De platenkast in met... (deel 2): popjournalist Jacob Haagsma!

‘Waarschijnlijk reïncarneer ik als muzieknoot. Een C’

Tim Fierant, ,

In de tweede ‘De Platenkast In Met...’ staat de platenkast van muziekjournalist Jacob Haagsma centraal. Haagsma is al ruim jaar muziekjournalist en werkt tegenwoordig voor Oor, NRC, nrc.next en de Leeuwarder Courant. Twee dingen vallen op bij het binnengaan van Jacob Haagsma’s ‘jongenskamer’: hond Rocco die voor een buitengewoon enthousiaste begroeting zorgt, en de ontstellende hoeveelheid cd’s

‘Waarschijnlijk reïncarneer ik als muzieknoot. Een C’

Is het geen probleem, zoveel cd’s? Haagsma: “Het is een groot probleem! Ik word er ook behoorlijk moe van. Ik krijg heel veel, en ik koop ook nog wel eens wat. Om het allemaal maar bij te houden, dat valt gewoon niet mee.” Gewezen op de cd’s die in verborgen achter dikke stapels nog netjes in hun kast staan: “Soms schuif ik wel eens wat aan de kant, dan wil ik eens kijken wat daar ook al weer ligt. Ik ben niet zo’n goeie stapelaar zoals je ziet.” Dubstep Gevraagd naar welke recente plaat Haagsma in zijn hart heeft gesloten, is het antwoord stellig: “De tweede van Burial. Het is dubstep, althans die scene een beetje. Zijn debuutplaat was erg sterk. En dan komt ‘ie nu met deze, Untrue, en dan gaat hij er nog een keer vet overheen. Dubstep-achtig met een hele specifieke sfeer. Hij werkt veel met stemmen. Sommigen vergelijken het met Massive Attack. Dat hoor ik er wel in, vooral qua sfeer. Maar ritmisch is het veel spannender.” De overdaad aan muziek die Haagsma wekelijks voor de kiezen krijgt, doet hem soms teruggrijpen naar het verleden. “Ik draai vrij bewust ook wel oudere dingen. Dan wil ik even geen nieuwe shit. Dan duik ik de diepte in, op ontdekkingstocht. Ik zit de laatste tijd vooral in de ouwe blues, ouwe folk. Oude gospel ook. Dit bijvoorbeeld, heb ik net binnen. Ken je die beroemde Harry Smith’s Anthology of American Folk Music? Dit is het vierde deel, in die beroemde box zitten drie delen. Daar ben ik de laatste tijd ook erg door gepakt.” Religieus “Keiji Haino, een Japanse meneer die ook de band Fushitsusha heeft, daar heb ik veel van. Dat is echt zo’n man die zijn hele ziel en zaligheid in zijn muziek legt. Alsof hij geen keus heeft. Alsof het voor hem bijna religieus is. Dat pakt mij dan toch wel, als iemand er zo voor gaat. Dat is echte puurheid. Hij dompelt zich er helemaal in onder.” Al luisterend naar uitgesponnen gitaargekte van bovengenoemde Keiji Haino vertelt Haagsma dat hij een vrij extreme smaak heeft. Zijn werk zorgt ervoor dat zijn muzikale horizon zich vaak verbreedt. Hij wordt tenslotte geconfronteerd met muziek waar hij eerder nooit bij stil had gestaan. Zoals de boxset Goodbye, Babylon. “Ik heb een zwak voor boxsets. Dat is natuurlijk per definitie historisch materiaal. Dit is een mooie box. Goodbye Babylon heet deze. Beetje hetzelfde tijdvak als Harry Smith’s. Eerste helft van deze eeuw met allemaal religieuze muziek. Er zitten zelfs balletjes katoen in! Écht uit het zuiden. Een schítterend boekje erbij. Dat vind ik dus leuk om te kopen. Maar een paar jaar terug nooit gedacht dat ik hier nog eens zo mee zou