“Er zijn eigenlijk maar twee leuke zaaltjes om te spelen in Europa, de ACU in Utrecht, en Vera in Groningen.” Aldus Gods And Queens frontman Jamie Getz. Dat zal nog een lange zit worden voor de heren dan, want tot eind februari tourt de band het halve continent rond. Zaterdag 12 februari deden ze de kelderbar van Vera aan, voor de derde keer alweer.
Vroeger, lieve kinderen, was emo nog geen scheldwoord. Vroeger had het niets te maken met overgeproduceerde jankpop in fluorkleuren. Vroeger werd er niet gekrast in onderarmen, kon je nog gewoon op de fiets stappen zonder daarmee uit je broek te scheuren, de stijltang en föhn bleven in het laatje van je moeder liggen en toch kon je van emo houden. Bands die in die tijd musiceerden onder de noemer emo zijn, zoals het hoort, al lang uit elkaar en vermaken zich met andersoortige projecten. Gelukkig zijn er ook bands die de traditie hooghouden en zelfs nieuw leven in blazen, en ook ons stadje huisvest een aantal van deze laatsten der Mohikanen.
De Groningers van Brito reken ik hier toe, en zij openen deze avond. Het is de eerste show in tijden in hun thuisstad. Het is een tijdje stil geweest rond de band na het vertrek van de drummer. In 2008 brachten ze hun eerste plaat uit die lovende kritieken kreeg binnen de nichemarkt waar ze in verkeren en de band tourde al eens door het Verenigd Koninkrijk. Met een nieuwe drummer en een nieuw repertoire is het eerst even aftasten, maar al gauw krijgen ze de hoofdjes aan het knikken op het ritme van de muziek. Brito klinkt geheel in lijn met voorbeelden als Shotmaker en Unwound. Ritmisch georiënteerde nummers, met veel maatwisselingen en dissonante gitaarpartijen, maatschappelijk- en politiek geëngageerde teksten die schreeuwend gebracht worden maar slechts in de verte te horen zijn. Wat opvalt is dat na een nummer of vier het allemaal wel erg op elkaar gaat lijken. Voor de liefhebbers maakt dit niet uit. Brito houdt de aandacht vast en de kelderbar in Vera vol.
Na Brito is het de beurt aan de Amerikanen van Gods and Queens. Die tappen uit een iets ander vaatje, met meer door rockende nummers en helderder vocalen. Geïnspireerd door bands als wederom Unwound maar ook Guides By Voices creëren ze een mix van duistere shoegaze en mid-tempo hardcore punk. Hoe komt weet niemand, maar op één of andere manier weten Amerikanen dit altijd overtuigender voor elkaar te krijgen dan de meeste Europese bands. Gods and Queens klinkt smeriger, overtuigender en vooral ook harder. Dat laatste is ook gelijk het enige minpunt van de band, het geluid is zo hard dat het een weinig genuanceerd geheel opleverde. Maar goed, dan luister je de plaat maar.
Voor een groot deel van het aanwezige publiek is het de tweede of derde keer dat ze de band zien. Toch lijkt de sfeer er pas echt in te komen nadat frontman Jamie Getz ons deelgenoot maakt van het feit dat hij de vorige avond per ongeluk de bandchauffeur heeft neergestoken. Na nog een paar grappen en grollen hervatten ze de set. Als het publiek om een toegift schreeuwt, wordt het op zijn wenken bedient. Met “Come and dance with us upstairs, we’ve got a bottle of Tequila, feel free to buy us more shots.” vat Getz de sfeer van de avond tenslotte goed samen en zijn ze verzekerd van een plekje in de kelder volgend jaar.