Tom McRae heeft zijn balans hervonden

Als liedjes konden doden…

Tim Fierant, ,

Voor de tweede keer binnen een jaar, stond de Britse singer/songwriter Tom McRae donderdag in de Oosterpoort. Gelukkig vervelen mooie liedjes nooit.

Als liedjes konden doden…

Vorig jaar november stond Tom McRae ook al in de Oosterpoort. Toen vond ik het jammer dat hij compleet voorbijging aan de subtiliteit van sommige liedjes, doordat hij ze bijna allemaal met de voltallige band ten gehore bracht. Ook leunde hij tijdens dat optreden iets te veel op zijn – weliswaar indringend mooie – vocalen. Afgelopen donderdag had McRae de balans hervonden. Buiten hemzelf, werd het podium bevolkt door een bassist, een drummer, een toetsenist en een cellist. Vooral het samenspel tussen toetsenist en cellist zorgde voor een prachtige, herfstige inkleuring van het geluid. De liedjes klinken hierdoor op het podium indringender, directer, maar minstens zo warm als op de plaat. Begonnen werd met het mooie You Only Disappear, dat McRae akoestisch en alleen ten gehore bracht. Vervolgens werd Karaoke Soul daar lijnrecht tegenover gezet; een knallend nummer, met een indringende cello-riff als rode draad. Kort daarop volgden twee nummers van zijn nieuwe plaat All Maps Welcome, waaronder het prachtige How The West Was Won. En afgaande op de reacties van het publiek op die nieuwe nummers, is ook McRae’s nieuwste plaat inmiddels liefdevol omarmd door de achterban. Het was niet uitverkocht, maar voor McRae, die in Frankrijk zo’n beetje groter dan God is, was dat geen enkel probleem. Hij krijgt het voor elkaar om de zaal mee te laten zingen tijdens End Of The World News, en wil graag iets weten over Groningen: “Because when you’re on the road, all cities blur into each other.” Het zorgt allemaal voor een intieme sfeer in de toch al vrij knusse kleine zaal. De muziek van McRae is rechtdoorzee, zonder al te veel toeters en bellen. In een tijd waarin muziek niet apart genoeg kan zijn en begrippen als ‘muzikaal geloofwaardig’ en ‘lekker vaag doen’ meer dan eens met elkaar verward worden, is de muziek van Tom McRae een verademing. Natuurlijk, er zijn nog genoeg artiesten die het aloude ambacht van een goed liedje schrijven nog steeds een warm hart toedragen en ook gepassioneerd uitvoeren, maar dit is een verhaal over Tom McRae, dus beperk ik mij gemakshalve even tot de domineeszoon uit Suffolk. McRae schrijft liedjes met een kop en een staart, met teksten die een breed spectrum aan onderwerpen bestrijken: liefde, politiek, de dood, moord, et cetera. Liefhebbers van singer/songwriters hebben hem dan ook massaal in de armen gesloten. Tussen de nummers door wordt al snel duidelijk dat twee nummers qua populariteit met kop en schouders boven de rest van McRae’s oeuvre uitsteken. Momenten van stilte worden opgezocht om hem vriendelijk doch dringend te verzoeken om Streetlight en Boy With The Bubblegun. Ze vormen ook meteen de climax van de avond. Na het podium verlaten te hebben, komt McRae terug het podium op met in zijn kielzog zijn eigen band én de band van Joe Purdy, een sympathieke folkie die zo’n twee uur eerder de zaal heeft mogen opwarmen met heerlijke bluegrass/folk, rechtstreeks geïncarneerd uit de sixties. Met vijf (!) akoestische gitaren en drie stemmen wordt een hemelbestormend mooie versie van Streetlight gebracht. De gitaren overheersen nergens, iedereen speelt een minimale partij en zo vormen ze een vol geheel. Daarna wordt een rake, maar ingetogen versie van Boy With The Bubblegun gespeeld. Een meisje op de eerste rij blaast bellen het podium op en de avond is compleet. Het publiek heeft zijn favorieten gehoord, McRae heeft zijn balans hervonden en samen hebben ze de overwinning van het liedje, mét kop en staart, gevierd.