De Eurosonic-vrijdag: van rij naar rij

Teveel hypes en opkomende namen?

Rob Broere, ,

Of Eurosonic met de komst van een nieuwe programmeur veranderd is? Niet qua aanbod en verscheidenheid. Want er stond ook dit jaar weer veel te veel om te kunnen behappen. En de verdeling over de genres pop, rock, singer/songwriter, elektronica, dance, hiphop en exotica sloeg, net als altijd, door in het voordeel van de eerste twee. Maar de rijen bij de populaire zalen waren dit jaar wel errug lang…

Teveel hypes en opkomende namen?

Meer nog dan in voorgaande jaren, was het vrijwel onmogelijk om de hotte acts te zien te krijgen. Een half uur voordat Editors en Infadels in Huize Maas zouden spelen, stond er een rij van tientallen meters. Voor The Robocop Kraus moest je je een uur voor aanvang naar Minerva begeven. En zelfs aan het begin van de vrijdagavond stond er al een rij voor Images, waar José González optrad – de man van het liedje bij Sony’s stuiterballenreclame. Het lag niet aan het aantal verkochte kaartjes, dat al jaren aan een bovengrens gehouden wordt. Misschien stonden er dan toch wat meer hypes en (beginnende) grote namen. En dat zou wel eens te maken kunnen hebben met de nieuwe programmeur, die externe partijen meer invloed op de programmering toestaat. Zodat ze zich met hun populairste acts van hun beste kant kunnen laten zien. Maar hoe het ook zij, ook voor de mensen die er niet van houden om in rijen te staan, was er genoeg te genieten. En voor de mensen zonder fiets was er zelfs een pendelbus naar Simplon ingezet. In Vera begon de avond met het Zweedse Dungen. Een band die in de jaren zestig in een jamsessie bleef hangen, naar een andere dimensie schoot, veertig jaar later werd teruggeflitst naar de Groningse rocktempel en doorspeelde of er niets gebeurd was. Want hoe verklaar je de volslagen authentieke, harmonieuze en meerstemmige sixtiespop met psychedelische gitaarmuren anders? De band die daarna speelde, het Britse Telex, bleek een regelrechte Radioheadkloon. Wel een verdomd goede, maar toch. Je helden letterlijk kopiëren, dat doé je niet! Voor de danslustigen was het Spaanse gezelschap Ojos de Brujo een aanrader. Hun pompende mix van latin, hiphop, elektronica en Spaanse gitaren liet een barstensvol Huize Maas naar adem snakken. Vooral de venijnige raps van de charismatische zangeres maakten indruk. En even later maakten de hiphoppers van Fettes Brot er met old school beats, commerciële melodieën en pakkende raps over lesbische meisjes een feestje van in Minerva. Onmiddellijk gevolgd door het grungy gitaargeweld met gelaagde melodieën van Blackmail. Beide acts trokken vooral landgenoten en bedankten hun publiek voor het gemak dan ook maar in het Duits. Er leken trouwens sowieso meer buitenlanders dan ooit rond te lopen in de Groningse binnenstad. Duitsers, vooral, maar ook veel Engelsen, Spanjaarden, Italianen en Scandinaviërs. Omdat Editors onbereikbaar was, maakte ik daarna een omtrekkende beweging naar het Grand Theatre. En dat bleek een goede keuze. Animal Alpha was niet alleen de hardste band van de avond, maar ook de strakste. Onder leiding van een sympathieke, licht gestoorde zangeres/brulboei in een trouwjurk, hakten twee geniale gitaarbeulen en een massieve ritmesectie er ongenadig hard in. De hardrock, groovende metal, grunge en noise kreeg soms een theatraal tintje door de presentatie en loepzuivere vocalen van de op Glenn Close in Fatal Attraction lijkende frontvrouw. Maar het draaide altijd weer uit op machinaal strakke, blazende beukrock waar de broekspijpen en neusvleugels van gingen wapperen. Heerlijk als afsluiter. Kun je toch nog met de vertrouwde ruis in het hoofd naar huis. Terwijl je het knagende gevoel hebt dat je meer onderweg geweest bent dan dat je bandjes hebt gezien. Dat blijft natuurlijk ook het probleem met een festival van deze omvang: je wilt zoveel zien, maar krijgt meer dan de helft niet mee. Dat weet je van tevoren, maar het is altijd weer balen. En het was dit jaar ook wel vrij extreem met het fileverkeer annex deurbeleid. De Eurosonic-vrijdag was vooral een kwestie van vruchteloos van rij naar rij trekken. En daar wordt een festival op zich niet leuker van.