Showcasefestival Eurosonic Noorderslag: drie dagen groot feest

De toegevoegde waarde van Belgische patatten en lekker schommelen

Johanz Westerman ,

Eurosonic Noorderslag 2009 was wederom een goed en veelzijdig showcasefestival waar veel nieuwe muziek is te ontdekken. Het festival lijkt inmiddels behoorlijk volwassen en volgroeid, al zou op het punt van ‘beleving’ nog wel iets te winnen zijn. Een poging tot kritische totaalbeschouwing van de hoofdredacteur, maar vooral veel lof

De toegevoegde waarde van Belgische patatten en lekker schommelen

Zoals bekend is Eurosonic Noorderslag (dit jaar de officiële naam) ooit begonnen als een wedstrijdje België Nederland, met bandjes uit beide delen van de voormalige Republiek der Verenigde Nederlanden. Dit jaar was België tot themaland verkozen. En dat bleek een goed idee, want op de openingsavond was het meteen raak met Waxdolls, het Belgische electropunk duo dat het hardste rockte in Simplon. Jon Spencer in een moderne bangin electro setting en gevarieerder dan Goose. Krijgen van mij de prijs voor beste Belgen van het festival. De donderdag begon ook al perfect met een fantastisch optreden van het Deense Lulu Rouge in Grand Theater, die het geluid van de dub op alle mogelijke manieren terug laten komen, van dubhouse met acid tot  Massive Attack soundsystem vibes.
 
De vrijdag is voor mij altijd iets minder interessant, terwijl er wel meer aanbod is. Raar eigenlijk. Iets meer mainstream, meer ‘bandje’ bandjes, of al te bekend, zoals veel acts van de danceprogrammering in De Pudding. Ik was daar ruim op tijd voor Fake Blood uit Londen, waardoor ik nog een aardig stukje van de dampende Franse electrohouse van Yuksek kon meekrijgen. Dat ging er meteen goed in. Daarna Fake Blood als uitsmijter. Die zou qua dance wel eens het hoogtepunt van Eurosonic  kunnen worden. Maar helaas, het ging niet door omdat het programma teveel was uitgelopen (zie zijn blog op MySpace) en de stekker er uit werd getrokken door de zaalhouders. Big bummer.
 
Bij Noorderslag won De Dijk De Popprijs. Een Nederlandstalig exportproduct (geliefd criterium normaal) in Zuid-Afrika en België wellicht? Hebben ze nog een duwtje in de rug nodig omdat ze anders omvallen na 29 jaar? Ik snap er nog steeds niets van wat nou precies de criteria van de jury zijn, maar de groep heeft een grote following, dus ze zullen het wel hebben verdiend. Maakt ook niet uit, het is een fantastisch gezicht om al die liters bier richting podium te zien vliegen. Een bijzondere traditie toch wel eigenlijk, dat soort dingen moet je koesteren.
 
Echt helemaal los ging het bij Boemklatsch. Die deelden handdoekjes rond om mee te zwaaien toen de kelder in een sauna veranderde bij de dubstep kraker ‘Where’s My Money’, de Caspa remix van een nummer van TC. Maf om te zien dat de zaal nu collectief uit zijn dak ging, terwijl hetzelfde nummer even eerder in een vrijwel lege binnenzaal niets deed. Was die zaal te licht? Of teveel een uithoek, waar je bijna niet kon komen doordat de foyer telkens helemaal vol stond en de dichtstbijzijnde bar niet binnen tien minuten te bereiken was? Laat staan dat je even heen en weer ging lopen.
 
Maar het was natuurlijk weer allemaal heel erg leuk. Er was veel goede muziek te ontdekken,  je ontmoet iedereen weer eens (de bekende nieuwjaarsborrel functie) en doet leuke contacten op.  De seminars waren natuurlijk verdomd interessant en bijna alles loopt gesmeerd lijkt het, goed geolied als de Belgische patatten op de Grote Markt. Daar ga je dan met je kritische beschouwing.
 
Al heb ik nog wel iets. Volgens mij is er op het punt van ‘beleving’ nog wel wat te winnen. Gewoon qua welke band op welke locatie, maar ook met goede aandacht voor visuals in de ruime zin. Het is vaak zo belangrijk. Hoe het goed werkt, zag je bijvoorbeeld met Lulu Rouge op het sfeervolle podium van Grand Theater. Of dubstep die wel aanslaat in een donkere anonieme kelder maar niet in een te lichte binnenzaal. Of led panelen bij Data in Simplon. Of heerlijk onderuit kunnen liggen op de vloerbedekking van de 3voor12 zaal bij de experimentele hypnose-electro van Adept opvolger Eklin.
 
Daarnaast kan ook zoiets absurds als de (onbedoelde?) humor van een compleet uit de context getrokken Belgische frietkraam midden op de Grote Markt, met een paar verkopers er in die alleen maar onverstaanbaar Vlaams spreken, toegevoegde waarde hebben. Het duurde even om te beseffen dat het geen theater was. Dingen die niet muziek zijn kunnen wel bijdragen aan de sfeer en daardoor indirect ook aan de optredens. En je zou met dergelijke grappen ook het leed van het wachten bij volle zalen kunnen verlichten. Beleving stimuleren is leuk, dat zie je bij een festival als Lowlands, dat daar vrij goed in is. Ach ja, voor mij werkt dat in elk geval wel, het was dan ook een hoogtepunt om tussen de seminars en optredens door ergens een schommel te ontdekken in een hotel en daarop lekker los te gaan met wat welgeëerde gasten uit het lage zuiden. Maar ook zonder dergelijke pret was het weer drie dagen groot feest in hoge noorden, waarvoor alweer bedankt.