Eurosonic dag 1: die verraderlijke 'rustige' woensdag

Guido Belcanto, Nikoo, Ólöf Arnalds en Annasaid

Atze de Vrieze ,

De Vlaamse volkszanger Guido Belcanto opende vanavond Eurosonic, op de avond dat je normaal nog even bijslaapt om er drie dagen tegenaan te kunnen: de woensdag. Het is een verraderlijk avondje, want hoewel vandaag maar een paar zalen open gaan, beland je als je niet uitkijkt toch nog tot sluitingstijd in de kelderbar van VERA.

Guido Belcanto, Nikoo, Ólöf Arnalds en Annasaid

"Ik ben blij hier te mogen zijn, op het festival van de toekomst. Ik ben 57, het is fijn te constateren dat ik een toekomst heb." De Vlaamse volkszanger Guido Belcanto opent vanavond Eurosonic, op de avond dat je normaal nog even bijslaapt om er drie dagen tegenaan te kunnen: de woensdag. Het is een verraderlijk avondje, want hoewel vandaag maar een paar zalen open gaan, beland je als je niet uitkijkt toch nog tot sluitingstijd in de kelderbar van VERA. Maar voor die tijd maakte 3VOOR12 een ronde langs Guido Belcanto, Nikoo, Ólöf Arnalds en Annasaid.


Bij Vera staan aan het begin van de avond al rijen voor de deur, bij Guido Belcanto is het nog rustig. En dat zal het blijven ook. Maar Belcanto is natuurlijk ook een vreemde vogel in dit circuit, dat realiseert hij zich zelf ook. De Vlaming maakt al twintig jaar platen, trekt als een clochard door het muzieklandschap met zijn tragikomische rock 'n roll levensliederen, smartlappen met een perverse twist, muzikaal geschoeid op Amerikaanse leest. Zijn nieuwe album verschijnt bij ons eigen TopNotch. Een wonderlijke keuze wellicht, maar op zijn minst een interessante.

"En dan nu een liedje over een meisje dat heel sexy was, maar een heel slecht karakter had", kondigt Belcanto Dat Katholieke Denken aan, een liedje over seksuele macht en prostitutie. "Een echt kutwijf dus." Belcanto - met zijn indrukwekkende grijze manen - zingt over het perverse liefdesleven van zijn postbode, over plastic rozen die niet verwelken, en dat alles met een relativerende lolligheid en een ontroerend soort gelatenheid. Een sterke zanger is hij allerminst, maar daar tegenover stelt hij bakken karakter. Die persoonlijkheid komt in deze nog niet warm gedraaide zaal helaas niet echt over, mede doordat het geluid niet zo helder is als je zou willen. Het tempo ligt ook net wat te laag voor een zaal voor wie deze man volstrekt onbekend is. Een festival doemt desalniettemin kristalhelder op: Great Wide Open. Zet deze man op een mooi podium in het bos, en dan hangt men geheid aan zijn lippen. (7)

Dan door een vochtige steeg naar de Nederlandse noiseband Nikoo, in rock 'n roll hol Shadrak. Zo bewust flegmatiek als Belcanto is, zo recht in je gezicht speelt deze Eindhovense band. Hard en schel, en op het eerste gehoor ongecontroleerd. De kleine frontman Joep van Son begint steeds duidelijker Frank Black trekjes te krijgen, en dat is een goede zaak. Nikoo is niet de meest sexy band om naar te kijken, maar er begint een soort natuurlijke podiumdynamiek te ontstaan, met een gitarist rechts en een zangeres links.

