Opener van de avond, Tekhton “uit Stad”, zoals zanger Bert-René na het eerste nummer meldt, wekt al voor het optreden hoge verwachtingen in verband met de hoeveelheid apparatuur op het niet bepaald ruim bemeten podium van Simplon. Naast de nodige versterkers en effectpedalen beschikken de mannen over een heuse theremin, een radioachtig instrument dat piep- en fluittonen produceert. Helaas kan de band niet aan de verwachtingen voldoen: de verwachte soundscapes en de experimentatie blijft grotendeels beperkt tot een intro. Tekhtons muziek is log, zwaar en duister, maar de uitvoering kon beter. Vooral de onstrakke timing in de sferische, langzame passages en het niet echt naar voren komen van de zang zorgen ervoor dat deze band niet echt overtuigt.
Psychedelische beelden gemaakt door een microscoop, vlammen, allerlei beesten in negatieve belichting en angstig kijkende vrouwengezichten in zwart-wit komen in een herhalende, maar in de loop van de set steeds subtiel veranderende stroom van beelden en kleuren voorbij. Deze visuals versterken de getergde, dynamische sfeer die de muziek oproept duidelijk.
Het onderstreept nog eens extra de boodschap die ASOL over probeert te brengen. En dat doet de band op een gedreven, strakke en intense manier. De muziek is divers en goed in balans tussen zwaarte en melodie. Vooral de cleane, klagende zang is een pluspunt ten opzichte van andere bands die door een rauwer, meer gruntgericht stemgebruik niet alleen in de mix rommeliger worden, maar ook eendimensionaler overkomen. Voor de liefhebbers van doom, sludge, post-metal en stonerrock die dit optreden aan hun neus voorbij hebben laten gaan: Schaam je diep.