Madeleine Peyroux geeft zichzelf bloot

Koude straat verruild voor warme theaters

Hedwig Hibma (tekst) & Jan Willem Jansen (foto) ,

Op de tournee rond het in maart verschenen album “Bare Bones” trakteert Madeleine Peyroux de Grote Zaal van De Oosterpoort Groningen op lome blues en jazz in de traditie van Billie Holiday. Uit haar teksten blijkt een bewogen leven, maar ze geeft er wel een positieve draai aan

Koude straat verruild voor warme theaters


Geboren in de Amerikaanse staat Georgia en opgegroeid in Brooklyn en Parijs torst de 34-jarige zangeres Madeleine Peyroux heel wat bagage met zich mee. Het drankprobleem van haar vader is slechts een van de problemen waarmee ze te maken krijgt. In de titeltrack van “Bare Bones” heeft Peyroux de boodschap verwerkt die haar vader haar meegaf: als je ooit in een kille goot belandt, zorg dan dat je een fles whisky bij je hebt voor wat warmte.

In 1989 trok Peyroux langs de straten van Parijs met een groep muzikanten en later sloot ze zich als zangeres aan bij de Lost Wandering Blues & Jazz Band. Aan het publiek in De Oosterpoort vertelt ze dat het toch wat koud was om op straat te spelen en dat ze toen maar de theaters is ingegaan. De combinatie van jazz, blues en americana van Peyroux is daar zeker geschikt voor. Vanavond treedt ze op met een drummer, (contra)bassist, gitarist en een toetsenist en zelf speelt ze gitaar.

Madeleine Peyroux brengt in 1996 haar debuutalbum “Dreamland” uit. Op de eerste drie albums zingt ze veel covers van onder meer Patsy Cline, Leonard Cohen en Bessie Smith. Aangespoord door producer Larry Klein, de ex-man van Joni Mitchell, schrijft ze echter steeds vaker haar eigen teksten. Aan alle elf nummers van het nieuwe album heeft ze een tekstuele bijdrage geleverd. Volgens Larry Klein is de overkoepelende boodschap van het album dat je alles kunt overwinnen.

Peyroux speelt met de tegenstelling tussen misère en hoop. Ze meldt dat er eerst een nummer komt over een ongelukkige scheiding. Even daarna is het tijd voor het vrolijke “Instead”, waarin ze oplossingen geeft voor als je je een dagje wat minder voelt. Bij “Lady in Pigalle” wordt rood licht gebruikt als metafoor voor de bordelen in de Parijse wijk Pigalle, waar Peyroux destijds woonde.  

De muziek van Peyroux ligt prettig in het gehoor, maar voor een optreden van zo'n anderhalf uur is het wat teveel van hetzelfde. Halverwege de show is er echter een verrassende wending, wanneer de band dicht bij elkaar gaat staan als een groepje straatmuzikanten. De basgitaar wordt verruild voor een contrabas het kabbelende patroon wordt doorbroken. Met “La Javanaise” van Serge Gainsbourg is Madeleine Peyroux even terug op de straten van Parijs.