Groverpop gooit gros activiteiten overboord

"Drastische maatregelen enige manier om faillissement af te wenden."

Tim Fierant, ,

Groverpop-directeur Patrick van Lint over het hoe en waarom van de financiele misère van de stichting Groverpop. “Op sterven na dood? Absoluut niet.”

"Drastische maatregelen enige manier om faillissement af te wenden."

Geen bandjesavonden meer in het Viadukt, de Spieghel en de Shadrak; de hand op de knip, en geen kantoor meer in datzelfde Viadukt. Dat is het magere toekomstbeeld dat Groverpop zichzelf deze week noodgedwongen heeft moeten opleggen. Na een kleine achttien maanden zelfstandheid is gebleken dat de middelen van Groverpop niet toereikend genoeg zijn om op eenzelfde niveau te blijven opereren zoals zij dat sinds haar oprichting in 2001 heeft gedaan. Patrick van Lint, directeur van Groverpop, legt uit: “Dus de komende tijd richten we ons alleen op activiteiten met een grotere reikwijdte, maar vooral met grotere partners. Want als je een grote partner achter je hebt staan, kun je ook meer dingen doen. Die willen vaak investeren, denk aan Noorderslag, het Bevrijdingsfestival en de Popprijs.” “Ook gaan we weg uit Het Viadukt, waar we ons kantoor hebben. Nou was dat kantoor al een noodoplossing. Maar we hadden daar wel een eigen telefoonlijn, eigen internetverbinding. Dat gaat allemaal weg. Scheelt ook weer in de kosten. En thuis heb ik ook een kantoor.” Programmeringen op de kleine podia en in het Viadukt leverden volgens Van Lint “mooie avonden op, maar ook verliezen. Dat kan de Stichting nu niet meer trekken. Al de reserves die zijn opgebouwd zijn uitgeput. Doorgaan op dezelfde manier zou het faillissement betekenen van de Stichting en dat moet ten alle tijden voorkomen worden.” Volgens Van Lint was de subsidierol die Groverpop heeft, een flinke aanslag op het budget: “Als klein festival of klein podium krijg je alleen een subsidie van het FPPM (Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing, red.) als je van ons ook wat krijgt. Dus er werd veel bij ons aangeklopt, en dat drukte flink op ons budget. Dus hebben wij de provincie gevraagd of ze daar geld voor vrij konden maken. Dat ging allemaal niet door. Ja, dan rest ons weinig anders dan aan de rem te trekken.” 'Aan de rem trekken' houdt dus in: stoppen met de bandjesavonden, en geen subsidie meer doorgeven aan podia en festivals. Beide zaken kostte de stichting op jaarbasis bijna meer dan 20.000 euro en dat is meer dan vijftig procent van haar budget. Van Lint: “Vooral dat we moeten stoppen met die bandjesavonden in Het Viadukt vind ik erg jammer. Want dat is wat ik heb gezegd in 2003: 'Laten we nou eens voor een vast podium voor beginnende bands zorgen.'” Van Lint ontkent dat hij met dit bericht een laatste poging doet om bij de politiek subsidies te forceren. “Dit bericht is niet naar buiten gebracht met idee om op de barricades te gaan staan, nee hoor. Het is nu wachten op de nieuwe cultuurnota, die komt in 2008. Het is voor nu heel simpel: we kunnen niet door met alles wat we doen, dus dan maar met een beetje. En dan lees ik vanochten in het Dagblad dat we op sterven na dood zijn. Nou dat is dan ook wel weer een beetje teveel van het goede.” Wanhopig is Van Lint allerminst: “Natuurlijk verwacht ik nog wel wat uit de politiek hoor. We zijn natuurlijk nog steeds aan het praten over hoe de dingen verder moeten, ook met de gemeente. Veel van onze activiteiten vinden natuurlijk plaats in de gemeente, en ook de provincie is van mening dat de gemeente meer moet doen.” Helemaal verrast door de huidige situatie is Van Lint niet: “Al vanaf dat we uit Simplon vertrokken hebben we tegen elkaar gezegd: 'Jongens let op, nu gaan we het moeilijk krijgen.' En al met al vind ik dat we het nog behoorlijk lang vol hebben gehouden.”