weglopen.” Vinyl Al rondkijkend door de kamer valt op dat er geen vinyl staat. “Mijn vinylverzameling, dat is een beetje een triest verhaal,” bekent Haagsma. “Die staat in het hok in de tuin. Ik heb een nieuwe platenspeler gekocht laatst, en toen heb ik een paar weken lang alleen maar vinyl gedraaid. Dat was wel heel erg leuk. En dat doe ik nog wel eens. Ik koop het zelden, en krijg ook zelden nieuw vinyl. Ik draai dan reggae, en veel Marc Almond. Of ik pak gewoon een stapel uit het hok.” Wat is eigenlijk Haagsma’s favoriete Friese band? “Adept. ’t Is maar net of je die band ziet als Fries als Gronings natuurlijk. Ik als Fries zie ze als Fries natuurlijk. Ik zag ze vorig jaar voor het eerst op Noorderslag en toen was het wel van ‘wow! Wat gebeurt hier?’ Die plaat was ook goed, live was het goed. En de helft van Adept speelt in Bonne Aparte, heb ik live nog niet gezien maar de nummers op hun MySpace vond ik te gek.” Eerste plaat Mijn eerste plaat was Iron Butterfly Live. Van In Gadda Da Vida weet je wel? Volgens mij kwam hij bij Looper vandaan, in Sneek. Je had twee platenzaken in Sneek. Ik kom uit de Zuidwesthoek van Friesland. Ik ging in Sneek naar school, en dan dus naar de platenzaak toe. Looper en Minkema waren de platenzaken daar. Later ging ik dan wel naar Leeuwarden toe. Daar waren toch wel betere platenzaken. Maar die plaat van Iron Butterfly heb ik nog steeds. Die ligt dus in het hok in de tuin.” Als een van de belangrijkste platen uit zijn verleden noemt hij Joy Division’s Unknown Pleasures en Closer. “Ik weet nog dat ik vroeger thuis bij mijn ouders naar Joy Division luisterde en dat mijn moeder zei: ‘Wat klinkt die man triest.’ Toen ik vertelde dat hij inmiddels zelfmoord had gepleegd schrok ze zich volgens mij de pleuris. Ik was toen puber, post-puber. Maar ik ben het altijd blijven draaien. Die remasters heb ik ook gekregen. Met The Beatles heb ik nooit iets gehad. Schrijf dat maar op: Ik vind de Beatles de meest overschatte band van de moderne tijd.” Bijbels “Ik hou ook wel heel erg van reggae. The Congos bijvoorbeeld. Dit is hun plaat Heart Of The Congos. Een van de mooiste reggaeplaten ever. Vol met bijbelse thema’s. Titels als Sodom And Gomorrow, Ark Of The Covenant. Of ik iets met religie heb? Niet echt. Ik zie wel het verband tussen muziek en religie. Hier is dat overduidelijk, de reggae-wereld drijft grotendeels op de rastacultuur.” Bezieling lijkt het sleutelwoord in de muzieksmaak van Haagsma. Muzikanten moeten bezweren, in trance brengen. “Ik hou niet zo heel erg van popliedjes. Daryll-Ann enzo, dat vind ik wel leuk. Maar waar ik het meest van hou is muziek waar je je een beetje in kunt verliezen. Vroeger vond ik het langste nummer van een plaat altijd het mooist. Dat is natuurlijk weer een beetje onzin, maar nummers zoals die van Keiji Haino die soms wel drie kwartier doorgaan, dan raak je in een soort trance. En dat is bij veel religieuze muziek net zo.” “Ik heb eens een Indiase muzikant geïnterviewd en die zei: ‘Muziek is God, God is muziek. Als er ergens een God is, zit die waarschijnlijk ergens in die muziek. En dat geloof ik wel. Waarschijnlijk reïncarneer ik als muzieknoot. Een C.”