Met enige gereserveerdheid betrad ik bij de première de treden van de Machinefabriek. Is het mogelijk om de muziek van Captain Beefheart goed uit te voeren? Is het mogelijk om zijn buitengewoon veel octaven beslaande zangprestaties te imiteren, laat staan te evenaren? Zal de intuïtie en emotie zegevieren, hetgeen waarmee de Captain onze harten wist te veroveren?
Het korte antwoord is een volmondig JA. Dat is ze gelukt. Het lange antwoord is dat goed is nagedacht over wat Captain Beefheart nou precies is, wat hij vertegenwoordigt en hoe je dit kunt vertolken. Frank Lammers speelt met verve iemand die ‘de bevrijding’ van Captain Beefheart nooit meer te boven is gekomen. Net als de Beefheart aficionados, die maar op zoek blijven naar vergeten opnames en bootlegs van optredens van de oppertovenaar. Hij heeft nooit zijn geheimen prijsgegeven en verliet in 1982 plotseling de ‘plastic industry’. Enkel zijn irrationaliteit wilde hij met ons delen en zo kwam hij tot de mooiste inzichten, treffend verwoord door regisseur/schrijver Ko van den Bosch en vertolkt door Frank Lammers.
Juist het even briljante als ongrijpbare van Captain Beefheart geeft hem de oneindigheid en onsterfelijkheid, waar hij zelf nog het minst om maalt. “Er is evenveel schoonheid als rottigheid, zodat ze elkaar kunnen legitimeren.” Eén van die uitspraken waar je even over kunt nadenken. Nog eentje: “Ik wil nadenken, niet meedenken. Paranoia is ook een vak." Vaak even treffend als onbegrijpelijk, en daarmee een aanval op een wereld waarin de ratio het gevoel probeert te domineren. Als een ‘psychonaut’ bazelt hij door in tijd en ruimte overstijgende LSD-sferen.
Intussen is er veel muziek. Verbluffend goed uitgevoerd door alle muzikanten, waardoor het publiek toch nog in de gelegenheid wordt gesteld om iets van deze legende live te ervaren. En Frank Lammers kan Beefheart imiteren. In sommige nummers zingt hij bijna net zo goed als de maestro zelf. Maar ook in zijn spel neemt Lammers je mee in een poel van losgeslagen inzichten, emoties en een animalistische oer-gedrevenheid. Met veel trommels en ‘eeeeeelectricity!’ ontstaat een bezwering als in rituele Afrikaanse muziek of sommige dance. Het ritme als organiserend principe. De melodische instrumenten zijn soms juist vooral beeldend. Zoals een gitaar en een schuiftrombone die het geluid van een trein imiteren bij de tekst van ‘Old Train Coming’. De maatsoorten schuiven hierbij even ongrijpbaar als vanzelfsprekend over elkaar heen. En ondanks de hoekigheid blijft het rollen. Als een vuurkar op vierkante wielen.
Iemand kwam naar buiten met de opmerking dat ze er niets van begreep. “Goedzo”, dacht ik, “dat is dan gelukt.” Het hele ongrijpbare van de voorstelling Low Yo Yo Stuff versterkt de mythe van de meester, in plaats van te proberen deze te verklaren. Ik hoop dat u ook niets van deze recensie begrijpt. Low Yo Yo Stuff gaat over gevoel en dat moet je ervaren.
Muziektheater Captain Beefheart: Vuurkar met vierkante wielen
Ko van den Bosch en NNT hebben de magie begrepen
Met enige gereserveerdheid betrad ik bij de première de treden van de Machinefabriek. Is het mogelijk om de muziek van Captain Beefheart goed uit te voeren? Is het mogelijk om zijn buitengewoon veel octaven beslaande zangprestaties te imiteren, laat staan te evenaren? Zal de intuïtie en emotie zegevieren, datgenehetgeen waarmee de Captain onze harten wist te veroveren?