Simplon heeft nog steeds geen eigen smoel

Het culturele zorgenkind van de gemeente onder de loep

Lemke Kraan, ,

Flinke bezuinigingen, een dreigende sluiting, het vertrek van muziekkoepels Groverpop en Zapclub: Simplon kwam de afgelopen jaren nauwelijks positief in het nieuws. Gerommel tussen personeel en directie en een magere programmering maakten het er niet beter op. Maar de laatste tijd klinken weer positieve geluiden. Simplon heeft een punt achter het verleden gezet en gaat vol goede moed verder. Toch denkt niet iedereen hier zo over…

Het culturele zorgenkind van de gemeente onder de loep

In 2004 dreigde Simplon door bezuinigingen te moeten sluiten. Wethouder van Cultuur Karin Dekker had geen vertrouwen meer in de directie, het bestuur en de artistieke kwaliteit van het podium. Een stevig protest volgde. Simplon schreef een nieuw beleidsplan, dat door de wethouder werd afgekeurd omdat zij het een bedrijfseconomisch plan zonder visie vond. Maar er kwam een tweede kans, en in mei 2005 schreven Zapclub en Groverpop, die op dat moment een groot deel van de programmering verzorgden, een nieuw beleidsplan. Daarin werd Simplon als cultuurpodium omschreven. De raad keurde het plan goed en Simplon kreeg voor vier jaar subsidie. De raad had veel vertrouwen in het uitvoeren van de artistieke lijn, zoals die werd omschreven in het beleidsplan. Zij baseerden dit vertrouwen op de grote rol die Groverpop en Zapclub zouden gaan spelen in de programmering. Het idee was dat de organisaties als programmeurs zouden opgaan in de stichting Simplon. De twee muziekkoepels en Simplon konden dan als een geheel opereren. Het liep anders. De partijen kwamen er niet uit, wat in juli resulteerde in het vertrek van Zapclub en - later - Groverpop. Eén van de omslagpunten was de aanstelling van twee nieuwe programmeurs, terwijl het overleg over de nieuwe rol van de twee koepels nog liep. De rol van Zapclub en Groverpop was bij voorbaat al uitgespeeld. De gemeenteraad maakte zich grote zorgen of het beleidsplan, waarin voor beide organisaties een grote rol omschreven staat, nog wel kon worden uitgevoerd. Van de ChristenUnie mocht de stekker eruit. Maar wethouder Dekker zei Simplon de tijd te willen geven zich te ontwikkelen. De raad zal afwachten tot de evaluatie van 2007. Twijfel ontstond over de juistheid van het aanstellen van de twee nieuwe programmeurs. Hoewel programmeurs Darko Esser en Albert Reinink veel ervaring hebben met programmeren binnen Simplon – ze waren allebei enkele jaren bij het podium in dienst - wonen ze niet meer in Groningen. Het programmeren doen zij naast hun banen bij respectievelijk Doornroosje en het Burgerweeshuis. Bij programmeren is het belangrijk voeling te hebben met wat er in de stad gebeurt. Dat zou bij externe programmeurs kunnen ontbreken. Zo kon het gebeuren dat Simplon een danceavond voortijdig moest afblazen, omdat op diezelfde avond drie andere feesten gehouden werden in Groningen. Vanuit Simplon zelf kwamen ook kritische geluiden over de nieuwe koers. In december organiseerde actiegroep De Werkvloer, die bestaat uit verschillende Simplonmedewerkers, een spandoekenactie. Spandoeken met teksten als ‘Simplon is crap zonder Grover en Zap’ verschenen op de gevel. “We hadden liever gehad dat ze eerder hadden gereageerd op onze vragen en zorgen”, zegt Serge Lammerts, woordvoerder van De Werkvloer. “Toen Groverpop en Zapclub vertrokken, vroeg ik me af waar het heen zou gaan met Simplon. We richtten een actiegroep op en stuurden verschillende berichten naar de directie en het bestuur. Maar we kregen geen antwoord. Met de spandoeken wilden we een reactie ontlokken. Dat is gelukt, het heeft heel wat losgemaakt.” Sinds december is een deel van het Simplonpersoneel, onder leiding van De Werkvloer, in staking. Volgens Lammerts worden op het moment de afspraken met de gemeente met voeten getreden en ontbreekt het de directie aan een artistieke visie. “De directeur, Erik Op ’t Eijnde, heeft ooit zelf gezegd niets met cultuur te hebben. Zo iemand is binnen Simplon niet op