Na een tijdje beginnen onder de loeiharde feedback en noise loops ook daadwerkelijk songs op te doemen. Een aantal goede songs ook, fel gespeeld, met een ouderwets Pixies-gevoel en een moderne link naar bands als No Age. De liedjes hebben wel meer moeite om te voorschijn te komen dan onlangs op Le Guess Who?, waar iets minder chaos heerste in het geluid. Zangeres Mariska Louman lijkt zichzelf niet te kunnen horen, en dat helpt natuurlijk niet. En zo lijkt er nog wel meer technisch mis te gaan. Maar potentie is er zeker. Nikoo heeft zojuist zijn tweede EP uitgebracht en nog nauwelijks gespeeld. Geef deze band de tijd om te rijpen en de juiste balans te vinden tussen de herrie en de structuur, dan zouden ze zomaar serieus internationaal opgepikt kunnen worden. (7,5)

Terug in het Grand Theater - waar deze avond ook begon - staat een extreem blanke dame met engelachtig blond haar op het podium. Ze draagt een barokke zwarte rok en een grote, mysterieus ogende edelsteen om haar nek. Haar naam is Ólöf Arnalds, en ze is de nicht van Olafur Arnalds, die de laatste jaren naam maakte met klassieke ambient stukken. Ólöf  maakt fragiele folk, met de akoestische gitaar als basis. Haar debuutalbum uit 2007 was een instant classic op IJsland, maar pas bij haar tweede album Innundir Skinni (inclusief duet met Björk) begint het in Europa een beetje te leven.

Toch zal dit optreden niet de boeken in gaan als haar doorbraak. Daarvoor is het te weinig gevarieerd en te weinig indrukwekkend wat ze doet, een a capella versie van een Ierse folksong ten spijt. In eerste instantie ontroert ze met de puurheid van haar stem en haar  opvallende gezichtsuitdrukking - soms ontwapenend glimlachend, soms nerveus - maar na een tijdje begint de concentratie in de zaal toch  weg te vloeien, en daarmee ook het publiek. Arnalds heeft een eigenzinnige, wat afgeknepen stem die redelijk ver draagt, maar niet in zijn eentje zo'n grote zaal als Grand Theater kan vullen. Aan het slot is nog slechts een handvol mensen over. Een klein beetje credit verdient ze wel: Arnalds vervangt vanavond Agnes Obel, morgen in de kleine zaal boven is ze vermoedelijk precies op haar plek. (6,5)

Tot slot wagen we nog een poging bij Annasaid in de propvolle Spieghel. De Denen toonden zich tijdens de Song van het Jaar uitzending in december al gretig door speciaal voor twee nummers op en neer te rijden. Ze ruiken dat er iets te halen is in Nederland, en daar hebben ze gelijk in. Single Dogfight kreeg al de nodige airplay, en er zit nog meer radiovriendelijk materiaal in deze set. Jua bijvoorbeeld klinkt precies als de single die Foals had moeten maken om echt een vuist te maken. Als de muziek die Bloc Party na hun succesvolle debuutalbum weigerde te maken. Live wordt de song uitgebouwd met een professioneel percussiemoment voor de hele band.

De vier jonge Denen spelen strak en met veel energie, maar in drie kwartier komen wel erg vaak dezelfde riedeltjes terug. Het karakteristieke hoog snerpende gitaargeluid, de staccato ritmes, de tempoversnellingen. Zo is het weliswaar een onderhoudend optreden, maar lijkt deze band toch te weinig eigens te hebben om echt een blijvertje te zijn. Dat neemt niet weg dat ze in augustus best een plek in de polder van Biddinghuizen verdienen. Een ding begrijpen ze in elk geval dondersgoed: "Blijf vooral hangen na het optreden, spreek ons aan. We willen graag kennis met jullie maken." (7)

Terug in 3VOOR12-thuisbasis VERA staan de eerste pluggers al luid lallend tegen de pilaren in de gang geleund. Een promodame haalt nog maar een rondje, want de bierprijzen zijn hier een lachertje. Er gaan een paar mensen spijt krijgen van deze avond, en dat weten ze nu al. Maar ach, zou Guido Belcanto zeggen: wie nooit spijt heeft, heeft niet hard genoeg het avontuur gezocht. Aan preutsheid gaat de wereld te gronde.