De Staat krijgt de voetjes niet compleet van de vloer

Ondanks enthousiasme en een strakke show gaat Vera niet los

Marion Bruinenberg (tekst) en Henk Veenstra (foto's) ,

Maart dit jaar kwam De Staat met een nieuw album: Machinery. Dit album leverde diverse optredens in Europa op, zoals het Exit Festival in Servië. Daarnaast werd het debuutalbum Wait For Evolution in de rest van Europa en in de Verenigde Staten uitgebracht. Dit najaar begon deze band aan een tweede clubtour met Machinery en Groningen heeft de Première. Op woensdag en donderdag speelt De Staat in Vera.

Ondanks enthousiasme en een strakke show gaat Vera niet los

Maart dit jaar kwam De Staat met een nieuw album: Machinery. Dit album leverde diverse optredens in Europa op, zoals het Exit Festival in Servië. Daarnaast werd het debuutalbum Wait For Evolution in de rest van Europa en in de Verenigde Staten uitgebracht. Dit najaar begon deze band aan een tweede clubtour met Machinery en Groningen heeft de Première. Op woensdag en donderdag speelt De Staat in Vera.

Zo'n tien minuten voordat het concert begint, zijn er welgeteld vijf mensen aanwezig. Tijdens het voorprogramma Wallace Vanborn waarbij de percussie de boventoon voert, raakt de zaal redelijk vol, maar is lang niet uitverkocht. Misschien heeft dit te maken met het feit dat er twee shows gepland zijn deze week, want de rest van de tour vindt plaats in beduidend grotere zalen, zoals het Paard van Troje en Paradiso.

Een half uur na het voorprogramma komt Torre Florim alleen het podium op. Terwijl hij zichzelf begeleidt met zijn gitaar, zet hij Serial Killer in, waarop ook de rest van de band verschijnt. De mannen zijn goed op elkaar ingespeeld: Torre Florim is niet langer het middelpunt, maar gaat op in de band. Vanaf het moment dat De Staat begint te spelen wordt duidelijk dat het geluid wel erg hard staat. Verschillende mensen verlaten de zaal tijdens het concert om oordopjes aan te schaffen.

Florim probeert de aandacht van het publiek weer voor zich te winnen door verschillende vormen van publieksparticipatie, maar op de een of andere manier komt dat niet helemaal aan. Het "Nee" beantwoorden op Florims "Ja" wordt nog wel even volgehouden, maar met vragen als: "Mag ik proosten op Nederland?" doet hij zichzelf enigszins teniet door er meteen achteraan te voegen: "Het klinkt suf, ik weet het."

Tijdens het nieuwe nummer I'm A Rat toont de band zijn funky kant waarbij vergelijkingen met Prince niet geheel onterecht zouden zijn. Florim maakt optimaal gebruik van zijn kopstem en haalt de hoogste noten. In het eveneens nieuwe Old Mac Donald Don't Have No Farm No More zien we Florim zónder zijn gitaar. In het begin lijkt dat een beetje onwennig. Toch wordt een keihard nummer door de reeks bevelen en oerkreten in combinatie met krachtige bluespunk, harde percussie en zware elektronica overtuigend neergezet. Het publiek toont zich bij deze nieuwe, wat minder bekendere nummers vooral wat afwachtend. Dit ligt echter niet aan de band, die het hele optreden lekker doordendert.

Rocco Bell, die tot nu toe zich compleet had laten gaan op de toetsen en de koebel (een platte bel van smeedijzer), verrast het publiek door Let It Snow (Vaughn Monroe) te zingen. Dit nummer, wat nog het best omschreven kan worden als een mix tussen rap en hardrock, is speciaal opgenomen voor een kerstalbum met meerdere artiesten. Bell blijkt een echt podiumbeest. Hij rent, springt en danst overal waar hij maar kan rennen, springen en dansen.

In de toegift blijkt de machine (ontworpen door Geert Jonkers) die de hele tijd onheilspellend achter op het podium staat, niet puur decoratief. Drummer Tim Van Delft zet het apparaat aan, waarvan het geluid van rinkelende kettingen en bonkende hamers onversterkt door de zaal knalt. Bovenop de machine dalen twee grote beukende blokken neer, links slaan twee hamers erop los, rechts rammelt een soort hefboom met kettingen en in het midden pronkt een groot wiel.

Met de machine wordt het Tom Waits-achtige nummer Back To The Grind ingezet. Rocco Bell gaat helemaal los op de claxon links op het podium en laat daarbij zien dat het mogelijk is om ritmisch te toeteren. De sfeer zit er weer helemaal in en er wordt steeds meer gedanst. Aan dit "écht het allerlaatste nummer", wordt alsnog een verzoekje vastgeplakt: Ah I See. Vera lijkt bij de laatste twee nummers een stuk losser te worden, helaas aan de late kant. En dat terwijl De Staat over het algemeen een strakke show speelt. Wellicht had het verrassende element van de machine eerder ingezet kunnen worden om de nieuwere nummers te begeleiden en het publiek meer bij de show te betrekken.