Naast het bijhouden van interessante ontwikkelingen in de hedendaagse muziek, heb ik altijd wel een paar privé-onderzoekjes lopen naar bepaalde muziekfenomenen uit het verleden. Het afgelopen jaar heb ik vooral de electrodisco en Bollywood-funk eens grondig uitgespit. Zo tegen het eind van het jaar kwam daar nog iets bij. Ik las in Last Night The DJ Saved My Life een hoofdstuk over northern soul.
Het was mij reeds bekend dat ze in Engeland in de jaren zeventig een heavy soulscene hadden, die nachtenlang helemaal los ging op obscure soul. Northern Allnighters noemden ze die feestjes. Om half acht in de ochtend was het pas gedaan, dan waren de laatste rauwe soulstompers gedraaid en toog het noordelijke (arbeiders)volk weer naar huis, na een escapistisch nachtje met liedjes over liefde vol bezieling. Soul dus.
Deze northern soul-scene wordt wel omschreven als de perfecte underground dance-scene. De dj’s importeerden vage plaatjes en mislukte hits uit de USA, plakten eventueel zelfs de labels af en draaiden zodoende muziek die nergens anders te horen was. Groot worden kon eigenlijk niet, want obscuriteit was een vereiste. Het gebeurde allemaal ver van het hippe Londen, waar de langzamere funk zijn intrede deed en men meer bezig was met de laatste trends. Niet in noordelijke steden als Wigan, waar elk weekend minstens duizend kids, al dan niet met peppillen in hun donder, in Club Casino de hele avond dansten op hun eigen muziek, geselecteerd door hun eigen deejay.
De werkkleding werd omgeruild voor baggy trousers (ze verkochten die wijde broeken op de feesten) en dan begon het wilde dansen op soul, waarbij volgens de overlevering zelfs de eerste voortekenen van de breakdance zichtbaar waren. Dit was het begin van de raves, zoals de massale feesten later bij de opkomst van house genoemd werden. Iets wat zijn tijd ver vooruit was, dus. Veel vroege house-dj’s hebben een northern soul-achtergrond. Verder waren groepen als The Jam en Soft Cell nogal geïnspireerd door de northern soul. Soft Cell’s Tainted Love is bijvoorbeeld een cover van een hit van Gloria Jones.
Hier in het noorden van Nederland wonen wij ook een beetje in de culturele periferie. Voordeel daarvan is, dat je een beetje je eigen wereld kunt maken, je eigen scene, je eigen stijl. In Groningen maakt het ons vaak minder uit of iets wel echt hip is; als het maar los gaat, als het maar echt is en ziel heeft. De meeste muziek die hier gemaakt wordt door bandjes en producers, is over het algemeen ook rauwer en meer underground.
Voordat ik op het nieuwjaarsfeest in de Oosterpoort moest draaien, hoorde ik daar toevallig de toespraak van onze burgemeester. Hij wist het publiek goed te onderhouden, maar er was geen wereldschokkend nieuws. Op een gegeven moment begon hij over het mooie van Groningen. Het is hier zo klein dat je elkaar nog eens kunt tegenkomen en dat het gezellig blijft, maar tegelijkertijd zo groot dat we wel zelfstandig kunnen functioneren. Hij heeft lang genoeg in Den Haag gezeten om te weten dat ze daar vaak andere prioriteiten stellen dan het Hoge Noorden. Nee, hier in Groningen moeten we alles zelf doen. En dat kan. Daarvoor zijn we namelijk weer net groot genoeg.
Laten we dit vooral zo houden. Ook in de muziek. Het is leuk om achter landelijke of Randstedelijke trends aan te hobbelen, maar het is veel leuker om hier onze eigen sound, onze eigen scene te bouwen. Of het nou om dance, rock, latin, jazz of wereldmuziek gaat: laten we het vooral lekker op onze manier doen. Wallage heeft gelijk. Het is hier, vertaald naar de muziekcultuur, klein genoeg voor scenebuilding en groot genoeg voor de infrastructuur om dit zelfstandig te kunnen doen.
Ik geloof dat onze burgervader meer van klassiek houdt, maar in zijn toespraak zat - of hij het nu leuk vindt of niet - toch iets van de northern soul-attitude. Goed gesproken, burgemeester! Het hoeft niemand te verbazen dat de northern soul-classic die ik gedraaid heb die avond, er in ging als Groninger notenkoek. Prachtig toch, zo’n gratis feest voor iedereen als opening van het nieuwe jaar. Waar vind je dat nou? We can make it together, brothers and sisters!
We can make it together!
Wallage’s Northern Soul
Groningen is klein genoeg om elkaar tegen te komen en het gezellig te houden, aldus burgemeester Wallage in zijn nieuwjaarstoespraak, maar groot genoeg om zelfstandig te kunnen functioneren. Johan Westerman legt de link met de Engelse northern soul van de jaren zeventig.