In deel 1 van dit overzicht van de gemeentelijke politiek en popcultuur van Groningen zijn de knelpunten op een rijtje gezet. In dit tweede deel doe ik verslag van mijn zoektocht naar het popcultuurgehalte van de verschillende partijen. Verkiezingsprogramma’s zijn doorgespit en partijwoordvoerders nader aan de tand gevoeld over hun visie op popcultuur, de knelpunten en hoe hun partij die denkt op te lossen. Een wegwijzer voor de kiezer met hart voor popcultuur, zodat hij weet aan welke partij hij op 7 maart zijn stem kan toevertrouwen.
De partijen zijn allemaal van mening dat de popcultuur in Groningen zich uitstekend lijkt te redden. Groningen bruist immers van de beginnende bands en initiatieven. Paradepaardjes als Noorderslag, Vera en Groverpop worden vaak genoemd als succesvolle voorbeelden van popcultuur. Dat deze successen er zijn dankzij de inzet van de personen en organisaties die zich bezighouden met popcultuur, wordt door de meeste partijen grif erkend en alle partijen vinden dat de gemeente een rol moet spelen in het scheppen van goede randvoorwaarden.
Zo vindt de PvdA het belangrijk dat de culturele sector perspectief heeft voor diegenen die er in werken en wil D66 mensen die dingen organiseren en uitvoeren op het gebied van popcultuur, steunen. Volgens D66 hoeft dat niet altijd met heel veel geld; het kan ook door het verstrekken van vergunningen en door een soepele regelgeving. Op het gebied van starre regelgeving zou de PvdA wel wat willen doen aan het verdwijnen van live muziek uit de cafés.
Als enige partij lijkt GroenLinks in de gaten te hebben dat het verdwijnen van ID-banen een probleem gaat worden voor de popcultuur. GroenLinks noemt in haar verkiezingsprogramma de afhankelijkheid van de culturele sector van gesubsidieerde banen en vrijwilligers en ziet hen als fundamenten die versterkt moeten worden.
De Stadspartij heeft het tekort aan oefenruimtes op de agenda gezet en vindt dat de gemeente zou moeten zorgen voor voldoende en betaalbare oefenruimtes. Ook GroenLinks heeft in haar verkiezingsprogramma de oefenruimtes als een punt opgenomen. De meeste partijen, waaronder VVD en SP, vinden dat als er in de bandjeswereld een duidelijke behoefte is aan meer oefenruimtes, daar in principe aan moet worden voldaan. De VVD benadrukt het progressieve cultuurbeleid van de wethouder te steunen en meent dat er in de gemeenteraad harder getrokken kan worden aan het stimuleren van de popcultuur in Groningen.
Simplon heeft en ontvangt nog steeds een groot deel van het beschikbare subsidiegeld. Toch blijft het podium een zorgenkindje en bestaat er binnen de gemeente twijfel of het beleidsplan van Simplon wel naar behoren wordt uitgevoerd. De meeste partijen vinden dat er afgewacht moet worden en dat Simplon de tijd moet krijgen zich te ontwikkelen. Maar dat moet niet te lang duren, vindt de SP. Partijen als de PvdA en de Partij voor het Noorden lijken zich wat meer zorgen te maken over de gang van zaken bij Simplon. Het CDA is bezorgd over de problemen die er zijn tussen personeel en directie. De partijen zijn verdeeld over wat Simplon zou moeten zijn: een jongerencentrum of een poppodium. De ChristenUnie vond de verandering van Simplon van welzijnsinstelling naar poppodium vanaf het begin een slecht plan en is van mening dat de stad al over genoeg podia beschikt. GroenLinks en de VVD zien Simplon als een poppodium, dat ook op die manier van de grond zou moeten komen.
De PvdA vindt stabiliteit in het cultuurbeleid belangrijk. De partij wil af van de politieke schommelingen rondom cultuurbeleid, waardoor met de wisseling van de politiek goedlopende projecten, zoals Noorderbattle of de Cultuurscouts, worden vervangen door nieuwe. De partijen maken niet altijd duidelijk onderscheid tussen popbeleid en jongerenbeleid. Zo wil de Partij voor het Noorden betere voorzieningen voor jongeren in de wijken om ‘op een speelse en creatieve manier met muziek om te kunnen gaan’, en is volgens de NCPN (Nieuwe Communistische Partij Nederland) popcultuur belangrijk voor de ontwikkeling van jongeren. De partij vindt dat oefenruimtes voor jongeren gratis of bijna gratis zouden moeten zijn. De NCPN zou willen dat de gemeente popcultuur zou kunnen inzetten om stageplekken en banen te genereren.
Samengevat, ontbreekt de visie op popcultuur in de vorm van een popbeleid. Is dat geen gemis in een gemeente die zegt onder wethouder Karin Dekker van GroenLinks een zeer progressief cultuurbeleid te voeren? Popcultuur heeft in de afgelopen jaren vooral op de agenda gestaan als er een probleem was dat opgelost moest worden. Het lijkt de partijen niet erg te hinderen dat het popbeleid van de gemeente Groningen vooral ad hoc is en zich begeeft van incident naar incident. In de verkiezingsprogramma’s is in ieder geval weinig te vinden over de noodzaak van een samenhangend popbeleid.
Alle partijen noemen popcultuur als een belangrijke of zelfs de belangrijkste vorm van cultuur in een jonge stad als Groningen. Toch heeft geen van allen een visie op een samenhangend popbeleid dat zich onderscheidt van jeugdbeleid en algemeen cultuurbeleid en verder reikt dan het oplossen van incidentele problemen, zoals een gebrek aan oefenruimtes. Voor de kiezer met hart voor popcultuur wordt het een lastige keuze; een partij die popcultuur een volwaardige plaats geeft in het verkiezingsprogramma, is er nog niet in Groningen...
Geen popcultuur in programma's Groningse politieke partijen
Samenhangend popbeleid ontbreekt
Aan welke politieke partij kan de kiezer met hart voor popcultuur op 7 maart met een gerust hart zijn stem geven? Met andere woorden, welke partijen hebben een uitgesproken visie op popcultuur en hebben stimulerende ideeën?