag vooroordelen wegnemen die mensen misschien hebben over geloof en muziek.” 

Mumford & Sons

Ook veel bekende muzikanten doen dit, sommigen opener dan anderen. “In het gesprek met de jury werd mij Broeder Dieleman aangeraden. Onwijs mooi hoe hij je meevoert naar de landschappen van zijn religieuze achtergrond.” Iemand anders is Marcus Mumford, van Mumford & Sons. Mumford is een predikantenzoon en heeft vaker zijn twijfels geuit over het geloof. “Ik heb me in hem verdiept door veel interviews te lezen. Daar klinken soms boosheid en twijfels uit: de ene keer heeft hij rust in zijn geloof gevonden en in een volgend interview vertelt hij dat hij zich niet per se wil associëren met het christendom. Ik vind het ontzettend mooi als muzikanten daar zo eerlijk over zijn. Ze bereiken een miljoenenpubliek.” 

'Goede shit'

Zo veel mensen zullen Jürgen Visser & De Linkse Hobby’s de komende tijd misschien niet bereiken, maar het winnen van de finale zou al veel aandacht meebrengen. “Dat we door de eerste selectie komen, had ik wel verwacht, maar de finale absoluut niet. Nu ik in de finale sta, wil ik wel winnen eigenlijk. Met de geldprijs (4000 euro, red.) ben ik niet heel erg bezig, wel met de media-aandacht die erbij komt kijken. En dat het een teken is dat je goed bezig bent. Tijdens de halve finales zag ik Rogier Pelgrim spelen, de winnaar van vorig jaar. ‘Wow, dat is goede shit’, dacht ik toen. En ja, dan is iemand van de zes finalisten van nu straks zijn opvolger."

De publieksstemming voor de Grote Prijs is geopend, stemmen kan hier.