zijn plek.” Ook kan het beleidsplan volgens hem zonder Groverpop en Zapclub niet uitgevoerd worden. En de stakers maken zich boos over de manier waarop de directie met hen omgaat. “Elk kritisch geluid wordt onderdrukt en degenen die kritiek uiten, worden er op een manipulatieve manier uitgewerkt. Voor de directie bestaan wij, de stakers, niet.” “Inderdaad”, zegt bestuursvoorzitter Mirjam de Meijer, “In feite hebben wij geen stakers. De zogenoemde stakers zijn oproepkrachten die niet meer opgeroepen worden. We hebben er niet zoveel last van. Het houdt wel een keer op.” Maar de stakers geven het niet op. Vorige maand plakten zij de binnenstad vol actieposters met confronterende uitspraken van directeur Op ’t Eijnde en wethouder Dekker. Binnen Simplon wordt liever niet meer gerept over het verleden. Directeur Op ’t Eijnde weigert daarom ook vragen over het verleden te beantwoorden. Hij verwijst liever door naar de kersverse programmeur Nick Steenge. “We staan nu alleen nog open voor mensen die positief mee willen denken over de toekomst.” Steenge is in december begonnen als vaste programmeur. Hij wordt begeleid door de tijdelijke programmeurs Esser en Reinink. De banen van deze twee ‘externen’ worden afgebouwd en de bedoeling is dat Simplon na de zomer een vaste interne programmeur heeft. Eentje maar; niet de twee programmeurs die in het beleidsplan genoemd worden. Steenge erkent dat de eigen programmering in Simplon een tijdje stil heeft gelegen. Maar volgens hem is de passie nooit weggeweest. “Je kon niet verwachten dat het meteen liep, toen Groverpop en Zapclub vertrokken. Die haalden toch de meeste programmering binnen. Het nadeel daarvan was dat Simplon zijn identiteit kwijtraakte. Vroeger wist je, als je wat wilde organiseren binnen Simplon, niet waar je moest aankloppen. Moest je nou bij Grover zijn, of bij de Zapclub? Als je nu wat wilt, is het duidelijk. Dan kom je naar Símplon toe. Ik zou willen zeggen: geef ons wat tijd.” Steenge heeft grote plannen om de urban cultuur op de kaart te zetten. Hij zegt goede connecties binnen het urban wereldje te hebben. Met het project Perron Simplon dat deze maand van start ging, krijgen beginnende lokale bands en acts een kans om op te treden. Elke week is een andere muziekstijl aan de beurt, op vaste momenten in de maand. In de toekomst wil Simplon voor deze avonden ook weer samenwerken met Groverpop. Donderdag, vrijdag en zaterdag worden de vaste avonden. “Ook de bezoekersaantallen zijn goed”, zegt Mirjam de Meijer. “Het bestuur heeft vertrouwen dat het goed gaat komen met Simplon.” Maar hoe zit het eigenlijk met de werkplaatsfunctie en het aanstellen van vrijwilligers? Want ook dat was omschreven in het nieuwe beleidsplan. De Meijer: “Er zijn nu nog niet zoveel vrijwilligers. Maar er komen gestaag meer bij. De meeste mensen interesseert het trouwens niet hoe het er met Simplon voorstaat. Die willen er gewoon hun ding doen. Of lekker feestvieren. Landelijk heeft Simplon nog steeds een goede naam.” Louter positieve geluiden vanuit Simplon zelf, dus. Maar het gerommel tussen personeel en directie is nog niet ten einde, en zodoende heeft dit verhaal een bittere bijsmaak. De laatste maanden zijn er veel personeelsleden ontslagen of vertrokken. Daarmee zijn de laatste mensen met kennis van popcultuur verdwenen. Het personeel dat de tent nu runt, zijn de mensen die werden aangesteld toen het podium nog een welzijnsinstelling was. Op het eerste gezicht lijkt het wel weer goed te gaan met de eigen programmering. De Simplonladder, die weer in ere is hersteld, ziet er in elk geval goed vol uit. Maar bij nadere beschouwing blijkt dat het wel erg vaak blijkt te gaan om producties van organisaties buiten Simplon. Deze producties waren er eerder ook, maar dan als aanvulling op de eigen programmering. En naar deze eigen programmering blijft het toch nog even zoeken tussen de verhuurklussen en externe producties. De artistieke lijn wordt zodoende niet uitgevoerd door Simplon zelf, maar door buitenstaanders. Simplon heeft nog steeds geen eigen smoel.