Bromheads Jacket: een rafelig, versleten spijkerjasje

Gruizelig, rauw en energiek

Richard Velthuis, ,

De wereld wordt momenteel overspoeld met stuiterpopbands uit Groot-Brittannië. Te veel van deze bands stijgen amper boven de grijze middelmaat uit. Bands als The Pigeon Detectives, Larrikin Love en Harrisons voegen met hun muzikale bijdrage weinig toe. Andere bands, zoals Bloc Party, The Rakes en The Futureheads, hebben meer lef en wagen zich op een hoger niveau. Gisteravond bleek in Vera waar Bromheads Jacket te plaatsen is.

Gruizelig, rauw en energiek

Dits For The Commuter Belt is het debuutalbum van Bromheads Jacket. Het is gevuld met (dertien) rauwe, schurende stuiterliedjes. Het geheel klinkt als een kruising van Nirvana, The Ponys en Arctic Monkeys. Live heeft de band al een aardige reputatie opgebouwd. Bromheads Jacket laat vaak een spoor van vernieling na. Bloedneuzen, kapotte gitaren en gevulde moshpits lijken de standaard. Nederland heeft een speciale plek in het hart van Bromheads Jacket. Twee energieke optredens in Paradiso en een optreden op EuroSonic zijn hier debet aan. De band ontving er een dusdanig positieve respons dat ons kleine kikkerlandje niet meer stuk kan. Een kleine clubtour in Nederland is het gevolg. Gisteravond speelde de band in Vera. De plek bij uitstek voor rauwe, gruizelige muziek. The Girls uit Meppel mochten, net als vorige maand bij Razorlight, het publiek opwarmen. Er werd gelukkig al minder geouwehoerd tussen de nummers door, maar de band moet nog veel leren (ga van dat podium af als je optreden klaar is!). Waar het hart vol van is, loopt de mond van over, is het voornaamste credo van de jongens uit Meppel. Meisjes, meisjes en nog eens meisjes: daar draait het om. Dit levert een hoop dertien in een dozijn stuiterliedjes over bakvissenliefde op. Goed gespeeld, dat wel, en van een vergelijkbaar niveau als GEM. Geknipt voor 3FM en TMF, dus. De drie mannen van Bromheads Jacket trapten af met het nummer Orsons Intro. Dit intro liet direct zien waar de band voor staat. Geen frisse liedjes, en al helemaal geen tijd om stil te staan. Beuken, schuren en rauwdouwen is het devies. Het duurde niet lang, of de eerste beukers betraden de moshpit. Zanger Tim Hampton zorgde met zijn praatzang à la Art Brut en belerende vingerwijzingen dat het tempo gehandhaafd werd. Hij betoonde verder zijn liefde voor Nederland door af en toe de nummers in het Nederlands aan elkaar te praten. Hampton schijnt dan ook in Nederland geboren te zijn. Dat beweerde hij tenminste tijdens het optreden op EuroSonic. Hamptons’ respectvolle houding ten opzichte van Nederland werd enthousiast onthaald. De moshpit groeide gestaag, en nummers als Fight Music For The Fight werden met open armen ontvangen. Bromheads Jacket voelde zich als een vis in het water. Hampton deelde zijn wijn met het publiek en stelde voor om daarbij - als waarachtig christen - brood te breken. Muzikaal bleef het echter veel van hetzelfde. Moordende drums en snelle energieke riffs maakten veel nummers tot elkaars gelijke. Tenminste, daar leek het op. Tegen het einde van de show besloot de band nog twee nieuwe nummers te testen op hun moshpitgehalte. Gezien de reacties was de test geslaagd. De band ging af en het optreden leek ten einde. De lichten gingen aan, de dj draaide zijn eerste plaatje, en toen gebeurde het. Hampton kwam nog terug! Zittend op een stoel, bracht hij twee nummers ten gehore. Met het uiterst rustige Rosey Lee besloot de band uiteindelijk een bewogen show. Bromheads Jacket bleek veel van hetzelfde te zijn. Het bestempelen als dertien in een dozijn doet de kracht van de band echter tekort. Veel van hetzelfde kan prima zijn, als datzelfde maar oké is. Deze vlieger gaat zeker op voor Bromheads Jacket. Het is rauw, het schuurt en het gaat erin als koek. De nummers blijven hangen in het geheugen. En het allerbelangrijkste is dat Evert (Grunn Rocks) zag dat het goed was. Zijn goedkeuring lijkt voldoende: Bromheads Jacket is een blijvertje.