Sprokkelhout heeft al aardig wat ervaring met talentenjachten. Toen de huidige formatie pas twee maanden compleet was, meldde Sprokkelhout zich in een impuls aan voor de Kunstbende en mocht optreden in de Westergasfabriek. “Met een vreselijk lelijk nummer,” lacht Niels. “Het lelijkste nummer wat we ooit hebben geschreven. Maar hoe slecht het nummer ook was, we kregen de zaal wel mee.” De band speelde toentertijd nog volledig instrumentaal. Tjesse: “Ik denk dat de jury het gewoon erg apart vond. Daarna hebben we ook nooit meer een talentenjacht serieus genomen – behalve PopGroningen nu. Dat vinden we wel echt belangrijk.”
De wedstrijd
Hoe groot de kans op een finaleplek is, durft het tweetal nog niet te zeggen. “Het ligt er echt aan wat de jury vindt,” denkt Tjesse. “We hebben veel gedaan met de kritiek die we kregen na de voorrondes, en ik denk dat de jury dat kan waarderen.” De band kreeg te horen dat ze meer uit de zang en toetsen kunnen halen, en zijn daar hard mee bezig geweest in de afgelopen week. “We zijn allemaal dummy’s in zang,” aldus Tjesse. “Maar daar gaat het ook niet echt om. De vocalen zijn bij ons minimaal, en op deze manier past het goed bij de muziek”. Niels: “Ik krijg pas kippevel wanneer een stem breekt. Bob Dylan bijvoorbeeld, of The Tallest Man on Earth. En Jimi Hendrix was ook geen fantastische zanger, maar de muziek doet je wel wat.” Dat vindt de band belangrijker dan volledig zuivere zanglijnen. Een nieuw bandlid voor deze zuivere zanglijnen, zien ze dan ook niet zitten: “We zijn naast bandleden ook beste vrienden. Met een nieuw iemand zou het zijn als vijf broers en één neef: niet leuk,” aldus Niels.
Heilige Grond
Als Sprokkelhout de finale haalt, hebben ze voor zichzelf al gewonnen. “Een EP is heel erg leuk, en al die optredens ook, maar wij doen het allemaal voor Vera,” vertelt Tjesse. “Stel je voor: dan loop je het podium op en hangt er een poster van Pixies met daarop iets van 'groetjes, Black Francis'. Dan smelt je helemaal.” Eerder speelde Sprokkelhout al Vera Downstage, maar nu hebben ze het grote podium in het vizier. Niels: “De mainstage is heilige grond. Spelen waar al die grote bands hebben gespeeld is waanzinnig en daar gaan we voor.”
Namen
Over de bijzondere bandnaam hebben de jongens veel wilde theorieën uitgedacht waar ze geïnteresseerden graag mee verwarren (“We zaten in een boot en hadden een groep vogels allemaal een naam gegeven, toen ze toevallig allemaal dood neervielen vormden ze precies het woord ‘Sprokkelhout’ in onze boot,” aldus Niels) maar de werkelijkheid is minder spannend. “Eigenlijk was het gewoon een impuls. We zijn gewoon heel slecht in namen verzinnen”, vertelt Tjesse. “Niet alleen bandnamen, maar ook namen van nummers. Daar zijn we echt heel slecht in.” Niels herinnert zich een optreden waar ze een nummer genaamd 'Babybreintjes' op de lijst hadden laten staan, omdat ze op dat moment niks beters konden verzinnen. “Vlak ervoor belde een vrouw op om te vragen of het wel echte nummers waren, omdat de namen zo vreemd klonken. We zijn er gewoon niet zo goed in, vooral wanneer de nummers instrumentaal zijn. Woorden zijn bij ons vaak schaars.” Tjesse: “Maar ach, Mogwai doet dat ook. Die hebben soms ook de meest bizarre namen voor nummers.”
Liever goede teringherrie
Volgens Sprokkelhout moet muziek vooral niet te perfect zijn. “Wij maken geen muziek die je in de Top40 zou tegenkomen, en dat willen we ook niet”, vertelt Niels. Vorig jaar was de band uitgenodigd om te spelen op 538 voor Warchild, een evenement op onder andere het Praedinius Gymnasium. Het zou ook op de radio komen. “Een half uur voor het optreden vroeg iemand van de radio ons of we ook een Top 40 cover konden spelen.”, lacht Niels. “Toen was het over. Maar de mensen vonden het top.” Het perfecte van veel muziek spreekt de band totaal niet aan. “We experimenteren liever met geluiden”, vertelt Tjesse. “Bij de versterker gaan staan, en dan prachtige teringherrie maken zoals Sonic Youth.” De band is ook niet weg van de standaard opzet van nummers. “We houden wel van een beetje knutselen en bouwen naar een climax,” legt Niels uit. “Geen coupletjes en refreintjes. De opbouw is belangrijk in onze muziek, het moet in z’n geheel een verhaal vertellen.”
Dromers
Sprokkelhout bestempelt zichzelf als een groep dromers. “Als je jong bent, droom je graag toch?”, vraagt Niels. Tjesse knikt. De band heeft in elk geval een hoop dromen liggen, waarvan de belangrijkste een Gronings muziekcollectief is. Ze laten zich bij deze dromen inspireren door bijvoorbeeld de Kytopia studio’s, waar muzikanten samenwerken. Tjesse: “Misschien is de scene in Seattle zelfs wel een beter voorbeeld voor ons. Ik heb het gevoel dat bands in Groningen langs elkaar heen leven. We kunnen in zo'n scene ideeën uitwisselen met muzikanten onderling, en misschien zelfs een eigen geluid voor Groningen vinden.” Boven alles wil Sprokkelhout een plek waar iedereen die zich bezighoudt met geluid heeft aan mee kan doen. Niels: “Als we Kytopia zeggen, weten de meeste mensen wel wat we bedoelen omdat ze op dit moment zoveel gave dingen doen. Als dit een oproep mag zijn aan alle Groningse bands, muzikanten en muziekscholen: laat het ons weten als je zoiets ook ziet zitten!”
De tweede halve finale van de POPgroningen Talent Award 2013 is op donderdag 28 maart in Simplon, om 20:30. De entree is gratis.