Verrassende ontknoping op Rhythm & Blues Night

Druk bezocht festival beleeft late climax

Tekst en foto's: Harold Zijp ,

Het waren niet de verwachte toppers die de Oosterpoort deden schudden, afgelopen zaterdag, maar een relatief jonge band uit San Diego, California zette de entreehal op z'n kop.

Druk bezocht festival beleeft late climax

De Rhythm & Blues Night biedt tegenwoordig een groot aantal acts, soms drie tegelijk in verschillende zalen, en omdat het festival uitverkocht was geraakt was het zaak om keuzes te maken.

De eerste keus was makkelijk en de avond begon goed met de eclectisch moderne folk van het Canadese Po'Girl. Vorig jaar dé verrassing van het festival en dat kun je maar één keer zijn natuurlijk. Desalniettemin een optreden dat de verworven reputatie van de band rond Awna Teixeira en Allison Russell bevestigde. En bovendien wistten ze als nieuwtje te melden dat er in februari een derde kans is om ze in Groningen aan het werk te zien.

Door naar de wat donkere americana van het Texaanse Telegraph Canyon. Terwijl Cuby & the Blizzards voor een afgeladen Grote Zaal staan spelen ze in een halflege entreehal, maar dat maakt natuurlijk niets uit want de prachtige mix van indiepop en alt.country lijkt voorbestemd een kleinere groep liefhebbers in vervoering te brengen. Ik hoorde mensen die 't hét optreden van de avond vonden.

Zelf was ik op voorhand zeker dat het hoogtepunt van de avond rond half elf in de Kleize Zaal zou worden bereikt waarom? Omdat voormalig Drive By Trucker Jason Isbell daar met zijn nieuwe band the 400 Unit ging spelen. Dat hoogtepunt bleef uit en al lag  het zeker niet aan de ijzersterke liedjes die Isbell bracht, en ook niet aan die ene - verrassende - Talking Heads cover, maar soms slaat de vonk net niet genoeg over.

Dan maar naar de altijd goed geluimde Chuck Mead, voorheen kopman van de honkytonk revival band BR5-49 en tegenwoordig solo bezig. Voor de gelegenheid versterkt met de Utrechters van The Hillbilly Boogiemen, en het is een geslaagde liasion want de ruimschoots aanwezige rockabillies laafden zich aan de mix van honkytonk, western swing en rockabilly en het bier en gezang vloeiden ook  rijkelijk.  

Het goede humeur dat Chuck Mead ons had bezorgd werd helaas een beetje verpest door twee beoogde top-acts die niet helemaal uit de verf kwamen; Jason & the Scorchers - ooit een belangrijke band die rock en country vermengden toen dat nog niet hip was en toch wegbereiders zijn geweest voor veel volgelingen - kwamen wat oudbakken en niet urgent over en ook bij Los Lobos was het heilige vuur ver te zoeken al hadden zij het excuus dat mede frontman Cesar Rosas vanwege familieomstandigheden verstek moest laten gaan.

Gevlucht bij Los Lobos kwam ik uit in een in feeststemming verkerende entreehal. Wat was hier gaande? Daar speelde een bandje met het vuur en de urgentie die zo node gemist werd bij andere bands; daar speelde een band met ballen die deed denken aan een kruising van alles wat rock & roll, hardrock  en country zo pakkend kunnen maken, denk daarbij zowel aan Deep Purple en Led Zeppelin als Lynnyrd Skynnyrd of the Flying Burrito Brothers. Het was Dirty Sweet , uit San Diego dus, met een in zwart gehulde bezwerende Sjamaan als voorganger/zanger die een waanzin in de ogen had die alle twijfel wegblies: hier stond dé band van de avond. Waar hoor en zie je trouwens het verschil tussen een goede en een heel goede band? Let maar eens op de ritmesectie van Dirty Sweet.