Nils Frahm en Hauschka verwonderen het publiek

Piano en pingpongballetjes in De Oosterpoort

Ingrid de Vries (tekst) ,

In De Oosterpoort spelen twee bijzondere muzikanten: Nils Frahm en Hauschka. Ze komen uit Duitsland en spelen allebei piano. Dat zijn zo ongeveer de enige overeenkomsten tussen deze mensen, want op muziekgebied zijn ze moeilijk met elkaar te vergelijken. Voor het publiek wordt het een verrassende avond.

Piano en pingpongballetjes in De Oosterpoort

In De Oosterpoort spelen twee bijzondere muzikanten: Nils Frahm en Hauschka. Ze komen uit Duitsland en spelen allebei piano. Dat zijn zo ongeveer de enige overeenkomsten tussen deze mensen, want op muziekgebied zijn ze moeilijk met elkaar te vergelijken. Voor het publiek wordt het een verrassende avond.

In de kleine zaal is het stil en donker. Vanuit het publiek staat er een man met schoudertas op. Hij loopt voorzichtig naar het podium, zet zijn tas neer en pakt een beetje verlegen de microfoon: Nils Frahm. Hij vertelt het publiek, dat in het voorprogramma naar gitaarmuziek heeft geluisterd, dat hij gitaren 'sexy' vindt. Veel mooier eigenlijk dan zo'n logge vleugel die je niet zo makkelijk meeneemt. Hij krijgt daarmee de lachers op zijn hand.

Maar het gaat natuurlijk om de muziek. Nils Frahm is klassiek geschoold en heeft een minimalistische stijl. In zijn spel varieert hij met volume en ritme. Zijn muziek komt soms donker en rauw over, maar klinkt op andere momenten weer luchtig en sprookjes-achtig. Die veelzijdigheid zorgt, in combinatie met een geweldige techniek, voor een erg boeiend optreden.

Nils Frahm bespeelt soms twee instumenten tegelijk en zit hierdoor grotendeels met de rug naar het publiek. Toch lijkt hij het contact met zijn toeschouwers niet te verliezen. Als hij het zweet van zijn voorhoofd afveegt, zegt hij dat spelen een goede work-out voor hem is. Het is duidelijk dat hij helemaal opgaat in zijn muziek. Mooi om te zien en te horen.

Daarna is het pauze en Hauschka gebruikt die tijd om zijn vleugel te prepareren. Hij gebruikt hiervoor allerlei attributen, zoals plakband, stokjes, pingpongballetjes, aluminiumfolie, zeefjes en een mini-tamboerijn. Nog voordat Hauschka een noot heeft gespeeld, is al duidelijk dat de vleugel totaal anders gaat klinken.

Als het publiek weer zit, vertelt Hauschka dat hij in 1994 ook al in Groningen is geweest. Toen was hij rapper en deed hij aan stagediving. Als hij plaatsneemt achter de vleugel is dat nog moeilijk voor te stellen. In tegenstelling tot Nils Frahm, zit hij rustig en keurig rechtop.
Naast alle toevoegingen aan de vleugel, gebruikt Hauschka ook electronica in zijn muziek. Dat geeft een wonderlijk resultaat. Het zorgt voor een nieuw en veelzijdig geluid. Door al die andere geluiden, klinkt de vleugel als een slag-instrument. Op het ritme hiervan bouwt Hauschka zijn muziek verder uit.

Net als Nils Frahm is Hauschka een fantastische pianist, maar door al die preparaties komt dat minder goed naar voren. Ondanks dat, blijven de mensen geboeid naar Hauschka kijken en luisteren. Tijdens zijn laatste stuk kiepert hij een zak vol pingpongballetjes over de snaren. Het publiek kijkt verwonderd toe hoe Hauschka deze balletjes door zijn muziek laat opspringen en dansen. Het slot van een verrassende avond.